Kruimelpad
Artikel 47 van de Algemene kinderbijslagwet
Tekst
§ 1. De bedragen bedoeld in de artikelen 40 en 50bis worden voor het kind bedoeld in artikel 63, § 1, naargelang de graad van zelfredzaamheid van het kind, verhoogd met een bijslag 1 van 307,81 EUR, 336,94 EUR of 360,19 EUR, onder de voorwaarden bepaald door de Koning.
De zelfredzaamheid van het kind wordt geëvalueerd door vergelijking met een kind van dezelfde leeftijd dat niet gehandicapt is.
De zelfredzaamheid van het kind kan worden herzien onder de voorwaarden bepaald door de Koning.
De Koning bepaalt door wie, volgens welke criteria en op welke wijze de zelfredzaamheid van het kind wordt vastgesteld.
Hij kan tevens, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de bedragen, bedoeld in het eerste lid, wijzigen.
Indien de toekenning van de bijslag, bedoeld in het eerste lid, het gevolg zou zijn van een weigering van behandeling, wordt deze bijslag niet toegekend.
De Koning bepaalt door wie en volgens welke regels de weigering van behandeling wordt vastgesteld.
§ 2. De bedragen bedoeld in de artikelen 40 en 50bis worden voor het kind bedoeld in artikel 63, § 2, naargelang van de ernst van de gevolgen van de aandoening, verhoogd met een bijslag2 van 60 EUR, 79,91 EUR, 186,47 EUR, 307,81 EUR, 350 EUR, 375 EUR of 400 EUR, onder de voorwaarden bepaald door de Koning.
De Koning kan, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de bedragen, bedoeld in het eerste lid, wijzigen.
Indien de toekenning van de bijslag, bedoeld in het eerste lid, het gevolg zou zijn van een weigering van behandeling, wordt deze bijslag niet toegekend.
De Koning bepaalt door wie en volgens welke regels de weigering van behandeling wordt vastgesteld.
In afwijking van het eerste lid, kan de Koning, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, bepalen onder welke voorwaarden en voor welke periode het kind, dat geboren is na 1 januari 1996, de bijslag geniet met toepassing van § 1.
Historiek
Het K.B. van 27.04.2007, art. 1 (B.S. 06.07.2007), van kracht vanaf 01.09.2007, heeft in artikel 19 de woorden "medisch formulier" vervangen door het woord "inlichtingenformulier".
Referenties
18 december 1973 - Koninklijk besluit van de wijze waarop de ongeschiktheid van sommige personen wordt vastgesteld voor de toepassing van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders (BS 22.12.1973)
12 november 1987 - Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden waaraan een gehandicapt kind moet voldoen om de kinderbijslag te genieten bij toepassing van artikel 47 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders (BS 21.11.1987)3 mei 1991 - Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 47, 56septies en 63 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders en van artikel 96 van de wet van 29 december 1990 houdende sociale bepalingen (BS 3.7.1991)
17 april 1997 - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 november 1993 tot uitvoering van artikel 37 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 (BS 30.4.1997)
28 maart 2003 - Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 47, 56septies en 63 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders en van artikel 88 van de programmawet (I) van 24 december 2002 (BS 23.4.2003)
MO 202 van 5 mei 1964 - Kinderbijslag tegen verhoogd tarief voor sommige mindervalide kinderen (uittreksel)
MO 556 van 18 december 1998 - Samenwerking tussen de kinderbijslaginstellingen en de ziekenfondsen - Verklaring van de gevallen van rechtgevenden op de bijkomende bijslag voor gehandicapte kinderen en van de wezen van moeder en vader, rechtgevend op kinderbijslag
MO 558 van 3 februari 1999 - Een gehandicapte verbonden door een overeenkomst voor tewerkstelling van studenten: invloed van het recht op de bijkomende bijslag van artikel 47 van de samengeordende wetten
MO 565 van 31 mei 1999 - Koninklijk besluit van 29 april 1999 tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 mei 1991 tot uitvoering van de artikelen 47, 56septies, 62, § 3 en 63 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders en van artikel 96 van de wet van 29 december 1990 houdende sociale bepalingen
MO 567 van 6 december 1999 - Samenwerking tussen de kinderbijslaginstellingen en de ziekenfondsen - Verklaring van de gevallen van rechtgevenden op de bijkomende bijslag voor gehandicapte kinderen en van de wezen van moeder en vader, rechtgevend op kinderbijslag
MO 570 van 6 november 2000 - Samenwerking tussen de kinderbijslaginstellingen en de ziekenfondsen - Verklaring van de gevallen van rechtgevenden op de bijkomende bijslag voor gehandicapte kinderen en van de wezen van moeder en vader, rechtgevend op kinderbijslag
MO 575 van 15 januari 2002 - Samenwerking tussen de kinderbijslaginstellingen en de ziekenfondsen - Verklaring van de gevallen van rechtgevenden op de bijkomende bijslag voor gehandicapte kinderen en de wezen van moeder en vader, rechtgevend op kinderbijslag
MO 578 van 14 februari 2003 - Inwerkingtreding van de nieuwe reglementering inzake de kinderbijslag voor de kinderen met een aandoening - Aanvragen die vóór 1 april 2003 ingediend worden voor de kinderen geboren na 1 januari 1996
MO 579 van 5 maart 2003 - Programmawet (I) van 24 december 2002 (uittreksel) - Uittreksel 1
MO 580 van 26 maart 2003 - Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 47, 56septies en 63 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders en van artikel 88 van de programmawet (I) van 24 december 2002
MO 581 van 16 april 2003 - Koninklijk besluit van 28 maart 2003 tot uitvoering van de artikelen 47, 56septies en 63 van de samengeordende wetten en van artikel 88 van de programmawet (I) van 24 december 2002
MO 585 van 25 augustus 2004 - Samenwerking tussen de kinderbijslaginstellingen en verzekeringsinstellingen -Verklaring voor 2003 in het raam van de overgangsregeling van de maximumfactuur
MO 587 van 28 oktober 2004 - Samenwerking tussen de kinderbijslaginstellingen en de verzekeringsinstellingen - Verklaring van de gevallen van rechtgevenden op de bijkomende bijslag voor kinderen met een handicap en van de wezen van moeder en vader, rechtgevend op kinderbijslag
MO 591 van 30 september 2005 - Beroep bij een arbeidsgerecht in het raam van de bijkomende kinderbijslag voor een kind met een handicap - Overleg tussen de kinderbijslaginstelling en de FOD Sociale Zekerheid
MO 598 van 5 april 2007 - Uitbreiding van de toepassing van de nieuwe evaluatieregeling tot een nieuwe leeftijdscategorie. Koninklijk besluit van 29 januari 2007 tot wijziging van de artikelen 56septies en 63 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders en van het koninklijk besluit van 28 maart 2003 tot uitvoering van de artikelen 47, 56septies en 63 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders en van artikel 88 van de programmawet (I) van 24 december 2002.
MO 600 van 13 september 2007 - Procedurevereenvoudigingen die worden ingevoerd in het raam van de bijkomende kinderbijslag voor kinderen met een handicap
MO 606 van 28 april 2009 - Koninklijk besluit van 12 februari 2009 tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 maart 2003 tot uitvoering van de artikelen 47, 56septies en 63 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders en van artikel 88 van de programmawet (I) van 24 december 2002
MO 607 van 5 mei 2009 - Uitbreiding leeftijdscategorie in het raam van de nieuwe evaluatieregeling. Koninklijk besluit van 26 april 2009 tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 maart 2003 tot uitvoering van de artikelen 47, 56septies en 63 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders en van artikel 88 van de programmawet (I) van 24 december 2002.
MO 610 van 23 maart 2010 - Activiteitsgrenzen van een jongere met een handicap
CO 1011 van 31 oktober 1975 - Mindervalide kinderen en kinderen volledig ongeschikt om enig beroep uit te oefenen (Wet van 28 maart 1975 en KB van 3 juli 1975) (uittreksels) - Uittreksel 2
CO 1019 van 7 april 1976 - Koninklijk besluit van 10 maart 1964 - Artikel 5 - Betekenis van de uitdrukking "activiteit die aanleiding geeft tot verzekeringsplicht ingevolge een der regelingen van maatschappelijke zekerheid"
CO 1112 van 11 juli 1983 - Vaststelling van de ongeschiktheid van sommige personen voor de toepassing van de gecoördineerde wetten (artikelen 47, 62 §§ 3 en 4, en 63 GW) - Beroep bij de arbeidsrechtbank - Betekenis van de vonnissen - Interpretatie (uittreksels) - Uittreksel 2
CO 1180 van 13 juli 1987 - Wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan gehandicapten (B.S. 1.04.1987) en koninklijk besluit van 6 juli 1987 tot uitvoering van de wet van 27 februari 1987 (B.S. 8.07.1987)
CO 1201 van 17 december 1987 - Koninklijk besluit van 12 november 1987 tot vaststelling van de voorwaarden waaraan een gehandicapt kind moet voldoen om de kinderbijslag te genieten bij toepassing van artikel 47 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders (BS 21.11.1987)
CO 1225 van 26 maart 1990 - Programmawet van 22 december 1989 en koninklijk besluit van 12 maart 1990 tot uitvoering van artikel 71, § 1bis, GW: toelichting en toepassingsmaatregelen (uittreksels) - Uittreksel 23
CO 1252 van 18 juli 1991 - Wet van 29 december 1990, BS 9.1.1991, Wet van 4 april 1991, BS 22.6.1991, KB van 4 april 1991, BS 5 juli 1991 en KB van 3 mei 1991BS 3 juli 1991
CO 1258 van 16 maart 1992 - Uitwerking van de vaststelling van de ontoereikendheid of vermindering van lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid