Kruimelpad
Artikel 51 BVR Rechtgevend kind
Tekst
Algemene vrijstellingen van de toekenningsvoorwaarden voor het startbedrag geboorte gelden voor het kind dat deel uitmaakt van het gezin van een pleegvoogd, op voorwaarde dat een overeenkomst, die de pleegvoogdij tot stand brengt, verleden is binnen een jaar na de geboorte van het betrokken kind, die de wil uitdrukt van de pleegvoogd of van de persoon die geen bloed- of aanverwant is tot en met de derde graad van de pleegvoogd en met wie de pleegvoogd feitelijk of wettelijk samenwoont, of van de echtgenoot of echtgenote van de pleegvoogd, om het kind onder pleegvoogdij te nemen.
Als vóór de ondertekening van de overeenkomst, vermeld in het eerste lid, de vader of de moeder het startbedrag geboorte niet heeft aangevraagd, is dat startbedrag geboorte uitsluitend verschuldigd aan de pleegvoogd of aan de persoon die geen bloed- of aanverwant is tot en met de derde graad van de pleegvoogd en met wie de pleegvoogd feitelijk of wettelijk samenwoont, of aan de echtgenoot of echtgenote van de pleegvoogd. Als die overeenkomst echter verleden is binnen drie maanden na de geboorte, is het startbedrag geboorte alleen verschuldigd aan een van de voormelde personen als de vader of de moeder het startbedrag geboorte niet binnen dezelfde termijn heeft aangevraagd.
Het bedrag van het startbedrag geboorte dat toegekend wordt voor het onder pleegvoogdij genomen kind, is van toepassing op de datum van de ondertekening van de overeenkomst, vermeld in het eerste lid.