Kruimelpad
Artikel 95 Groeipakketdecreet
Tekst
Dit artikel werd gewijzigd door artikel 14 van het decreet van 1 juli 2022 tot wijziging van artikel 5 van het decreet van 30 april 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Opgroeien regie, tot wijziging van het Groeipakketdecreet van 2018 en tot uitlegging van artikel 8 van het Groeipakketdecreet van 2018 (B.S. 29.07.2022)
De rechtsvorderingen waarover de begunstigden van toelagen in het kader van het gezinsbeleid beschikken, moeten binnen vijf jaar worden ingesteld.
Voor de gezinsbijslagen, vermeld in deel 1 van boek 2, met uitzondering van de startbedragen geboorte en adoptie, neemt de termijn van vijf jaar een aanvang de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarop de gezinsbijslagen betrekking hebben.
Voor de kinderopvangtoeslagen, vermeld in deel 3 van boek 2, neemt de termijn van vijf jaar een aanvang de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin de kinderopvangdag zich bevindt waarop de kinderopvangtoeslag betrekking heeft.
Voor het startbedrag geboorte neemt de termijn van vijf jaar een aanvang de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin de geboorte plaatsvond. Voor het startbedrag adoptie neemt de termijn van vijf jaar een aanvang de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin het verzoekschrift tot adoptie is ingediend bij de bevoegde rechtbank of, bij gebrek daaraan, de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin de adoptieakte is ondertekend. Als het kind op die datum nog geen deel uitmaakt van het gezin van de adoptant, vangt de voormelde termijn aan op de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin het kind werkelijk deel uitmaakt van dit gezin.
Voor de selectieve participatietoeslagen, vermeld in deel 2 van boek 2, en de kleutertoeslagen, vermeld in deel 3 van boek 2, neemt de termijn van vijf jaar een aanvang op de eerste dag van de maand na de betekening van een beslissing tot weigering, toekenning of terugvordering van een selectieve participatietoeslag of kleutertoeslag.
Buiten de oorzaken, vermeld in het Burgerlijk Wetboek, wordt de verjaring geschorst tijdens de procedure voor de geschillencommissie en voor de bevoegde rechtbank. De Vlaamse Regering bepaalt de regels met betrekking tot de begin- en einddatum van de schorsing.
De uitbetalingsactoren zullen in geen geval afzien van het voordeel van de verjaring, zoals ze bij dit artikel is vastgesteld.
In afwijking van de voorgaande leden kan de verjaring niet ingeroepen worden tijdens een periode van terugbetaling van onverschuldigde toelagen in het kader van het gezinsbeleid.