Kruimelpad
MO 607 van 5 mei 2009 - Uitbreiding leeftijdscategorie in het raam van de nieuwe evaluatieregeling. KB van 26 april 2009 tot wijziging van KB van 28 maart 2003 tot uitvoering van de Art. 47, 56septies en 63 van de SWKL en van Art. 88 van de programmawet
Tekst
Het bovenvermeld koninklijk besluit van 26 april 2009 vormt het sluitstuk van de invoering van de nieuwe evaluatieregeling, gebaseerd op de drie pijlers, voor kinderen met een handicap, die werd ingezet met het koninklijk besluit van 28 maart 20031 .
Ten einde de transparantie van het koninklijk besluit van 28 maart 2003 te bevorderen worden de begrippen "oude regeling"2 (66 % ongeschiktheid) en "nieuwe regeling"3 (gevolgen van de aandoening gemeten aan de hand van drie pijlers) ingevoerd4 .
A. Nieuwe leeftijdscategorie van jongeren waarop de nieuwe evaluatieregeling van toepassing is: jongeren geboren vóór 1 januari 1993
Voortaan zullen ook de jongeren die geboren zijn voor 1 januari 1993 kunnen genieten van de nieuwe evaluatieregeling; het gaat hier bijgevolg om kinderen die op 1 mei 2009 (datum van inwerkingtreding van het ontwerp) tussen de 16 en 21 jaar5
oud zijn.
Hierdoor wordt de nieuwe evaluatieregeling in principe de regeling voor al de kinderen ongeacht hun leeftijdscategorie.
De oude evaluatieregeling is hierdoor herleid tot een uitdovende overgangsregeling.
Jongeren waarvoor op 30 april 2009 de oude evaluatieregeling6
nog van toepassing is, zullen bij de eerstvolgende herziening overgaan naar de nieuwe evaluatieregeling.
Ten aanzien van de jongeren die geboren zijn voor 1 januari 1993 gelden voortaan de volgende regels.
a) Er wordt een nieuwe aanvraag of een herzieningsaanvraag ingediend gedurende de periode vanaf 1 mei 2009
Het medisch onderzoek gebeurt binnen de grenzen van de verjaring.
Voor de periode die voorafgaat aan 1 mei 2009 is de oude regeling van toepassing.
Voor de periode vanaf 1 mei 2009 is de nieuwe regeling van toepassing7
.
Indien naar aanleiding van een herzieningsaanvraag voor het verleden een hoger bedrag kan worden toegekend, dan zal dit verschil door de kinderbijslaginstelling worden bijbetaald.
Indien naar aanleiding van een herzieningsaanvraag voor het verleden een lager bedrag wordt vastgesteld, dan zal er geen terugbetaling dienen te gebeuren.
b) De eerste ambtshalve herziening na 30 april 2009 met betrekking tot een jongere die op 30 april 2009 nog een erkenning geniet overeenkomstig de oude regeling8 .
Het medisch onderzoek gebeurt met een terugwerkende kracht van 5 jaar welke ingaat op de eerste dag van het trimester in de loop waarvan de vorige medische beslissing ten einde loopt.
Voor de periode die voorafgaat aan 1 mei 2009 is de oude regeling van toepassing.
Voor de periode vanaf 1 mei 2009 is de nieuwe regeling van toepassing.
Indien naar aanleiding van deze eerste ambtshalve herziening voor het verleden een hoger bedrag kan worden toegekend, dan zal dit verschil door de kinderbijslaginstelling worden bijbetaald.
Indien naar aanleiding van een herzieningsaanvraag voor het verleden een lager bedrag wordt vastgesteld, dan zal er geen terugbetaling dienen te gebeuren.
c) De ambtshalve herzieningen die nadien volgen
Het medisch onderzoek gebeurt alleen voor de toekomst9
.
Alleen de nieuwe regeling is van toepassing.
B. Jongeren die behoren tot de leeftijdscategorie 1993 - 1996
Ten aanzien van de jongeren die geboren zijn na 31 december 1992 en uiterlijk op 1 januari 199610 wordt in een gelijkaardige maatregel voorzien als deze vermeld onder A, punt b).
Indien een dergelijke jongere op 31 december 2006 nog een erkenning geniet overeenkomstig de oude regeling, zal bij de eerste ambtshalve herziening die in principe ten vroegste uitwerking heeft op 1 januari 2007 het medisch onderzoek gebeuren met een terugwerkende kracht van vijf jaar welke ingaat op de eerste dag van het trimester in de loop waarvan de vorige medische beslissing ten einde loopt11 .
Voor de periode die voorafgaat aan 1 mei 2003 is de oude regeling van toepassing12
.
Voor de periode vanaf 1 mei 2003 is de nieuwe regeling van toepassing13
.
Indien naar aanleiding van deze eerste ambtshalve herziening voor het verleden een hoger bedrag kan worden toegekend, dan zal dit verschil door de kinderbijslaginstelling worden bijbetaald.
Indien naar aanleiding van deze eerste ambtshalve herziening voor het verleden een lager bedrag wordt vastgesteld, dan zal er geen terugbetaling dienen te gebeuren.
C. Wijziging van de procedure
a) Toezending van het inlichtingenformulier
De kinderbijslaginstellingen die ingeschakeld zijn in de gegevensstroom van "handichild" en bijgevolg in de materiële mogelijkheid verkeren om de aanvraag elektronisch mede te delen aan de Directie-generaal Personen met een handicap van de FOD Sociale Zekerheid, zijn niet langer gehouden tot het toezenden van het in te vullen inlichtingenformulier aan het gezin.
In dit geval wordt het inlichtingenformulier toegezonden door deze Directie-generaal14
.
Kinderbijslaginstellingen die niet ingeschakeld zijn in de gegevensstroom van handichild dienen zoals voorheen de inlichtingenformulieren toe te zenden aan de gezinnen.
Pro memorie
Zoals reeds gemeld in de MO nr. 606 van 28 april 200915 nemen de kinderbijslaginstellingen die zich hebben ingeschakeld in de gegevensstroom van "handichild" niet langer het initiatief om de procedure van de ambtshalve herziening te initiëren. Deze taak wordt voortaan waargenomen door de Directie-generaal Personen met een handicap van de FOD Sociale Zekerheid.
Voor kinderbijslaginstellingen die zich (nog) niet hebben ingeschakeld in de gegevensstroom van "handichild" blijft de initiatiefplicht om de procedure van ambtshalve herziening in te leiden ten laatste 150 dagen voor de einddatum van de geldigheid van de medische beslissing bestaan.
b) Herziening op verzoek van de bevoegde kinderbijslaginstelling wordt afgeschaft
Voortaan zal de bevoegde kinderbijslaginstelling, wanneer zij in het bezit is van nieuwe inlichtingen, niet langer zelf een verzoek om herziening indienen. Zij zal deze inlichtingen voortaan toezenden aan de geneesheer16 die zal inschatten of deze inlichtingen zwaar genoeg wegen om een herziening in te dienen.
Indien naar aanleiding van de herziening door de geneesheer voor het verleden een hoger bedrag kan worden toegekend, dan zal dit verschil door de kinderbijslaginstelling worden bijbetaald.
Indien naar aanleiding van deze herziening voor het verleden een lager bedrag wordt vastgesteld, dan zal er geen terugbetaling dienen te gebeuren.
De inschrijving als werkzoekende overeenkomstig artikel 62, § 5, van de samengeordende wetten mag op zich geen aanleiding geven tot een herziening.
Het spreekt dan ook voor zich dat de kinderbijslaginstellingen zich dienen te onthouden van het mededelen van een dergelijke inlichting aan de geneesheer.
D. Informatieverstrekking door de kinderbijslaginstellingen
a) Er is reeds een erkenning in de oude regeling tot de leeftijd van 21 jaar
Zoals hierboven toegelicht beoogt de bijzondere terugwerkende kracht met betrekking tot de eerste ambtshalve herziening een maximale toepassing van de nieuwe regeling.
Indien er echter een erkenning is in de oude regeling tot de leeftijd van 21 jaar zal er geen ambtshalve herziening meer gebeuren. Hierdoor zal de nieuwe regeling niet automatisch worden toegepast.
Daarom verzoek ik de kinderbijslaginstellingen om aan de gezinnen met een kind dat erkend is in de oude regeling tot de leeftijd van 21 jaar17 , een omstandige toelichting te verstrekken over de nieuwe evaluatieregeling en mede te delen dat de mogelijkheid bestaat om een herzieningsaanvraag in te dienen met het oog op de toepassing van deze nieuwe regeling. Deze gezinnen dienen er te worden aan herinnerd dat de kans bestaat dat de nieuwe regeling voor de toekomst een lager bedrag met zich kan brengen dan wat bepaald is in de oude regeling. Daarom dient deze mededeling te worden vergezeld van de volgende tekst:
"U heeft er wellicht belang bij om een herzieningsaanvraag in te dienen indien uw kind een jongere is die een aandoening heeft die een grote afhankelijkheid met zich brengt.
Over het algemeen betreft het jongeren waarvoor in de oude regeling een ongeschiktheid is erkend van meer dan 66 %, met 7 tot 9 punten inzake het gebrek aan zelfredzaamheid.
Voorbeelden:
- Een jongere die lijdt aan tetraplegie (verlamming van de 4 ledematen) of een hersenverlamming
(cerebral palsy) die een belangrijke hulp voor alle activiteiten van het dagelijkse leven
noodzakelijk maakt.
- Een jongere met een ernstige of diepe mentale handicap die niet in staat is tot scholing of het
verwerven van zelfredzaamheid en die dagelijks hulp nodig heeft om zich te wassen, te kleden of
zich de zorgen toe te dienen die verbonden zijn aan zijn incontinentie (dragen van luiers).
- Een jongere met een psychiatrische ziekte die zijn maatschappelijke aanpassing en zijn scholing
onmogelijk maakt en waarvoor voortdurend toezicht noodzakelijk is, want hij kan geen ogenblik
alleen gelaten worden.
Indien uw kind een jongere is die geen zware behandelingen dient te ondergaan of waarvoor bij een behandeling die meer dan 3 maanden duurt het gezin zich wekelijks minder dan 5 maal of gedurende minder dan 14 h dient te verplaatsen naar een kliniek of een verblijfscentrum, is een herzieningsaanvraag eerder af te raden wegens het risico dat de nieuwe regeling minder gunstig is.
Voorbeeld: - Een jongere die bijzonder onderwijs volgt waarvan de behandelingen of de revalidatie plaats vinden in schoolverband.
Mocht naar aanleiding van een herzieningsaanvraag de nieuwe regeling voor de toekomst minder voordelig zijn dan de oude regeling, dan kan niet naar de oude regeling worden teruggekeerd."
b) Er is reeds een erkenning in de oude regeling die afloopt voor dat de leeftijd van 21 jaar wordt bereikt
Ik verzoek de kinderbijslaginstellingen om aan de gezinnen met een kind dat erkend is in de oude regeling18 , een omstandige toelichting te verstrekken over de nieuwe evaluatieregeling en mede te delen dat de mogelijkheid bestaat om een herzieningsaanvraag in te dienen met het oog op de toepassing van deze nieuwe regeling. Deze gezinnen dienen er te worden aan herinnerd dat de kans bestaat dat de nieuwe regeling voor de toekomst een lager bedrag met zich kan brengen dan wat bepaald is in de oude regeling. Daarom dient deze mededeling te worden vergezeld van de volgende tekst:
"U heeft er wellicht belang bij om een herzieningsaanvraag in te dienen indien uw kind een jongere is die zich bevindt in één van de volgende situaties:
- hij heeft een aandoening die een grote afhankelijkheid met zich brengt waardoor de lasten voor de ouders aanzienlijk zijn;
- hij ondergaat zware medische behandelingen;
Voorbeeld:
De jongeren die lijden aan aandoeningen die een sondevoeding, dagelijkse intraveneuze medicatie of thuisdialyse noodzakelijk maken.
- de familie dient zich bij behandelingen die meer dan drie maanden duren wekelijks meer dan 4 maal of gedurende meer dan 14 h te verplaatsen naar een kliniek of een verblijfscentrum.
Voorbeeld:
Wanneer het gezin een jongere begeleidt die een intensieve neurologische revalidatie volgt, meer dan vier maal per week gedurende ten minste 3 maanden.
Mocht naar aanleiding van een herzieningsaanvraag de nieuwe regeling voor de toekomst nadeliger zijn dan de oude regeling, dan kan niet naar de oude regeling worden teruggekeerd."
c) Jongeren die werden onderzocht in de oude regeling en minder dan 66 % ongeschiktheid bleken te vertonen
Ik verzoek de kinderbijslaginstellingen om aan de gezinnen met een jongere waarvan de erkenning in de oude regeling werd geweigerd19 , een omstandige toelichting te verstrekken over deze nieuwe evaluatieregeling en mede te delen dat de mogelijkheid bestaat om opnieuw een aanvraag in te dienen met het oog op de toepassing van deze nieuwe regeling.
Het betreft vooral jongeren waarvoor de ouders nooit bijkomende kinderbijslag hebben genoten, terwijl de jongere een chronische aandoening heeft waarvoor een belangrijke dagelijkse behandeling nodig is.
Deze mededeling dient te worden vergezeld van de volgende tekst:
"Destijds werd u de bijkomende kinderbijslag uit hoofde van de handicap van uw kind geweigerd daar de ongeschiktheid minder dan 66 % bedroeg. Met ingang van 1 mei 2009 kan voor uw kind een nieuwe evaluatieregeling worden toegepast waarbij vooral rekening wordt gehouden met de inspanningen die de ouders dienen te leveren. U heeft er wellicht belang bij om opnieuw een aanvraag in te dienen indien uw kind een jongere is met een chronische aandoening waarvoor dagelijks een belangrijke behandeling nodig is om een "normaal" leven te kunnen leiden.
Voorbeelden:
- Een jonge diabetespatiënt (suikerziekte) die zich dagelijks insuline inspuit en moeilijkhedenheeft om zich maatschappelijk aan te passen.
- Een jongere die een ernstige hematologische aandoening heeft met een belastende behandeling: hemofilie (bloedstollingsziekte),drepanocytose (sikkelcelanemie), of thalassemie (soort anemie).
- Een jongere met een chronische nierziekte die gepaard gaat met ziekenhuisopnames, een strikt dieet, een behandeling met medicijnen en regelmatige controles."
d) Specifiek medische vragen
Mocht u met betrekking tot een eventuele overgang van de oude evaluatieregeling naar de nieuwe evaluatieregeling geconfronteerd worden met specifiek medische vragen, dan kan u contact opnemen met of doorverwijzen naar de Directie-generaal Personen met een handicap
- telefonisch: op het nummer 02/507.87.99 van het Contact Center
- via e-mail: HandiN@minsoc.fed.be
- via een brief op het adres: FOD Sociale Zekerheid, Directie-generaal Personen met een Handicap, Administratief Centrum Kruidtuin, Finance Tower, Kruidtuinlaan 50, bus 150, 1000 Brussel
- Uitbreiding van de nieuwe evaluatieregeling tot jongeren die geboren zijn voor 1 januari 1993.
- terugwerkende kracht van de nieuwe evaluatieregeling tot 1 mei 2009 bij de eerste ambtshalve herziening na 1 mei 2009.
- procedure - toezending van het inlichtingenformulier - afschaffing van de herziening op verzoek van de kinderbijslaginstelling
- Informatieverstrekking
- 1Koninklijk besluit van 28 maart 2003 tot uitvoering van de artikelen 47, 56septies en 63 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders en van artikel 88 van de programmawet (I) van 24 december 2002
- 2De artikelen 47, § 1, 56septies, § 1 en 63, § 1 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders en hoofdstuk II van het koninklijk besluit van 28 maart 2003.
- 3De artikelen 47, § 2, eerste lid, 56septies, § 2 en 63, § 2 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders en hoofdstuk III, afdeling 1, van het koninklijk besluit van 28 maart 2003.
- 4De artikelen 5, 6, 8, 9 en 10 van het KB van 26 april 2009
- 521 jaar: maximale leeftijd om bijkomende kinderbijslag te genieten uit hoofde van zijn handicap.
- 6De bijzondere overgangsregeling voor kinderen geboren na 1 januari 1996, bepaald in artikel 14 van het KB van 28 maart 2003, blijft onverminderd van toepassing.
- 7Artikel 18bis van het KB van 28 maart 2003
- 8
Ambtshalve herzieningen hebben in principe enkel uitwerking voor de toekomst. Ten einde de gezinnen wier kind op 30 april 2009 nog onder de oude regeling valt maximaal van de nieuwe regeling te laten genieten, wordt bepaald dat bij de eerste ambtshalve herziening de nieuwe regeling retroactief (desgevallend vanaf 1 mei 2009) zal van toepassing zijn
Deze procedurewijziging laat toe om deze formulieren reeds van in het begin te voorzien van een barcode, zodat wanneer ze ingevuld worden teruggezonden, op een vlottere wijze kunnen worden verwerkt