Kruimelpad
Artikel 13 BVR Zorgtoeslag
Tekst
§1. De evaluerende arts verzamelt de nodige medische informatie of sociale en andere verslagen om de gevolgen vast te stellen van de aandoening waaruit de specifieke ondersteuningsbehoefte voortvloeit.
De evaluerende arts houdt bij de vaststelling, vermeld in het eerste lid, naast zijn eigen medische vaststellingen, rekening met de medische, sociale en andere verslagen die zijn bezorgd. Daarnaast baseert de evaluerende arts zich op gesprekken met het kind en met de personen die de toestand van het kind kennen.
Als de begunstigde of begunstigden de gevraagde documenten of informatie niet bezorgen binnen dertig dagen na ontvangst van het inlichtingenformulier stuurt de evaluerende arts een herinnering.
§2. Het agentschap Opgroeien regie stuurt aan de begunstigde of de begunstigden een uitnodiging om de gevolgen van de aandoening waaruit de specifieke ondersteuningsbehoefte voortvloeit, te laten vaststellen door een evaluerende arts. Als geen gevolg gegeven wordt aan de uitnodiging, wordt een tweede oproeping gestuurd. Als ook aan de tweede oproeping geen gevolg wordt gegeven, doet de evaluerende arts zijn vaststelling alleen op basis van de beschikbare documenten.
Als de evaluerende arts niet over voldoende elementen beschikt om in het dossier een vaststelling te kunnen doen, deelt hij dat mee aan het agentschap Opgroeien regie. Op basis van die informatie deelt de uitbetalingsactor aan de begunstigde of begunstigden de beslissing mee dat ze geen recht hebben op de zorgtoeslag voor kinderen met een specifieke ondersteuningsbehoefte.
Als het kind zich om medische redenen niet kan verplaatsen wordt het onderzoek ter plaatse verricht.
De begunstigde of begunstigden voor het kind en het kind zelf kunnen zich bij de onderzoeken, vermeld in dit artikel, laten bijstaan door een vertrouwenspersoon, conform in de wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patiënt.
Historiek
Besluit van de Vlaamse Regering van 12 maart 2021 tot wijziging van diverse besluiten over welzijn, volksgezondheid en gezin naar aanleiding van de integratie van de agentschappen Kind en Gezin en Jongerenwelzijn in het kader van het geïntegreerd gezinsbeleid en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 22 maart 2013 wat betreft het opstellen van het verslag van de kandidaat-adoptanten, dienstig voor het herkomstland, vermeld in artikel 15 van het Haags Adoptieverdrag (B.S. 25.06.2021) - hoofdstuk 40 - artikel 478 - inwerkingtreding 18.04.2019
In artikel 13, §2, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het eerste lid worden de woorden “Kind en Gezin” vervangen door de woorden “Het agentschap Opgroeien regie”;
2° in het tweede lid worden de woorden “Kind en Gezin” vervangen door de woorden “het agentschap Opgroeien regie”.