Geef een zoekwoord in, en selecteer indien gewenst een filter.
Indien je zoekterm bestaat uit meerdere woorden, zet je deze tussen aanhalingstekens (“). Op meerdere termen tegelijk zoeken, kan door het gebruik van een komma.

Artikel 29 BVR Rechtgevend kind

    §1. De winstgevende activiteit van het kind dat onderwijs volgt of een vorming doorloopt, leidt tot de schorsing van de gezinsbijslagen, tenzij die activiteit:

    1. gedurende maximaal 475 uur, waarvoor een verminderde sociale bijdrage verschuldigd is, uitgeoefend wordt in het kader van een arbeidsovereenkomst voor studenten als vermeld in titel VII van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten;
    2. in een maand niet meer dan tachtig uren uitgeoefend wordt in het kader van elke tewerkstelling, die geen tewerkstelling is als vermeld in punt 1°;
    3. uitgeoefend wordt door een kind als zelfstandige en daarbij geen bijdragen verschuldigd is als een zelfstandige in hoofdberoep.

    Als het kind dat onderwijs volgt of een vorming doorloopt, een sociale uitkering ontvangt op basis van een Belgische of buitenlandse regeling over ziekte, invaliditeit, werkloosheid of loopbaanonderbreking als vermeld in hoofdstuk IV, afdeling 5, van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen, worden de gezinsbijslagen geschorst voor de maand waarop de uitkering betrekking heeft. Als het een sociale uitkering ontvangt die voortvloeit uit een tewerkstelling tijdens een systeem van alternerend leren of een bezoldigde stageovereenkomst, worden de maandelijkse gezinsbijslagen niet geschorst.

    Het jaarlijkse quotum van 475 uur, vermeld in het eerste lid, 1°, wordt voor de jaren 2023 en 2024 op 600 uur gebracht.

    §2. De tewerkstelling die het kind dat een systeem van alternerend leren en werken volgt, uitoefent in het kader van de praktische opleiding op de werkplek, of die het kind uitoefent tijdens een bezoldigde stageovereenkomst, worden niet beschouwd als een winstgevende activiteit. Met betrekking tot de voorwaarden gesteld in het eerste lid van de eerste paragraaf van dit artikel, moeten de voorwaarden uit artikel 1, 2°, derde zin van het Koninklijk Besluit van 14 juli 1995 waarbij sommige categorieën studenten uit het toepassingsgebied van Titel VII van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten worden gesloten, vervuld worden in hoofde van de leerling die een systeem van alternerend leren en werken volgt.

    Besluit van de Vlaamse Regering van 27 januari 2023 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 oktober 2018 tot vaststelling van de diverse hoedanigheden van het rechtgevend kind en betreffende de vrijstellingen van de toekenningsvoorwaarden voor de gezinsbijslagen, de startbedragen geboorte en adoptie en de universele participatietoeslagen, wat betreft de verhoging van de toegelaten uren studentenarbeid voor 2023 en 2024 (B.S. 10.05.2023) - artikel 2 - inwerkingtreding 01.01.2023

    Aan artikel 29, § 1, van hetzelfde besluit wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt als volgt:
    "Het jaarlijkse quotum van 475 uur, vermeld in het eerste lid, 1°, wordt voor de jaren 2023 en 2024 op 600 uur gebracht.".

    gearchiveerde versie (01.01.2019 - 31.12.2022)

    ________________________________________

    Besluit van de Vlaamse Regering van 27 januari 2023 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 oktober 2018 tot vaststelling van de diverse hoedanigheden van het rechtgevend kind en betreffende de vrijstellingen van de toekenningsvoorwaarden voor de gezinsbijslagen, de startbedragen geboorte en adoptie en de universele participatietoeslagen, wat betreft de verhoging van de toegelaten uren studentenarbeid voor 2023 en 2024 (B.S. 10.05.2023) - artikel 2 - inwerkingtreding 01.01.2023

    In artikel 29, § 1, tweede lid, artikel 36, § 1, tweede lid, en artikel 41, tweede lid, van hetzelfde besluit wordt de zinsnede "arbeidsongevallen, beroepsziekten," opgeheven.

    gearchiveerde versie (01.01.2019 - 31.12.2022)

    Datum van publicatie
    Datum van afkondiging
    Top