Kruimelpad
17 juni 2016 - Samenwerkingsakkoord houdende omzetting in de gezinsbijslagwetgeving van de Richtlijn 2011/98/EU van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 betreffende één enkele aanvraagprocedure voor een gecombineerde vergunning voor onderdanen van derde landen om te verblijven en te werken op het grondgebied van een lidstaat, alsmede inzake een gemeenschappelijk pakket rechten voor werknemers uit derde landen die legaal in een lidstaat verblijven (B.S. 13.07.2016)
Tekst
Aanhef
Gelet op artikel 23 van de Grondwet;
Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 94, § 1bis, ingevoegd door artikel 44 van de bijzondere wet van 6 januari 2014 met betrekking tot de Zesde Staatshervorming;
Gelet op de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, artikel 60sexies, ingevoegd door artikel 37 van de wet van 19 april 2014 tot wijziging van de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap;
Gelet op de wet van 4 april 2014 tot wijziging van de samengeordende wetten van 19 december 1939 betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders (algemene kinderbijslagwet);
Gelet op het bijzondere decreet van de Franse Gemeenschap van 3 april 2014 betreffende de bevoegdheden van de Franse Gemeenschap waarvan de uitoefening naar het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie wordt overgedragen, en het decreet van het Waalse Gewest van 11 april 2014 betreffende de bevoegdheden van de Franse Gemeenschap waarvan de uitoefening aan het Waalse Gewest en aan de Franse Gemeenschapscommissie overgedragen wordt;
Gelet op het overleg gehouden op 8 december 2015 in de schoot van het Beheerscomité van FAMIFED;
Gelet op het voorstel nr. 250 van het Beheerscomité van FAMIFED;
Overwegende dat de Richtlijn 2011/98 EU het voor werknemers uit derde landen mogelijk maakt om via één enkele procedure een verblijfs- en arbeidsvergunning te verkrijgen en dat deze richtlijn er toe strekt een duidelijke reeks voorschriften vast te stellen voor onderdanen uit derde landen die legaal in de EU werken of mogen werken, zodat zij onder meer met betrekking tot de sociale zekerheid gemeenschappelijke rechten genieten die vergelijkbaar zijn met de rechten van EU-burgers;
Overwegende de verplichting die op België rust inzake de omzetting van de Europese richtlijnen,
Tussen :
de Vlaamse Gemeenschap, vertegenwoordigd door de Minister-President en de Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin;
het Waalse Gewest, vertegenwoordigd door de Minister-President en de Minister van Openbare Werken, Gezondheidszorg, Maatschappelijk Welzijn en Patrimonium;
de Duitstalige Gemeenschap, vertegenwoordigd door de Minister-President en de Minister van Familie, Gezondheid en Sociale Zaken;
de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, vertegenwoordigd door de Voorzitter van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor het beleid inzake Bijstand aan personen, het Gezinsbeleid en de Filmkeuring,
is overeengekomen wat volgt :
Bepalingen
HOOFDSTUK 1. Wetswijzigingen
Artikel 1
Dit hoofdstuk voorziet in de gedeeltelijke omzetting van de Richtlijn 2011/98/EU van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 betreffende één enkele aanvraagprocedure voor een gecombineerde vergunning voor onderdanen van derde landen om te verblijven en te werken op het grondgebied van een lidstaat, alsmede inzake een gemeenschappelijk pakket rechten voor werknemers uit derde landen die legaal in een lidstaat verblijven.
Artikel 2
Artikel 56sexies, § 1, tweede lid, van de algemene kinderbijslagwet van 19 december 1939 (AKBW), gewijzigd bij de wet van 4 april 2014, wordt aangevuld met de bepaling onder 6°, luidende :
« 6° die een werknemer uit een derde land is die is toegelaten met het oog op werk of die mag werken zoals bedoeld in artikel 3, paragraaf 1, onder b) en c), van de Richtlijn 2011/98/EU van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 betreffende één enkele aanvraagprocedure voor een gecombineerde vergunning voor onderdanen van derde landen om te verblijven en te werken op het grondgebied van een lidstaat, alsmede inzake een gemeenschappelijk pakket rechten voor werknemers uit derde landen die legaal in een lidstaat verblijven, op voorwaarde dat :
a) hij in loondienst is of ten minste gedurende zes maanden in loondienst is geweest en als werkloos geregistreerd staat in de zin van artikel 12, punt 2, onder b), eerste lid, van de voormelde richtlijn;
b) en niet behoort tot een van de categorieën van onderdanen van derde landen in de zin van artikel 12, punt 2, onder b), tweede lid, van de voormelde richtlijn. ».
Artikel 3
Artikel 1, zevende lid, van de wet van 20 juli 1971 tot instelling van gewaarborgde gezinsbijslag, gewijzigd bij de wet van 21 december 2013, wordt aangevuld met de bepaling onder 6°, luidende :
« 6° de werknemer uit een derde land die is toegelaten met het oog op werk of die mag werken zoals bedoeld in artikel 3, paragraaf 1, onder b) en c), van de Richtlijn 2011/98/EU van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 betreffende één enkele aanvraagprocedure voor een gecombineerde vergunning voor onderdanen van derde landen om te verblijven en te werken op het grondgebied van een lidstaat, alsmede inzake een gemeenschappelijk pakket rechten voor werknemers uit derde landen die legaal in een lidstaat verblijven, op voorwaarde dat:
a) hij in loondienst is of ten minste gedurende zes maanden in loondienst is geweest en als werkloos geregistreerd staat in de zin van artikel 12, punt 2, onder b), eerste lid, van de voormelde richtlijn;
b) en niet behoort tot een van de categorieën van onderdanen van derde landen in de zin van artikel 12, punt 2, onder b), tweede lid, van de voormelde richtlijn.".
HOOFDSTUK 2. Inwerkingtreding van het samenwerkingsakkoord
Artikel 4
Dit samenwerkingsakkoord heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2016 na goedkeuring door de respectievelijke bevoegde wetgevers.
Historiek
a