Geef een zoekwoord in, en selecteer indien gewenst een filter.
Indien je zoekterm bestaat uit meerdere woorden, zet je deze tussen aanhalingstekens (“). Op meerdere termen tegelijk zoeken, kan door het gebruik van een komma.

A/9 van 17 juni 2019 - Verblijfsvoorwaarde voor Europese ambtenaren/diplomatiek personeel - opgeheven

    Gearchiveerde versie
    Deze versie werd opgeheven en vervangen door Toelichtingsnota 2 van 27 juni 2023 - Verblijfsvoorwaarden

     

    officiële versie - A/9

     

    Om aanspraak te maken op het Groeipakket (gezinsbijslagen, selectieve participatietoeslagen en andere toelagen) moet het kind dat niet de Belgische nationaliteit heeft toegelaten of gemachtigd zijn om in het Rijk te verblijven of er zich te vestigen overeenkomstig de wet van 19 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdeling (Vreemdelingenwet).

    De manier waarop deze voorwaarde vervuld moet worden is beschreven in de toelichtingsnota 2bis van 18 april 2019. 

    Sedert de invoering van het Groeipakket worden wij geconfronteerd met de vraag of de kinderen van o.a. diplomaten aan de gestelde verblijfvoorwaarde voldoen.

    Diplomatiek personeel/Europese ambtenaren krijgen ‘bijzondere identiteitskaarten’ (D, C, P, S, E), waarvan de afgifte gebeurt door de FOD Buitenlandse Zaken (Dienst Protocol).

    De afgifte van die bijzondere identiteitskaarten is gebaseerd op de Verdragen van Wenen inzake diplomatiek en consulair verkeer (en eventuele andere consulaire of diplomatieke verdragen) en het KB van 30 oktober 1991 betreffende de documenten voor het verblijf in België van bepaalde vreemdelingen.

    De aflevering van deze bijzondere identiteitskaarten is in uitvoering van artikel 10, § 1, 1° van de Vreemdelingenwet dat bepaalt dat de vreemdeling wiens recht op verblijf erkend wordt door een internationaal verdrag, door de wet of door een koninklijk besluit, van rechtswege toegelaten is om meer dan drie maanden in het Rijk te verblijven.

    Bijgevolg worden ook de bijzondere identiteitskaarten D, C, P, S, E aanvaard als bewijs dat aan de verblijfsvoorwaarde gesteld in de artikelen 8 § 1, 1° (gezinsbijslag), 24, 1° (selectieve participatietoeslag), 51, 1° (kinderopvangtoeslag) en 53, 1° (kleutertoeslag) van het Groeipakketdecreet is voldaan.

    De houders van deze bijzondere identiteitskaarten kunnen op de volgende manieren in de flux ‘wettelijke gegevens’ onder de rubriek ‘identiteitsbewijzen’ worden geïdentificeerd:

    • Omschrijving: SPEC. I.B. VRM
      Nummer: D/C/P/S/E1234567
    • Omschrijving: Bijzondere identiteitskaart D/C/P/S/E
      Nummer: D/C/P/S/E1234567
    Datum van afkondiging
    Datum einde geldigheid
    Top