Kruimelpad
CO 1024 van 1 juni 1976 - Kennisgeving van betaling van gezinsbijslag
Tekst
Sommige kinderbijslagfondsen laten na de berekening van het overgemaakte bedrag op de strook van de betalingsopdrachten te vermelden of doen zulks onvolledig.
Daaruit volgt dat de bijslagtrekkenden niet kunnen vaststellen op welke tijdvakken de betalingen betrekking hebben en evenmin over welke soort gezinsbijslag het gaat.
Om deze bezwaren die tal van klachten veroorzaken te ondervangen en de bijslagtrekkenden terdege in te lichten omtrent de betalingen die zij ontvangen, moeten voortaan op de strook van elke betalingsopdracht, ongeacht of die mechanisch of manueel gebeurt, de volgende inlichtingen worden vermeld:
1) het kenmerk van het dossier;
2) de maand(en) en het jaar waarop de betaling betrekking heeft;
3) de aard van de uitkeringen, d.w.z. naar gelang van het geval;
gewone kinderbijslag
verhoogde kinderbijslag (voor invaliden of voor wezen)
(...)
bijkomende kinderbijslag voor minder-valide kinderen
(...)
kraamgeld.
Wanneer de betaling op verscheidene maanden betrekking heeft of verschillende soorten gezinsbijslag omvat, zal het vaak vrijwel onmogelijk zijn alle gewenste inlichtingen mechanisch of met de hand op de strook van de betalingsopdracht te plaatsen. In zulke gevallen wordt enkel het woord "regularisatie" vermeld en wordt een afzonderlijk uittreksel uit de rekening aan de bijslagtrekkende gezonden.
Op dit uittreksel worden minimaal de volgende gegevens vermeld:
1) de aard en het bedrag van de uitkeringen;
2) het tijdvak waarop de betaling betrekking heeft;
3) het aantal van de rechtgevende kinderen en in voorkomend geval het aantal van in aanmerking genomen dagen.
Wordt niet bedoeld door de term "regularisatie", elke betaling, zelfs achterstallige of gefractioneerde, die betrekking heeft op een of meer kalendermaanden. In dat geval, volstaat de vermelding van de bedoelde maand en van de aard der bepaalde prestaties.
De kinderbijslagfondsen zullen ervoor waken, in elk geval, de bij onderhavige omzendbrief voorgeschreven inlichtingen te verstrekken, en dit volgens de technische middelen waarover zij beschikken en volgens hun eigen organisatie.