Geef een zoekwoord in, en selecteer indien gewenst een filter.
Indien je zoekterm bestaat uit meerdere woorden, zet je deze tussen aanhalingstekens (“). Op meerdere termen tegelijk zoeken, kan door het gebruik van een komma.

Artikel 73 Groeipakketdecreet

    §1. De selectieve participatietoeslagen leerling, vermeld in boek 2, deel 2, titel 1, worden rechtstreeks uitbetaald aan de rechthebbende leerling:

    1° als hij behoort tot een categorie van gezin als vermeld in artikel 38, §1, 3°, 4° of 5°;

    2° als hij ontvoogd is of de leeftijd van zestien jaar bereikt heeft en zijn woonplaats niet bij de ouders of de werkelijke opvoeders heeft. Aan die laatste voorwaarde is voldaan als de leerling beschikt over een afzonderlijke woonplaats, die als hoofdverblijf is ingeschreven in de bevolkingsregisters overeenkomstig artikel 32, 3°, van het Gerechtelijk Wetboek, of als met officiële documenten wordt aangetoond dat de gegevens in de bevolkingsregisters niet of niet meer overeenstemmen met de realiteit;

    3° als hij zelf begunstigde is van toelagen in het kader van het gezinsbeleid voor een of meer van zijn kinderen.

    4° als het een niet-begeleide minderjarige vreemdeling is als vermeld in titel XIII, hoofdstuk 6, van de Programmawet (I) van 24 december 2002, als er geen werkelijke opvoeder kan worden aangewezen.

    De leerling, vermeld in het eerste lid, kan evenwel in zijn eigen belang een andere persoon aanwijzen aan wie de selectieve participatietoeslagen leerling worden uitbetaald, op voorwaarde dat die persoon met de leerling verbonden is door verwantschap of aanverwantschap in de eerste graad. De verwantschap die verworven is door adoptie, wordt in aanmerking genomen.

    De Vlaamse Regering kan de wijze bepalen waarop de leerling, vermeld in het eerste lid, die andere persoon kan aanwijzen.

    De leerling, vermeld in het eerste lid, is rechtsbekwaam om zelf als eiser of verweerder in rechte op te treden in de geschillen over zijn rechten op selectieve participatietoeslagen leerling, met behoud van de toepassing van artikel 9, §1, van titel XIII, hoofdstuk 6, van de Programmawet (I) van 24 december 2002.

    §2. De leerling, vermeld in paragraaf 1, of de persoon die is aangewezen door de leerling, wijst een uitbetalingsactor naar keuze aan voor de uitbetaling van de selectieve participatietoeslagen leerling, en geeft een bankrekening op.

    De leerling, vermeld in paragraaf 1, of de persoon die is aangewezen door de leerling, wijst één uitbetalingsactor en één bankrekening aan voor alle toelagen in het kader van het gezinsbeleid die aan hem worden uitbetaald.

    §3. De leerling, vermeld in paragraaf 1, of de persoon die is aangewezen door de leerling, kan met een schriftelijk verzoek de uitbetalingsactor of de bankrekening wijzigen.

    Het verzoek tot wijziging van uitbetalingsactor is alleen ontvankelijk als er een minimale aansluiting van één jaar is bij de actieve uitbetalingsactor. De wijziging van uitbetalingsactor gaat in vanaf het eerste kwartaal dat volgt op het kwartaal waarin een ontvankelijk wijzigingsverzoek is ingediend.

    De wijziging van bankrekening gaat ten laatste in vanaf de maand die volgt op de maand waarin de wijziging schriftelijk is doorgegeven.

    §4. Een afwijking van de voorgaande paragrafen is mogelijk nadat de bevoegde rechtbank daarover in het belang van de leerling een uitspraak heeft gedaan. De meest gerede partij bezorgt de gerechtelijke uitspraak aan de uitbetalingsactor.

    §5. Een wijziging van uitbetalingsactor heeft geen gevolgen voor een openstaande schuld bij de actieve uitbetalingsactor. De openstaande schuld volgt de wijziging van uitbetalingsactor. Bij verschillende schulden primeert de oudste schuld.

    §6. Als de leerling, vermeld in paragraaf 1, of de persoon die door de leerling is aangewezen, geen uitbetalingsactor aanwijst vóór de eerste van de maand die volgt op de maand waarin het recht is ontstaan, is het agentschap bevoegd.

    De leerling, vermeld in paragraaf 1, of de persoon die door de leerling is aangewezen wordt door het agentschap op de hoogte gebracht dat hij gedurende een termijn van drie maanden na de aansluiting van rechtswege, de keuze kenbaar kan maken om aan te sluiten bij een andere uitbetalingsactor. De wijziging van uitbetalingsactor gaat in vanaf het eerste kwartaal dat volgt op het kwartaal waarin een wijzigingsverzoek werd ingediend.

    Na deze periode heeft de aansluiting van rechtswege dezelfde gevolgen als vermeld in paragraaf 2, tweede lid.

    §7. De Vlaamse Regering legt de regels vast voor de aansluiting van rechtswege, bepaalt de verdere regels inzake de keuze voor de uitbetalingsactor en de bankrekening en de overdracht tussen uitbetalingsactoren.

    Decreet van 14 juli 2023 tot wijziging van het Groeipakketdecreet van 2018, wat betreft het recht op selectieve participatietoeslagen voor leerlingen die materiële ondersteuning krijgen (B.S. 21.08.2023) - artikel 4 - inwerkingtreding 31.08.2023

    In artikel 73, §1, van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht:
    1° aan het eerste lid wordt een punt 4° toegevoegd, dat luidt als volgt:
    “4° als het een niet-begeleide minderjarige vreemdeling is als vermeld in titel XIII, hoofdstuk 6, van de Programmawet (I) van 24 december 2002, als er geen werkelijke opvoeder kan worden aangewezen.”;
    2° aan het vierde lid wordt de zinsnede “, met behoud van de toepassing van artikel 9, §1, van titel XIII, hoofdstuk 6, van de Programmawet (I) van 24 december 2002” toegevoegd.

    Datum van publicatie
    Datum van afkondiging
    Top