Geef een zoekwoord in, en selecteer indien gewenst een filter.
Indien je zoekterm bestaat uit meerdere woorden, zet je deze tussen aanhalingstekens (“). Op meerdere termen tegelijk zoeken, kan door het gebruik van een komma.

MO 467 van 6 december 1988 - Groepering van de kinderen - Vaststelling van de rangorde (uittreksel)

    Artikel 42 uit Kinderbijslagwet werknemers

    Voor de vaststelling van de rangorde van de kinderen, in toepassing van (...) artikel (...), 42, (...), moeten volgende regels worden toegepast :

    1. De algemene regel is de groepering van de kinderen (met uitzondering van de rechthebbende wees tegen de bedragen bedoeld bij art. 50bis) rond de enige rechthebbende, die deel uitmaakt van het gezin ; deze regel stelt geen probleem voor de toepassing ervan.

    2. (...) Wat betreft de evenredige verdeling, zie uittreksel uit dezelfde omzendbrief onder artikel 70bis, rubriek C.

    3. Wanneer de kinderbijslag uit hoofde van verschillende rechthebbenden verschuldigd is, mag de toepassing van (...) artikel (...) 42, (...), volgens dewelke er moet worden rekening gehouden met de kinderen opgevoed door de bijslagtrekkende, niet leiden tot het groeperen van kinderen, die ieder voor zichzelf bijslagtrekkend zijn en die samen wonen.

    Om de rangorde van de kinderen vast te stellen heeft men willen rekening houden met de werkelijke lasten, die de ouders of de personen die de kinderen opvoeden dragen, zodat men de kinderen opgevoed in het gezin, als een geheel in overweging diende te nemen.

    Wanneer het groeperen van de kinderen verantwoord is voor de broeders en zusters, die een woning betrekken verschillend van de woonplaats van hun ouders, gelet op de familiale solidariteit, is zulks niet meer het geval voor vrienden die dezelfde woonst delen. Bijgevolg indien verschillende vrienden een woonst delen en ieder kind zelf bijslagtrekkend is, (art. 69 § 2) dient aan ieder van die kinderen de kinderbijslag van rang 1 uitbetaald te worden.

    Artikel 70bis uit Kinderbijslagwet werknemers

    Voor de vaststelling van de rangorde van de kinderen, in toepassing van de artikelen 40, 42 en 50ter, moeten volgende regels worden toegepast:

    1. (...)

    2. Wanneer de enige rechthebbende geen deel uitmaakt van het gezin, moet men, voor de toepassing van (...) artikel, 42, tweede lid (...) om de rangorde van de kinderen vast te stellen rekening houden met de kinderen, die door de bijslagtrekkende worden opgevoed.

    Doch het gebeurt dat meerdere bijslagtrekkenden in hetzelfde gezin leven en kinderbijslag genieten uit hoofde van dezelfde rechthebbende, die buiten het gezin leeft.

    In dergelijk geval moet men voor de vaststelling van de rangorde van de kinderen, rekening houden met de rechthebbende kinderen, opgevoed in het gezin van de bijslagtrekkende.

    Anderzijds, aangezien de kinderbijslag, bedoeld in de voornoemde artikelen en alinea's, verschuldigd is uit hoofde van één enkele rechthebbende ten voordele van verscheidene kinderen, die deel uitmaken van hetzelfde gezin en opgevoed worden door meerdere bijslagtrekkenden, die ook van hetzelfde gezin deel uitmaken, dient men de in artikel 70bis van de samengeordende wetten omschreven regel van de proportionele verdeling toe te passen om de kinderbijslag onder de verschillende bijslagtrekkenden te verdelen.

    Voorbeelden:

    1) een vader, werknemer, leeft gescheiden van zijn gezin, dat samengesteld is uit de bijslagtrekkende moeder en drie rechthebbende kinderen (A, B en C), waarvan de dochter (A) studente is. De dochter (A), die getrouwd is, is voor haar zelf bijslagtrekkende. Er zijn dus twee bijslagtrekkenden in het gezin: de moeder voor twee van haar kinderen (B en C) en de dochter (A) voor haarzelf.

    Het bedrag van de kinderbijslag zal worden vastgesteld, rekening houdend met de groep van de drie rechthebbende kinderen en verdeeld in verhouding tot 2/3 voor de moeder en 1/3 voor de dochter A.

    2) een broer en een zuster van meer dan 18 jaar zijn beiden student en wonen samen op een woonplaats, die verschilt van deze van de ouders. De broer en de zuster zijn ieder voor zichzelf bijslagtrekkende. Het bedrag van de kinderbijslag zal worden vastgesteld rekening houdend met twee bijslagtrekkende kinderen en verdeeld onder ieder van hen voor de helft.

    3) (...) Wat betreft de vaststelling van de rangorde, zie uittreksel uit deze MO onder artikel 42.

    Top