Kruimelpad
Artikel 15 BVR Zorgtoeslag
Tekst
Dit artikel werd gewijzigd door artikel 4 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 27 januari 2023 tot uitvoering van artikel 23 van het decreet van 1 juli 2022 tot wijziging van artikel 5 van het decreet van 30 april 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Opgroeien regie, tot wijziging van het Groeipakketdecreet van 2018 en tot uitlegging van artikel 8 van het Groeipakketdecreet van 2018 en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 29 juni 2018 houdende nadere regels betreffende de aanwijzing van de begunstigden van de gezinsbijslagen en de uitbetaling van de toelagen in het kader van het gezinsbeleid en het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2018 betreffende de nadere regels voor het verkrijgen van een zorgtoeslag (B.S. 08.05.2023)
“In afwijking van artikel 13 verricht de evaluerend arts in de volgende situaties de evaluatie alleen op grond van de bezorgde informatie:
- als de evaluerend arts in samenspraak met het agentschap Opgroeien regie van oordeel is dat hij met de bezorgde informatie over voldoende informatie beschikt om een gefundeerde beslissing te nemen. In dat geval geeft de evaluerend arts de aanvragers van de zorgtoeslag de nodige toelichting bij zijn evaluatie en is hun uitdrukkelijke akkoord vereist;
- als de evaluerend arts van oordeel is dat hij over voldoende informatie beschikt om een gefundeerde beslissing te nemen en de aandoening waaruit de specifieke ondersteuningsbehoefte voortvloeit, de levensprognose van het kind op korte termijn bedreigt. In dit geval moet bijkomend aan een van de volgende voorwaarden zijn voldaan:
a) de zware behandeling heeft gevolgen voor de immuniteit;
b) er is een belangrijke chirurgische ingreep of een ongeval;
c) er is een ziekenhuisopname of posttraumatische revalidatie in een instelling gedurende minstens zes maanden;
d) het kind krijgt palliatieve verzorging.”;
De bijzondere procedure, vermeld in het eerste lid, 2°, is alleen mogelijk als de begunstigden zich er niet tegen verzet hebben in het inlichtingenformulier.
De minister kan de mogelijkheid om een beslissing te nemen op basis van stukken, ook uitbreiden tot andere gevallen. De minister somt daarbij de criteria op die van toepassing zijn bij deze beoordeling op basis van stukken en bepaalt hoe lang deze mogelijkheid kan gebruikt worden, beperkt in de tijd.
Historiek
Besluit van de Vlaamse Regering van 28 januari 2022 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2018 betreffende de nadere regels voor het verkrijgen van een zorgtoeslag, wat betreft de procedure om de gevolgen van de aandoening waaruit een specifieke zorgbehoefte voortvloeit vast te stellen (B.S. 05.05.2022) - artikel 14 – inwerkingtreding 01.01.2022
In artikel 15 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° het eerste lid wordt vervangen door wat volgt:
“In afwijking van artikel 13 verricht de evaluerend arts in de volgende situaties de evaluatie alleen op grond van de bezorgde informatie:
- als de evaluerend arts in samenspraak met het agentschap Opgroeien regie van oordeel is dat hij met de bezorgde informatie over voldoende informatie beschikt om een gefundeerde beslissing te nemen. In dat geval geeft de evaluerend arts de aanvragers van de zorgtoeslag de nodige toelichting bij zijn evaluatie en is hun uitdrukkelijke akkoord vereist;
- als de evaluerend arts van oordeel is dat hij over voldoende informatie beschikt om een gefundeerde beslissing te nemen en de aandoening waaruit de specifieke ondersteuningsbehoefte voortvloeit, de levensprognose van het kind op korte termijn bedreigt. In dit geval moet bijkomend aan een van de volgende voorwaarden zijn voldaan:
a) de zware behandeling heeft gevolgen voor de immuniteit;
b) er is een belangrijke chirurgische ingreep of een ongeval;
c) er is een ziekenhuisopname of posttraumatische revalidatie in een instelling gedurende minstens zes maanden;
d) het kind krijgt palliatieve verzorging.”;
2° het tweede en het derde lid worden opgeheven;
3° in het bestaande vierde lid, dat het tweede lid wordt, worden de woorden “vermeld in het eerste lid” vervangen door de zinsnede “vermeld in het eerste lid, 2°” en worden de woorden “als de begunstigde of begunstigden” vervangen door de woorden “als de begunstigden”.