Kruimelpad
Toelichtingsnota 8 - Bijlage 1 van 27 juni 2019 - Bepalen van de gezinsgrootte
Tekst
Inhoudstafel
Deze bijlage gaat dieper in op de problematiek van de gezinsgrootte aan de hand van een aantal voorbeelden uit de praktijk.
1. Algemene principes
Voor het bepalen van de gezinsgrootte (welke kinderen tellen mee?) gelden de volgende principes:
- Het kind voor wie de persoon waarvoor de gezinsgrootte moet bepaald worden de bijslagtrekkende/begunstigde is. In geval van begunstigde moet het kind voor minstens de helft van de tijd verblijven bij deze persoon.
- Het niet onder 1 bedoelde kind voor wie de toeslagpartner1 van de persoon bedoeld in 1 bijslagtrekkende/begunstigde is. In geval van begunstigde moet het kind voor minstens de helft van de tijd verblijven bij deze persoon.
1.1. Uitzonderingen
- Een kind dat bijslagtrekkende/begunstigde is voor zichzelf en dat één van zijn ouders2 aanwijst als begunstigde, telt niet mee om de gezinsgrootte rond de inkomstenkern van de aangewezen ouder te bepalen als het een ander domicilie heeft dan de aangewezen ouder: artikel 57, § 3 van het Groeipakketdecreet.
- Wanneer verschillende rechtgevende kinderen, die wegens een apart domicilie, bijslagtrekkende/begunstigde zijn voor zichzelf, samenwonen, vormen zij elk een apart gezin voor zichzelf en tellen ze evenmin mee om de gezinsgrootte van elkaars inkomstenkern te bepalen3 .
1.2. Geplaatste kinderen
Met betaling van het 1/3de aan een natuurlijk persoon
- In toepassing van artikel 18 van het decreet wordt het kind voor de vaststelling van de gezinsgrootte beschouwd in het gezin waar het voor de plaatsing verbleef. De begunstigdenkern van voor de plaatsing blijft tijdens de plaatsing verder de begunstigdenkern tijdens de plaatsing.4
- Wanneer bij vonnis of door de plaatsende overheid op het plaatsingsbericht beslist wordt dat het 1/3de dient betaald te worden aan een andere persoon dan de begunstigde(n) voor de plaatsing, blijft de begunstigdenkern van voor de plaatsing behouden, maar dient er betaald te worden aan de persoon vermeld op het plaatsingsbericht via sommendelegatie. Voor de gezinsgrootte zal het kind meegeteld worden in het gezin van de begunstigden van voor de plaatsing.
Met betaling van het 1/3de op een spaarrekening
- In dat geval vormt het kind zijn eigen inkomstenkern en eigen begunstigdenkern. Het kind kan nooit ergens anders meegeteld worden voor het bepalen van de gezinsgrootte.
Plaatsing in een pleeggezin
- Het kind dat geplaatst is in een pleeggezin, wordt voor de berekening van de sociale toeslag en de gezinsgrootte enkel en volledig in het pleeggezin meegeteld, ongeacht of het om een perspectiefbiedende of een niet-perspectiefbiedende (perspectiefzoekend) pleegplaatsing gaat.
2. Praktische voorbeelden
Hieronder worden een aantal situaties uiteengezet waarin de hierboven opgesomde algemene principes worden toegepast.
2.1. Het kind voor wie de persoon waarvoor de gezinsgrootte moet bepaald worden de bijslagtrekkende/begunstigde is
In onderstaande voorbeelden gaan we steeds uit van volgende situatie op 01.01.2019:
- Annelies en Boris zijn gescheiden
- Ze hebben samen 3 kinderen: Vlad, Anna en Joeri.
Elk voorbeeld beschrijft een variant op de vertreksituatie.
Voorbeeld 1
Vlad en Anna zijn gedomicilieerd bij Boris en Joeri is gedomicilieerd bij Annelies. Annelies is echter wettelijke bijslagtrekkende voor de drie kinderen omdat Boris de kinderbijslag nooit heeft opgeëist. Alle drie de kinderen worden opgevoed in co-ouderschap met gelijkmatig verdeelde huisvesting.
|
Voor de 3 kinderen |
Kern |
Bijslagtrekkende: Annelies |
Betaling basisbedrag aan |
Annelies |
Inkomstenkern |
Annelies |
Gezinsgrootte |
3 kinderen |
Betaling sociale toeslag |
100% aan Annelies |
De kinderen zullen nooit meetellen om de gezinsgrootte te bepalen in het gezin van Boris aangezien hij geen bijslagtrekkende is. Waar de kinderen gedomicilieerd zijn en of ze al dan niet in gelijkmatig verdeelde huisvesting worden opgevoed speelt hierbij geen rol.
Voorbeeld 2
Zelfde situatie als voorbeeld 1 maar Boris heeft de kinderbijslag in 2018 wel opgeëist voor Vlad en Anna die bij hem gedomicilieerd zijn. Voor deze kinderen is hij dus bijslagtrekkende.
|
Voor Vlad en Anna |
Voor Joeri |
Kern |
Bijslagtrekkende: Boris |
Bijslagtrekkende: Annelies |
Betaling basisbedrag aan |
Boris |
Annelies |
Inkomstenkern |
Boris |
Annelies |
Gezinsgrootte |
2 kinderen |
1 kind |
Betaling sociale toeslag |
100% aan Boris |
100% aan Annelies |
Voorbeeld 3
Zelfde situatie als voorbeeld 2 maar op 18.02.2019 verhuist Anna naar het gezin van haar moeder Annelies. Hierdoor dient er vanaf 01.03.2019 een begunstigdenkern aangemaakt te worden bestaande uit Annelies en Boris voor de 3 kinderen.
Vanaf 01.03.2019 krijgen we dan volgende situatie:
|
Voor de 3 kinderen |
Kern |
Begunstigden beide ouders, Annelies en Boris |
Betaling basisbedrag aan |
Keuze of bij gebrek de jongste |
Inkomstenkern |
|
Gezinsgrootte |
|
Sociale toeslag |
|
Omdat zowel Annelies als Boris begunstigden zijn voor hun 3 kinderen, en deze in gelijkmatig verdeelde huisvesting opvoeden, tellen ze alle drie mee voor het bepalen van de gezinsgrootte bij beide ouders.
Voorbeeld 4
Zelfde situatie als voorbeeld 3 maar, zoals bepaald bij vonnis, ligt het zwaartepunt van verblijf voor alle drie de kinderen bij Annelies.
Vanaf 01.03.2019 krijgen we dan volgende situatie:
|
Voor de 3 kinderen |
Kern |
Begunstigden beide ouders, Annelies en Boris |
Betaling basisbedrag aan |
Keuze of bij gebrek de jongste |
Inkomstenkern |
Annelies – huisvesting 100% Boris – huisvesting 0% |
Gezinsgrootte |
|
Betaling sociale toeslag |
100% aan Annelies |
Aangezien beide ouders begunstigden zijn voor hun drie kinderen tellen deze enkel mee voor de gezinsgrootte van de ouder als ze ook effectief voor minstens de helft in het gezin van deze ouder verblijven. Het domicilie van het kind speelt hierbij geen rol.
Voorbeeld 5
Zelfde situatie als voorbeeld 3 maar het zwaartepunt van verblijf (bepaald bij vonnis) voor Vlad en Anna ligt bij Boris terwijl Joeri in gelijkmatig verdeelde huisvesting wordt opgevoed.
Vanaf 01.03.2019 krijgen we dan volgende situatie:
|
Voor de 3 kinderen |
Kern |
Begunstigden beide ouders, Annelies en Boris |
Betaling basisbedrag aan |
Keuze of bij gebrek de jongste |
Inkomstenkern |
|
Gezinsgrootte |
|
Betaling sociale toeslag |
|
Voorbeeld 6
In dit voorbeeld keren we terug naar de situatie uit voorbeeld 2: Boris heeft de kinderbijslag in 2018 wel opgeëist voor Vlad en Anna die bij hem gedomicilieerd zijn. Voor deze kinderen is hij dus wettelijke bijslagtrekkende. Annelies was ook reeds bijslagtrekkende voor Jonas, een kind uit een vorige relatie. Annelies voedt Jonas op in co-ouderschap met de vader.
|
Voor Vlad en Anna |
Voor Joeri en Jonas |
Kern |
Bijslagtrekkende: Boris |
Bijslagtrekkende: Annelies |
Betaling basisbedrag aan |
Boris |
Annelies |
Inkomstenkern |
Boris |
Annelies |
Gezinsgrootte |
2 kinderen |
2 kinderen |
Betaling sociale toeslag |
100% aan Boris |
100% aan Annelies |
Alle kinderen waarvoor een persoon bijslagtrekkende is, tellen mee voor het bepalen van de gezinsgrootte van deze bijslagtrekkende. Dus ook indien er in verschillende dossiers aan dezelfde bijslagtrekkende wordt betaald5 .
Voorbeeld 7
Zelfde situatie als voorbeeld 6 maar op 03.03.2019 komt Lea, het nichtje van Annelies bij haar wonen. Zij wordt dan vanaf 01.04.2019 begunstigde voor haar nichtje Lea.
Situatie vanaf 01.04.2019:
|
Voor Joeri en Jonas |
Voor Lea |
Kern |
Bijslagtrekkende: Annelies |
Begunstigde: Annelies |
Betaling basisbedrag aan |
Annelies |
Annelies |
Inkomstenkern |
Annelies |
Annelies |
Gezinsgrootte |
3 kinderen |
3 kinderen |
Betaling sociale toeslag |
100% aan Annelies |
100% aan Annelies |
Voor Vlad en Anna wijzigt de situatie niet (zie tabel in voorbeeld 6).
Voorbeeld 8
Dit voorbeeld is een combinatie van verschillende situaties uit de vorige voorbeelden:
Boris heeft de kinderbijslag in 2018 opgeëist voor Vlad en Anna en Annelies is bijslagtrekkende voor Joeri en Jonas, een zoon uit een vorige relatie die zij in co-ouderschap opvoedt met de vader.
Anna is op 18.02.2019 verhuisd naar het gezin van haar moeder Annelies. Hierdoor dient er vanaf 01.03.2019 een begunstigdenkern te worden aangemaakt bestaande uit Annelies en Boris voor hun drie gemeenschappelijke kinderen. Het zwaartepunt van verblijf (zoals bepaald bij vonnis) voor Vlad en Anna ligt bij Boris en Joeri wordt in gelijkmatig verdeelde huisvesting opgevoed. Op 03.03.2019 komt Lea, het minderjarige nichtje van Annelies, bij haar inwonen.
Voor de situatie tot 28.02.2019: zie tabel bij voorbeeld 6.
Voor de situatie vanaf 01.03.2019:
|
Voor Vlad, Anna en Joeri |
Voor Jonas |
Kern |
Begunstigden beide ouders, Annelies en Boris |
Bijslagtrekkende: Annelies |
Betaling basisbedrag aan |
Keuze of bij gebrek de jongste |
Annelies |
Inkomstenkern |
|
Annelies |
Gezinsgrootte |
|
2 kinderen |
Betaling sociale toeslag |
|
100% aan Annelies |
Voor Lea, die op 03.03.2019 in het gezin van Annelies komt wonen, wijzigt er over de maand maart niets op het vlak van bijslagtrekkende/begunstigde. De wijziging van begunstigde doet zich pas voor op 01.04.2019.
Voor de situatie vanaf 01.04.2019:
|
Voor Vlad, Anna en Joeri |
Voor Jonas |
Voor Lea |
Kern |
Begunstigden beide ouders, Annelies en Boris |
Bijslagtrekkende: Annelies |
Begunstigde: Annelies |
Betaling basisbedrag aan |
Keuze of bij gebrek de jongste |
Annelies |
Annelies |
Inkomstenkern |
|
Annelies |
Annelies |
Gezinsgrootte |
|
3 kinderen |
3 kinderen |
Betaling sociale toeslag |
|
100% aan Annelies |
100% aan Annelies |
2.2. Het kind voor wie de toeslagpartner6 van de persoon voor wie de gezinsgrootte moet bepaald worden, bijslagtrekkende/begunstigde is.
In onderstaande voorbeelden gaan we steeds uit van volgende situatie op 01.01.2019:
- Johanna en Lowie zijn gescheiden
- Ze hebben samen 2 kinderen: Lucy en Tess.
Elk voorbeeld beschrijft een variant op de vertreksituatie.
Voorbeeld 1
Johanna woont samen met haar nieuwe partner Carlos en is bijslagtrekkende voor Lucy en Tess die bij hen inwonen. Carlos heeft zelf ook nog twee kinderen, Otto en Rania uit een vorige relatie waarvoor zijn ex-partner Isolde bijslagtrekkende is. Otto woont in bij zijn vader Carlos en Johanna, terwijl zijn zus Rania bij haar moeder Isolde woont.
Lowie en zijn nieuwe partner Alex wonen samen met Roos, de dochter van Alex, waarvoor zijn ex-partner Maaike bijslagtrekkende is.
Situatie op 01.01.2019:
|
Voor Lucy en Tess |
Voor Otto en Rania |
Voor Roos |
Kern |
Bijslagtrekkende: Johanna |
Bijslagtrekkende: Isolde |
Bijslagtrekkende: Maaike |
Betaling basisbedrag aan |
Johanna |
Isolde |
Maaike |
Inkomstenkern |
Johanna en Carlos |
Isolde |
Maaike |
Gezinsgrootte |
2 kinderen |
2 kinderen |
1 kind |
Betaling sociale toeslag |
100% aan Johanna |
100% aan Isolde |
100% aan Maaike |
Voorbeeld 2
Op 05.01.2020 vraagt Carlos om de begunstigdenregeling toe te passen en hij overhandigt eveneens een vonnis waaruit blijkt dat het zwaartepunt van verblijf voor Otto in het gezin van Carlos is. Rania wordt wel opgevoed in gelijkmatig verdeelde huisvesting.
Situatie vanaf 01.02.2020:
|
Voor Lucy en Tess |
Voor Otto en Rania |
Voor Roos |
Kern |
Bijslagtrekkende: Johanna |
Begunstigden beide ouders, Isolde en Carlos |
Bijslagtrekkende: Maaike |
Betaling basisbedrag aan |
Johanna |
Keuze of bij gebrek de jongste |
Maaike |
Inkomstenkern |
Johanna en Carlos |
|
Maaike |
Gezinsgrootte |
4 kinderen (Lucy en Tess + Rania en Otto) |
|
1 kind |
Betaling sociale toeslag |
100% aan Johanna |
|
100% aan Maaike |
Voorbeeld 3
Roos verhuist op 19.04.2020 naar het gezin van haar vader Alex en op 21.04.2020 vraagt Lowie om de begunstigdenregeling toe te passen voor Lucy en Tess die hij in gelijkmatig verdeelde huisvesting opvoedt met Johanna.
Situatie vanaf 01.05.2020:
|
Voor Lucy en Tess |
Voor Otto en Rania |
Voor Roos |
Kern |
Begunstigden beide ouders, Johanna en Lowie |
Begunstigden beide ouders, Isolde en Carlos |
Begunstigden beide ouders, Maaike en Alex |
Betaling basisbedrag aan |
Keuze of bij gebrek de jongste |
Keuze of bij gebrek de jongste |
Keuze of bij gebrek de jongste |
Inkomstenkern |
|
|
|
Gezinsgrootte |
|
|
|
Betaling sociale toeslag |
|
|
|
2.3. Een kind dat bijslagtrekkende/begunstigde is voor zichzelf en dat één van zijn ouders aanwijst als begunstigde
Volgende voorbeelden gaan steeds uit van volgende vertreksituatie op 01.01.2019:
- Ali en Katrien hebben 3 kinderen: Farrah, Yanis en Adam.
- Farrah is gehuwd met Ismail en zij wonen in bij Ali en Katrien.
Voorbeeld 1
Katrien is bijslagtrekkende voor haar 3 kinderen, Farrah, Yanis en Adam. Farrah huwde op 17.06.2018 met Ismail maar duidde onmiddellijk haar moeder aan als bijslagtrekkende.
Situatie vanaf 01.01.2019:
|
Voor de 3 kinderen |
Kern |
Bijslagtrekkende: Katrien |
Betaling basisbedrag aan |
Katrien |
Inkomstenkern |
Katrien en Ali |
Gezinsgrootte |
3 kinderen |
Betaling sociale toeslag |
100% aan Katrien |
Aangezien Farrah gehuwd is maar haar moeder aanduidde als bijslagtrekkende en zij inwoont bij haar ouders, telt zij voor het bepalen van de gezinsgrootte mee in het gezin van haar ouders.
Voorbeeld 2
Zelfde situatie als voorbeeld 1 maar op 03.05.2019 laat Farrah de uitbetalingsactor weten dat ze voortaan zelf haar Groeipakket wil ontvangen.
Situatie vanaf 01.06.2019:
|
Voor Yanis en Adam |
Voor Farrah |
Kern |
Bijslagtrekkende: Katrien |
Begunstigde: Farrah |
Betaling basisbedrag aan |
Katrien |
Farrah |
Inkomstenkern |
Katrien en Ali |
Farrah en Ismail |
Gezinsgrootte |
2 kinderen |
1 kind |
Betaling sociale toeslag |
100% aan Katrien |
100% aan Farrah |
De vraag van Farrah om zelf haar Groeipakket te ontvangen heeft tot gevolg dat zij zelf begunstigde wordt. Aangezien ze echter nog steeds in het gezin van haar ouders woont zal de bijslagtrekkendekern voor Yanis en Adam niet dienen overgeschakeld te worden naar een begunstigdenkern. De situatie is namelijk niet opgesomd in bijlage 1 bij toelichtingsnota 7. Omdat Farrah haar eigen begunstigde wordt en zij niet tot de inkomstenkern van haar moeder Katrien behoort, zullen haar broers niet meetellen voor het bepalen van haar gezinsgrootte en omgekeerd zal zij niet meetellen in de gezinsgrootte van haar ouders.
Opmerking: Indien Ismail, de echtgenoot van Farrah, zelf nog rechtgevend is op gezinsbijslagen, zal hij niet deel uitmaken van de inkomstenkern rond Farrah (Artikel 3, §4, 9° BVR Sociale toeslagen).
Voorbeeld 3
Voortgaand op voorbeeld 2 en op 18.06.2019 verlaat Yanis (18 jaar) het gezin van zijn ouders om alleen te gaan wonen. Hij duidt wel onmiddellijk zijn ouders aan als begunstigden.
Situatie vanaf 01.07.2019:
|
Voor Yanis en Adam |
Voor Farrah |
Kern |
Begunstigden: Katrien en Ali |
Begunstigde: Farrah |
Betaling basisbedrag aan |
Keuze of bij gebrek de jongste |
Farrah |
Inkomstenkern |
Katrien en Ali |
Farrah en Ismail |
Gezinsgrootte |
1 kind (voor het bepalen van de sociale toeslag voor zowel Yanis als Adam) |
1 kind |
Betaling sociale toeslag |
Keuze of bij gebrek de jongste |
100% aan Farrah |
Omdat Yanis niet in het gezin van zijn ouders woont, telt hij niet mee voor het bepalen van de gezinsgrootte van het gezin van zijn ouders en omgekeerd zal zijn broer die wel nog inwoont bij de ouders niet meetellen voor het bepalen van de gezinsgrootte voor de sociale toeslag waarop Yanis mogelijks recht heeft.
2.4. Verschillende rechtgevende kinderen, die wegens een apart domicilie, bijslagtrekkende/begunstigde zijn voor zichzelf, wonen samen
Voorbeeld
Becca gaat op 10.02.2019 samenwonen in een huurwoning met haar vriendin Jasmien. Ze zijn allebei 20 jaar oud en studeren aan de UGent. Beiden zijn gerechtigd op gezinsbijslagen en zijn hun eigen begunstigde. Hun zoontje Brecht wort op 12.12.2020 geboren. Op dat moment zijn zij beiden nog steeds gerechtigd op gezinsbijslagen.
Situatie vanaf 01.03.2019:
|
Voor Becca |
Voor Jasmien |
Kern |
Begunstigde: Becca |
Begunstigde: Jasmien |
Betaling basisbedrag aan |
Becca |
Jasmien |
Inkomstenkern |
Becca |
Jasmien |
Gezinsgrootte |
1 kind |
1 kind |
Betaling sociale toeslag |
100% aan Becca |
100% aan Jasmien |
Situatie vanaf 01.12.2020:
|
Voor Becca |
Voor Jasmien |
Voor Brecht |
Kern |
Begunstigde: Becca |
Begunstigde: Jasmien |
Begunstigden: Becca en Jasmien |
Betaling basisbedrag aan |
Becca |
Jasmien |
Keuze of bij gebrek de jongste |
Inkomstenkern |
Becca en Jasmien |
Jasmien en Becca |
Becca en Jasmien |
Gezinsgrootte |
3 kinderen |
3 kinderen |
3 kinderen |
Betaling sociale toeslag |
100% aan Becca |
100% aan Jasmien |
Keuze of bij gebrek de jongste |
Aangezien Becca en Jasmien beiden gerechtigd zijn op gezinsbijslagen, tellen ze niet mee om elkaars gezinsgrootte te bepalen. Pas wanneer ze samen een kind hebben of samen een gezinswoning kopen of bouwen, zullen ze aanzien worden als een feitelijk gezin, met als gevolg dat zij samen een inkomstenkern vormen en dus ook meetellen voor het bepalen van elkaars gezinsgrootte.
2.5. Geplaatste kinderen
Voorbeeld 1
Amadeo wordt op 04.04.2019 geplaatst in een instelling vanuit het gezin van zijn ouders Koen en Freya. In het gezin van de ouders verblijven nog drie andere kinderen: Milan, Jessie en Amaria. Freya is voor alle 4 de kinderen de bijslagtrekkende. Het plaatsingsbericht vermeldt dat het 1/3de dient betaald te worden aan de bijslagtrekkende/begunstigde voor de plaatsing.
Situatie vanaf 01.05.2019:
|
Voor Amadeo, Milan, Jessie en Amaria |
Kern |
Begunstigden: Koen en Freya |
Betaling basisbedrag aan |
|
Inkomstenkern |
Koen en Freya |
Gezinsgrootte |
4 kinderen |
Betaling sociale toeslag |
|
Aangezien het plaatsingsbericht niet specifiek een persoon vermeldt aan wie betaald moet worden, wordt de vermelding “aan de bijslagtrekkende/begunstigde voor de plaatsing” aanzien als een betaling aan de begunstigdenkern die dient aangemaakt te worden naar aanleiding van de plaatsing van het kind.
Voorbeeld 2
Zohra en Rachid verblijven bij hun alleenstaande grootmoeder, Lateefa, die begunstigde is voor hen beiden. Op 10.06.2019 wordt Zohra geplaatst in een instelling en het plaatsingsbericht vermeldt dat het 1/3de toekomt aan Sarah, de moeder van Zohra en Rachid.
Situatie vanaf 01.07.2019:
|
Voor Zohra en Rachid |
Kern |
Begunstigde: Lateefa |
Betaling basisbedrag aan |
|
Inkomstenkern |
Lateefa |
Gezinsgrootte |
2 kinderen |
Betaling sociale toeslag |
|
Zoals bepaald in artikel 18 Groeipakketdecreet wordt het geplaatste kind voor de berekening van de sociale toeslag en de gezinsgrootte volledig meegeteld in het gezin waar het verbleef voor de plaatsing. De grootmoeder Lateefa blijft daarom begunstigde voor beide kinderen maar omdat het plaatsingsbericht vermeldt dat het 1/3de aan de moeder toekomt, dient zij dit bedrag te ontvangen via het principe van de sommendelegatie.
Voorbeeld 3
Zelfde situatie als voorbeeld 2 maar het plaatsingsbericht bepaalt dat het 1/3de op een spaarrekening op naam van het kind moet worden uitbetaald.
|
Voor Zohra |
Voor Rachid |
Kern |
Begunstigde: Zohra |
Begunstigde: Lateefa |
Betaling basisbedrag aan |
1/3de op spaarrekening, 2/3de aan de instelling |
Lateefa |
Inkomstenkern |
Zohra |
Lateefa |
Gezinsgrootte |
1 kind |
1 kind |
Betaling sociale toeslag |
1/3de op spaarrekening, 2/3de aan de instelling |
100% aan Lateefa |
Voorbeeld 4
William en Kate hebben 2 kinderen: Louise en Charlotte. Op 22.01.2020 wordt Charlotte geplaatst in het pleeggezin van Max en Fred die zelf ook nog 2 adoptiekinderen hebben, Olaf en Lina, waarvoor Max bijslagtrekkende is. Het gaat om een perspectiefzoekende plaatsing.
Situatie vanaf 01.02.2020:
|
Voor Louise |
Voor Olaf, Lina en Charlotte |
Kern |
Begunstigden: William en Kate |
Begunstigden: Max en Fred |
Betaling basisbedrag aan |
Keuze of bij gebrek de jongste |
Keuze of bij gebrek de jongste |
Inkomstenkern |
William en Kate |
Max en Fred |
Gezinsgrootte |
1 kind |
3 kinderen |
Betaling sociale toeslag |
Keuze of bij gebrek de jongste |
Keuze of bij gebrek de jongste |
Opmerking: William en Kate ontvangen nog een pleegzorgtoeslag omdat de pleegplaatsing van Charlotte perspectiefzoekend (niet-perspectiefbiedend) is.
- 1Met de toeslagpartner wordt de persoon bedoeld die samen met de bijslagtrekkende of de begunstigde de inkomstenkern voor het kind vormt.
- 2Een kind kan een bloed- of aanverwante in de eerste graad aanwijzen, dus ook stiefouders of eventueel schoonouders.
- 3Als ze samen een kind opvoeden of samen de gezinswoning hebben gekocht of gebouwd, tellen ze echter wel mee om elkaars gezinsgrootte te bepalen.
- 4Bijvoorbeeld: de moeder vormt samen met de vader de begunstigdenkern. De moeder overlijdt en het kind wordt in een instelling geplaatst. De vader blijft verder de begunstigde voor het geplaatste kind. De inkomstenkern voor de sociale toeslag tijdens de plaatsing wordt dan gevormd door de vader en desgevallend met de (huwelijks)partner met wie hij een feitelijk gezin vormt. Indien de inkomsten het toegelaten grensbedrag niet overschrijden kan zowel (halve) wezentoeslag als sociale toeslag betaald worden.
- 5Dit geldt tot zolang deze dossiers nog niet werden samengevoegd.
- 6Met de toeslagpartner wordt de persoon bedoeld die samen met de bijslagtrekkende of de begunstigde de inkomstenkern voor het kind vormt.