Geef een zoekwoord in, en selecteer indien gewenst een filter.
Indien je zoekterm bestaat uit meerdere woorden, zet je deze tussen aanhalingstekens (“). Op meerdere termen tegelijk zoeken, kan door het gebruik van een komma.

Toelichtingsnota 1 van 16 april 2024 - Omkering van de rangen (actualisering)

     

    Bijlage - stroomschema - klik hier

    Inhoudstafel

    In de toelichtingsnota worden voorbeeldbedragen gebruikt louter om het systeem van de omkering van de rangen te verduidelijken. Dit om te vermijden dat de nota dient aangepast te worden bij elke indexverhoging. Bij de praktische toepassing dienen uiteraard steeds de bedragen volgens de geldende index te worden betaald.

    Deze nota legt uit hoe de omkering van de rangen dient toegepast te worden rond de bijslagtrekkende.  De omkering van de rangen dient volgens het decreet te gebeuren rond de bijslagtrekkende, zelfs als die op 31 december 2018 de kinderbijslag ontving vanuit verschillende rechthebbendendossiers.

    Om praktische redenen werd er echter voor geopteerd om bij de migratie van de dossiers van de Algemene Kinderbijslagwet (AKBW) naar het Groeipakket op 31 december 2018 deze omkering per bijslagtrekkende in het dossier van de rechthebbende toe te passen: indien er meerdere bijslagtrekkenden in het dossier van de rechthebbende waren, dan gebeurde de omkering rond elke bijslagtrekkende afzonderlijk.

    Deze werkwijze bij de migratie heeft tot gevolg dat wanneer de bijslagtrekkende op 31 december 2018 de kinderbijslag ontving vanuit meerdere rechthebbendendossiers deze dossiers na de migratie in de loop van het eerste semester van 2019 moesten worden samengevoegd in het dossier waarin de bijslagtrekkende de kinderbijslag ontving voor het oudste rechtgevend kind (cfr Toelichtingsnota 5). 

    Bij deze samenvoeging werd de omkering van de rangen met terugwerkende kracht tot 1 januari 2019 toegepast. Deze eenmalige aanpassing is toegelicht in Toelichtingsnota 5.

    Bij alle hierna toegelichte situaties dient u er dus vanuit te gaan dat de bijslagtrekkende/begunstigde de kinderbijslag ontvangt vanuit één enkel dossier.

     

    1. Context

    Artikel 210, § 1 van het Groeipakketdecreet bepaalt dat kinderen die op 31 december 2018 om 23u59, recht geven op kinderbijslag op grond van de kinderbijslagreglementering (AKBW of gewaarborgde gezinsbijslag) en die voldoen aan de toepassingsvoorwaarden van de gezinsbijslagen, bedoeld in artikel 8 van het Groeipakketdecreet (waardoor ze zich bijgevolg kwalificeren als rechtgevend kind), vanaf 1 januari 2019, recht blijven geven op kinderbijslag aan de bedragen van de AKBW en dit, in beginsel, totdat deze kinderen niet langer voldoen aan de toepassingsvoorwaarden van de gezinsbijslagen, bedoeld in artikel 8 en uitstromen uit de gezinsbijslagen.

    Om recht te blijven geven op de bedragen van de AKBW zijn er drie cumulatieve voorwaarden:

    1. Het kind is geboren vóór 1 januari 2019.

    2. Ten aanzien van dit kind is op 31 december 2018 een recht geopend op kinderbijslag op grond van de (toenmalige) toepassingsvoorwaarden van de kinderbijslagreglementering.



    3. En het gaat om een “rechtgevend kind”, dat voldoet aan de toepassingsvoorwaarden, bedoeld in artikel 8 van het Groeipakketdecreet.

    Met “recht geopend” op basis van de kinderbijslagreglementering op 31 december 2018 wordt bedoeld dat op 31 december 2018 ten aanzien van het kind de toepassingsvoorwaarden van de kinderbijslagreglementering zijn vervuld, m.a.w. een statuut hebben in de zin van het artikel 62 of 63 AKBW.  De schorsing van de betaling omwille van bijvoorbeeld de uitoefening van een niet-toegelaten winstgevende activiteit of omdat in het buitenland een hoger bedrag verschuldigd is, doet daaraan geen afbreuk1 .

    Onder de toepassing van artikel 210, § 1 worden ook de kinderen inbegrepen die geboren zijn vóór 1 januari 2019 en voor wie, op grond van hun woonplaats (domicilie of bij gebrek daaraan hun feitelijke verblijfplaats) in het Franse of Duitse taalgebied of in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, een recht op kinderbijslag is geopend op 31 december 2018 overeenkomstig de kinderbijslagreglementering, en die na de inwerkingtreding van het decreet (vanaf 1 januari 2019 of op een later tijdstip) verhuizen naar het Nederlandse taalgebied (en dus voldoen aan de toepassingsvoorwaarden van de gezinsbijslagen, bedoeld in artikel 8). Ze vallen dus onder het overgangsregime, waarbij ze recht blijven geven op de kinderbijslag, waarop ze op grond van de (Belgische) kinderbijslagreglementering recht hadden.

     

    2. Vaststelling van het bedrag van de kinderbijslag - Omkering van de rangen

    Om voor kinderen in de overgangsmaatregelen het bedrag te bepalen waarop zij recht geven vanaf 1 januari 2019, moet de omkering van de rangen worden toegepast. Met “kinderen in de overgangsmaatregelen”, bedoelen we kinderen voor wie het recht op kinderbijslag op 31 december 2018 geopend was volgens de AKBW of die op 31/12/18 recht gaven op de gewaarborgde gezinsbijslag.

     

    2.1. Principes

    De omkering van de rangen houdt in dat binnen de groepering rond de bijslagtrekkende op 31 december 2018 het laagste bedrag (= bedrag laag) gekoppeld wordt aan het jongste kind binnen de groep, het tweede laagste bedrag (= bedrag midden) aan het tweede jongste kind en het hoogste bedrag (= bedrag hoog) aan de derde jongste en oudere kinderen in de groepering.

    De omkering van de rangen gebeurt concreet:

    • op basis van de groepering volgens artikel 42 AKBW op 31 december 2018;
    • per bijslagtrekkende in het dossier van de rechthebbende: indien er op 31/12/18 meerdere bijslagtrekkenden in het dossier van de rechthebbende waren, dan gebeurde de omkering op 01/01/19 rond elke bijslagtrekkende afzonderlijk;
    • indien eenzelfde bijslagtrekkende op 31/12/18 in meerdere rechthebbendendossiers  voorkwam, dan gebeurde de omkering op 01/01/19 initieel per dossier voor die bijslagtrekkende 2 .

    Deze toestand rond de bijslagtrekkende op 31 december 2018 is eveneens van toepassing als de omgekeerde rang pas uitwerking krijgt na 1 januari 2019, bijvoorbeeld omdat het kind op 1 januari 2019 recht had op kinderbijslag in een andere deelentiteit en pas later intreedt in het Groeipakket.

    De omkering van de rangen geldt enkel voor het basisbedrag van de kinderbijslag (cfr art 40 AKBW), niet voor de leeftijdsbijslag, de sociale toeslag noch de verhoogde wezenbijslag. De sociale toeslag is vanaf 1 januari 2019 niet langer gekoppeld aan de rang van het kind maar aan het bedrag van de kinderbijslag voor dat kind (cfr. artikel 222 van het Groeipakketdecreet) waardoor de omkering van de rang ook een aanpassing van de bedragen van de sociale toeslag meebrengt.

    De toepassing van de leeftijdsbijslag wordt in Toelichtingsnota 5 uitgelegd.

    Voorbeeld

    De moeder is bijslagtrekkende voor 2 kinderen: Billie 13 jaar en Bob 7 jaar. Zij heeft recht op de sociale toeslag 42bis.

     

    December 2018

    Januari 2019 (met omkering rang)

     

    Billie   13 jaar

    kinderbijslag

    92,09

    170,39

    leeftijdsbijslag

    48,88

    48,88

    sociale toeslag

    46,88

    29,06

     

     

     

     

    Bob     7 jaar

    kinderbijslag

    170,39

    92,09

     

    leeftijdsbijslag

    31,99

    31,99

     

    sociale toeslag

    29,06

    46,88

    Totaal

     

    419,29

    419,29

    Door de omkering van de rangen wordt een vastgeklikt bedrag bepaald voor elk rechtgevend kind.  Zodra de omkering van de rangen is toegepast op alle kinderen binnen de groepering op 31 december 2018 geldt het vastgeklikt bedrag in principe voor de duur van het recht voor dat kind. 

    Als het rechtgevend kind niet langer recht heeft op gezinsbijslag na 1 januari 2019 of als het kind het gezin van zijn bijslagtrekkende of begunstigden verlaat, wordt alleen het bedrag dat vastgeklikt is aan dat rechtgevende kind niet meer toegekend, de overige kinderen behouden hun vastgeklikt bedrag.

    De omgekeerde rang is onmiddellijk opnieuw van toepassing na tijdelijke onderbreking vanaf 1 januari 2019 van het recht:

    • wegens verblijf buiten België;
    • wegens woonplaats in een andere deelentiteit in België;
    • wegens tijdelijk geen statuut van rechtgevend kind.

    Op basis van artikel 226 van het Groeipakketdecreet behouden de geplaatste kinderen voor wie het 1/3de op een spaarrekening betaald wordt, bij ongewijzigde situatie, vanaf 1 januari 2019 het bedrag dat voor hen in december 2018 werd vastgesteld volgens de groepering rond de rechthebbende.  Dit wordt verder toegelicht in de rubriek 5.2.

     

    2.2. Ontstaan, wijziging en einde recht in december 2018

    Ook voor de kinderen geboren in december 2018 wordt het bedrag berekend rekening houdende met de omkering van de rangen.  Het recht op kinderbijslag start immers op de datum van de geboorte.  De vertraging van de begindatum van de betaling op grond van artikel 48 AKBW doet daaraan geen afbreuk.

    Voorbeeld

    De moeder is bijslagtrekkende voor 2 kinderen: David, 6 jaar en Joeri, 4 jaar.  Op 14 december 2018 wordt haar derde kindje Ella geboren.

     

    Betaling December 2018

    Bedragen op 31 december 2018 zonder rekening te houden met de vertraging van de betaling op grond van artikel 48 AKBW 

    Januari 2019

    David       6j 

    92,09

    92,09

    254,40

    Joeri         4j

    170,39

    170,39

    170,39

    Ella          0j              

    Geen ingevolge artikel 48 AKBW

    254,40

    92,09

    De kinderen voor wie het recht ingevolge een gebeurtenis in december 2018 eindigt op 31 december 2018 tellen eveneens mee om het bedrag volgens de omkering van de rangen voor de andere kinderen te berekenen.

    Wanneer de rang en bijslagtrekkende voor het kind in december 2018 verandert met uitwerking op 1 januari 2019 (artikel 48 AKBW), wordt voor de omkering van de rangen rekening gehouden met de uitbetaalde rang voor december 2018 rond de bijslagtrekkende voor december 2018.  Dit neemt niet weg dat deze bedragen volgens de omkering van de rangen vanaf 1 januari 2019 aan de nieuwe bijslagtrekkende dienen te worden uitbetaald.

     

    2.3. Voorbeelden

    Voorbeeld 1

    Het gezin De Smit bestaat op 31 december 2018 uit een gescheiden moeder met twee kinderen van 9 jaar (Billie) en 6 jaar (Bob).

     

    December 2018

    Januari 2019 (omgekeerde rangen)

    Billie   9j

    92,09

    170,39

    Bob     6j

    170,39

    92,09

    Voorbeeld 2

    Het gezin Peeters bestaat op 31 december 2018 uit een getrouwd koppel met drie kinderen van 15 jaar (Anne), 13 jaar (Victor) en 7 jaar (Lisa).

     

    December 2018

    Januari 2019 (omgekeerde rangen

    Anne      15j

    92,09

    254,40

    Victor    13j

    170,39

    170,39

    Lisa         7j

    254,40

    92,09



    Wijziging: vormen van een nieuw samengesteld gezin

    Ook wanneer in 2020 een nieuw samengesteld gezin wordt gevormd tussen moeder De Smit en vader Peeters (bv. na scheiding van het gezin Peeters in 2019), met vijf kinderen Anne, Victor, Billie, Lisa en Bob blijft elk kind recht geven op diezelfde gezinsbijslag, zoals toegekend op grond van het oorspronkelijke gezin en zoals “vastgeklikt” op 31 december 2018.

     

     

    Januari 2019 (vastgeklikt bedrag)

    Na wijziging

    Anne        15j

    254,40

    blijft 254,40

    Victor       13j

    170,39

    blijft 170,39

    Billie         9j

    170,39

    blijft 170,39

    Bob            6j

    92,09

    blijft 92,09

    Lisa            7j

    92,09

    blijft 92,09



    Wijziging: geboorte van een kind in het gezin

    Wanneer in 2021 een kind Ada geboren wordt in het nieuw samengesteld gezin De Smit - Peeters zal Ada recht geven op 169,79  euro kinderbijslag, Anne, Victor, Billie, Lisa en Bob behouden hun vastgeklikt bedrag.

    Voorbeeld 3

    Een nieuw samengesteld gezin moeder Vermeer - vader Maes heeft op 31 december 2018 samen vijf kinderen:

    • Maxim Maes (18 jaar); Lara Maes (16 jaar) en Amina Maes (15 jaar), voor wie vader Maes bijslagtrekkende is;
    • Nora Vermeer (13 jaar) en Senne Vermeer Maes (10 jaar), voor wie moeder Vermeer bijslagtrekkende is.
    Omkering per bijslagtrekkende afzonderlijk

     

    December 2018

    Januari 2019 (omgekeerde rang)

    Bijslagtrekkende vader Maes

    Maxim 18j

    92,09

    254,40

    Lara      16j

    170,39

    170,39

    Amina   15j

    254,40

    92,09

    Bijslagtrekkende moeder Vermeer

    Nora     13j

    254,40

    254,40

    Senne    10j

    254,40

    254,4

    Omkering per bijslagtrekkende afzonderlijk3 .



    Wijziging: feitelijke scheiding

    Wanneer het na 1 januari 2019 tot een breuk komt tussen de partners van het nieuw samengesteld gezin Vermeer - Maes, behouden de respectieve rechtgevende kinderen het vastgeklikt bedrag.

     

    Januari 2019 (vastgeklikt bedrag)

    Bedrag na feitelijke scheiding

    Maxim  18j

    254,40

    blijft 254,40

    Lara      16j

    170,39

    blijft 170,39

    Amina   15j

    92,09

    blijft 92,09

    Nora     13j

    254,40

    blijft 254,40

    Senne    10j

    254,40

    blijft 254,40

    Voorbeeld 4

    Een nieuw samengesteld gezin moeder Janssens - vader Peeters heeft op 31 december 2018 samen 4 kinderen:

    • Maxim Peeters (18 jaar) en Amina Peeters (13 jaar), voor wie vader Peeters bijslagtrekkende is;
    • Nora Janssens (15 jaar) en Senne Janssens (10 jaar), voor wie moeder Janssens bijslagtrekkende is.

     

    December 2018

    Januari 2019 (omgekeerde rang)

    Bijslagtrekkende vader Peeters

    Maxim 18j

    92,09

    254,40

    Amina   13j

    254,40

    92,09

    Bijslagtrekkende moeder Janssens

    Nora     15j

    170,39

    254,40

    Senne    10j

    254,40

    170,39

    Omkering per bijslagtrekkende afzonderlijk.



    Wijziging: feitelijke scheiding

    Wanneer het na 1 januari 2019 tot een breuk komt tussen de partners van het nieuw samengesteld gezin Janssens - Peeters, behouden de respectieve rechtgevende kinderen het vastgeklikt bedrag.

     

    Januari 2019 (vastgeklikt bedrag)

    Bedrag na feitelijke scheiding

    Maxim  18j

    254,40

    blijft 254,40

    Amina   13j

    92,09

    blijft 92,09

    Nora     15j

    254,40

    blijft 254,40

    Senne    10j

    170,39

    blijft 170,39

    Voorbeeld 5

    De bijslagtrekkende ontvangt in december 2018 de kinderbijslag voor 3 kinderen:

    • Nora (18 jaar) gedomicilieerd in Vlaanderen.
    • Senne (16 jaar) gedomicilieerd in Brussel.
    • Maxim (12 jaar) gedomicilieerd in Vlaanderen.

     

    December 2018

    Januari 2019

    Nora        18j

    92,09

    254,40

    Senne      16j

    173,804

    Brussel is bevoegd

    Maxim    12j

    254,40

    92,09



    Wijziging: kind Senne wordt terug in Vlaanderen gedomicilieerd op 15 juni 2019 in hetzelfde gezin als Nora en Maxim. Het krijgt het bedrag van 170,39, nl. het Vlaamse bedrag voor het tweede jongste kind.

     

    December 2018

    Januari 2019

    Juli 2019*

    Nora        18j

    92,09

    254,40

    254,40

    Senne      16j

    173,80

    Brussel is bevoegd

    170,395

    Maxim    12j

    254,40

    92,09

    92,09

    * Overeenkomstig artikel 6 van het samenwerkingsakkoord tussen de deelentiteiten van 6 september 2017 wordt Vlaanderen pas op 1 juli 2019 bevoegd voor Senne. Artikel 2 van het Groeipakketdecreet bevestigt dat dit samenwerkingsakkoord primeert op artikel 5 van het Groeipakketdecreet.

    Voorbeeld 6

    De bijslagtrekkende ontvangt in december 2018 de kinderbijslag voor 3 kinderen:

    • Nora (18 jaar) gedomicilieerd in Brussel.
    • Senne (16 jaar) gedomicilieerd in Vlaanderen.
    • Maxim (12 jaar) gedomicilieerd in Vlaanderen.

     

    December 2018

    Januari 2019

    Nora        18j

    93,936

    Brussel is bevoegd

    Senne      16j

    170,39

    254,40

    Maxim    12j

    254,40

    170,39

    Toelichting: je maakt de foto op 31 december 2018, maar draait enkel de rangen om van de kinderen voor wie uitbetaald kan worden in Vlaanderen.

    Wijziging: kind Nora wordt terug in Vlaanderen gedomicilieerd op 15 juni 2019 in hetzelfde gezin als Senne en Maxim.

     

    December 2018

    Januari 2019

    Juli 2019*

    Nora        18j

    93,937

    Brussel is bevoegd

    254,40

    Senne      16j

    170,39

    254,40

    170,39

    Maxim    12j

    254,40

    170,39

    92,098

    * Overeenkomstig artikel 6 van het samenwerkingsakkoord tussen de deelentiteiten van 6 september 2017 wordt Vlaanderen pas op 1 juli 2019 bevoegd voor Nora. Artikel 2 van het Groeipakketdecreet bevestigt dat dit samenwerkingsakkoord primeert op artikel 5 van het Groeipakketdecreet.

     

    3. Wanneer heeft de omkering van de rangen op basis van de situatie op 31 december 2018 uitwerking?

    De omkering van de rangen heeft onmiddellijk uitwerking vanaf 1 januari 2019, behalve voor de volgende categorieën van rechtgevende kinderen:

    1. de kinderen voor wie de betaling geschorst is op 31 december 2018;
    2. de geplaatste kinderen met betaling van het 1/3de op een spaarboekje op naam van het kind;
    3. de geplaatste en niet geplaatste kinderen voor wie in december 2018 het bedrag berekend wordt volgens de proportionele verdeling in de zin van artikel 70bis AKBW;
    4. de kinderen voor wie op 31 december 2018 verhoogde wezenbijslag betaald wordt;
    5. de kinderen die tot de groepering behoren maar buiten Vlaanderen gedomicilieerd zijn en na 1 januari 2019 in Vlaanderen komen wonen (domicilie of bij gebrek daaraan feitelijke verblijfplaats).

    Voor de categorieën 1, 3, 4 en 5 wordt de omkering van de rangen later toegepast, maar altijd op basis van de situatie op 31 december 2018. In bepaalde situaties moet daarbij ook het bedrag van de andere kinderen die tot de groepering behoren op 31 december 2018 worden aangepast. 

    Voor categorie 2 gebeurt geen omkering van de bedragen, maar moet desgevallend worden overgeschakeld naar een toekenning van de nieuwe bedragen. 

    De uitzonderingen worden hierna één voor één toegelicht in rubriek 5.

     

    4. Voor welke kinderen geldt de omkering van de rangen niet?

    De omkering van de rangen geldt niet voor:

    • de kinderen geboren vóór 1 juli 1966.  Deze kinderen behouden het bedrag waarop ze op 31 december 2018 recht hadden voor de duur van hun recht;
    • voor de kinderen voor wie betaald wordt op basis van een Bilateraal akkoord.  De Bilaterale akkoorden staan immers boven het Groeipakketdecreet.

       

    5. Voor welke kinderen heeft de omkering van de rangen op basis van de situatie op 31 december 2018 geen onmiddellijke uitwerking vanaf 1 januari 2019? 

     

    5.1. Kinderen voor wie de betaling geschorst is op 31 december 2018

    Wanneer het kind voor wie de betaling geschorst was op 31 december 2018 opnieuw recht geeft op kinderbijslag, moet:

    • voor dat kind waarvoor de betaling hervat wordt, vanaf de datum van het hervatten van de betalingen het bedrag van de gezinsbijslag bepaald worden volgens het mechanisme van de omkering van de rangen; en dit steeds  op basis van de situatie op 31 december 2018.
    • voor de andere kinderen die tot dezelfde groepering behoorden op 31 december 2018 ook desgevallend vanaf de datum van hervatting van de betalingen het vastgeklikt bedrag voor die andere kinderen aangepast worden, ongeacht of die andere kinderen nog tot hetzelfde gezin behoren of niet.

    De te beantwoorden vraag is: welk kind zou welke rang gehad hebben, mocht er voor alle kinderen binnen de groepering op 31 december 2018 effectief betaald geweest zijn in december 2018.

    Eens de omkering van de rangen voor alle kinderen (die tot de groepering op 31/12/18 behoorden) is gebeurd, blijft het vastgeklikt bedrag in principe behouden voor de verdere duur van het recht van deze kinderen.

    Voorbeeld 1

    De bijslagtrekkende met 3 kinderen in het gezin op 31 december 2018: Nora 20 jaar, Senne 19 jaar en Amina 15 jaar.  Senne is werkzoekende schoolverlater sinds 1 augustus 2018 en als gevolg van een tewerkstelling is de betaling voor december 2018 geschorst. Op 31 maart 2019 eindigt de tewerkstelling van Senne. Op 25 juni 2019 begint Senne opnieuw voltijds te werken.

     

    December 2018

    Januari 2019

    December 2018 met Senne erbij

    April 2019

    (na einde schorsing)

    Juli 2019 (bij nieuwe schorsing)

    Nora    20j

    92,09

    170,39

    92,09

    254,40

    254,40

    Senne  19j

    schorsing

    schorsing

    170,39

    170,39

    schorsing

    Amina 15j

    170,39

    92,09

    254,40

    92,09

    92,09

    Aangezien vanaf april 2019 de omkering van de rangen is toegepast voor alle kinderen die tot de groepering rond de bijslagtrekkende behoorden op 31 december 2018, blijft het vastgeklikt bedrag behouden voor de verdere duur van het recht. Nora behoudt bij de nieuwe schorsing voor Senne haar vastgeklikt bedrag van 254,40€.

    Voorbeeld 2

    De bijslagtrekkende met 2 kinderen in haar gezin op 31 december 2018: Victor, 20 jaar en Elien, 18 jaar.  Het recht voor Victor is geschorst van november 2018 tot einde maart 2019. Vanaf april 2019 heeft Victor opnieuw recht.  Tijdens de schorsing van zijn recht is hij op 24 februari 2019 alleen gaan wonen.

     

    December 2018

    Januari 2019

    Maart 2019 (Victor woont alleen)

    December 2018 met Victor erbij

    April 2019 (Victor woont alleen

    Victor 20 j

    schorsing

    schorsing

    schorsing

    92,09

    170,39

    Elien   18j

    92,09

    92,09

    92,09

    170,39

    92,09

    Voorbeeld 3

    De bijslagtrekkende met 3 kinderen in het gezin op 31 december 2018: Nora 20 jaar, Senne 19 jaar en Amina 15 jaar.  Senne is werkzoekende schoolverlater sinds 1 augustus 2018 en als gevolg van een tewerkstelling is de betaling voor december 2018 geschorst. Op 30 januari 2019 gaat Nora alleen wonen.  Op 31 maart 2019 eindigt de tewerkstelling van Senne. Op 25 juni 2019 begint Senne opnieuw voltijds te werken.

     

    December 2018

    Januari 2019

    Februari 2019- Nora gaat alleen wonen

    December 2018 met Senne erbij

    April 2019

    (na einde schorsing)

    Juli 2019 (bij nieuwe schorsing)

    Nora  20j

    92,09

    170,39

    170,39

    92,09

    254,40

    254,40

    Senne  19j

    schorsing

    schorsing

    schorsing

    170,39

    170,39

    schorsing

    Amina 15j

    170,39

    92,09

    92,09

    254,40

    92,09

    92,09

    Ondanks het feit dat Nora op het ogenblik dat de omgekeerde rang voor Senne moet worden toegepast al alleen woont en dus niet meer in hetzelfde gezin als Senne woont, zal ook voor haar het bedrag aangepast worden.  Zij ontvangt € 254,40 vanaf het moment dat de schorsing voor Senne stopt.  Op dat ogenblik is de omkering van de rangen toegepast voor alle kinderen die tot de groepering op 31 december 2018 behoorden en is de omkering definitief. Bijgevolg behoudt Nora het bedrag van € 254,40 bij de nieuwe schorsing voor Senne.

     

    5.2. Geplaatste kinderen met 1/3de op een spaarrekening op naam van het kind

    Op basis van artikel 226 van het Groeipakketdecreet behouden die kinderen bij ongewijzigde situatie vanaf 1 januari 2019 het bedrag dat voor hen in december 2018 werd vastgesteld volgens de groepering rond de rechthebbende.

    De situatie is “ongewijzigd” zolang er zich niets voordoet dat een impact heeft op de proportionele verdeling. Welke situaties impact hebben op de proportionele verdeling wordt besproken in toelichtingsnota 16, punt 4.3.2.2. (o.a. einde plaatsing, nieuw recht op sociale toeslag,..)

    Zodra de proportionele verdeling eindigt, zijn voor dat kind (geplaatst op 31/12/18 met 1/3 op de spaarrekening), de nieuwe bedragen van het groeipakket verschuldigd, dus het basisbedrag van 160 euro (indexeerbaar).

    Opgelet: de situatie waarin een kind meerderjarig wordt en waarvoor het spaarboekje afgesloten wordt, waardoor we dan betalen op een zichtrekening, is niet te beschouwen als een wijziging van de bestemming van het 1/3.    

    Voorbeeld

    De rechthebbende vader opent het recht voor 2 kinderen. Beide kinderen Nora (12 jaar) en Senne (10 jaar) zijn geplaatst in een instelling en het 1/3de wordt op een spaarrekening gestort.

    Op 31 maart 2019 eindigt de plaatsing voor Senne. Op 24 mei 2019 beslist de Jeugdrechter dat het 1/3de voor Nora voortaan aan de moeder moet worden betaald.

     

    December 2018

    Januari 2019

    April 2019

    Na einde proportionele verdeling

    Nora     12j

    92,09+170,39/2

    = 131,24

    131,24

    131,24

    160

    Senne   10j

    92,09+170,39/2

    = 131,24

    131,24

    160

    160

    Opgelet: er is een specifieke regeling voor wezen die op 31/12/18 geplaatst zijn met 1/3 spaarboekje en op 31/12/18 recht hebben op verhoogde wezenbijslag (=vroegere 50bis AKBW)9  - zie Toelichtingsnota 16

     

    5.3. Kinderen (geplaatste en niet-geplaatste kinderen) voor wie op 31 december 2018 het bedrag berekend wordt volgens de proportionele verdeling

    De proportionele verdeling van de kinderbijslag, vastgesteld op 31 december 2018, blijft ten aanzien van elk rechtgevend kind behouden, althans totdat er zich een wijziging voordoet zoals voorzien in Toelichtingsnota 16. Zodra die wijziging zich voordoet, wordt de groepering op 31 december 201810  vastgesteld los van de plaatsing en daarop wordt voor al de kinderen die op 31 december 2018 tot die groepering behoorden de omkering van de rangen toegepast. Die omgekeerde rangen worden vervolgens kind per kind vastgeklikt. Ze gelden in principe voor de verdere duur van recht.

    Voorbeeld 1

    Gezin met 3 kinderen, Louise (10 jaar) geplaatst in instelling A met 1/3de aan de moeder, Mats (8 jaar) in het gezin van de moeder met betaling aan de moeder en Eva (6 jaar) geplaatst in instelling B met betaling van 1/3de aan de moeder.  Het bedrag volgens de proportionele verdeling bedraagt: 92,09 + 170,39 + 254,40 /3 = 516,88 /3 = 172,29.  Op 24 februari 2020 komt Sander (16 jaar) met een vastgeklikt bedrag van 92,09 in het gezin van de moeder wonen. De moeder wordt nu ook begunstigde voor dat kind.

     

    December 2018

    Januari 2019

    December 2018 (los van de plaatsing)

    Na einde proportionele verdeling

    Louise      10j

    172,29

    172,29

    92,09

    254,40

    Mats          8j

    172,29

    172,29

    170,39

    170,39

    Eva            6j     

    172,29

    172,29

    254,40

    92,09

    Sander     16j

    -

    92,09

    Voor de geplaatste kinderen Louise en Eva wordt verder de verdeelwijze 1/3de - 2/3de toegepast.

    Voorbeeld 2

    Gezin met 3 kinderen, Louise (10 jaar) geplaatst in instelling A met 1/3de aan de moeder, Mats (8 jaar) in het gezin van de moeder met betaling aan de moeder en Eva (6 jaar) geplaatst in instelling B met betaling van 1/3de aan de moeder.  Het bedrag volgens de proportionele verdeling bedraagt: 92,09 + 170,39 + 254,40 /3 = 516,88 /3 = 172,29.  Op 14 april 2020 eindigt de plaatsing van Louise. Het gaat opnieuw in het gezin van haar moeder wonen.

     

    December 2018

    Januari 2019

    December 2018 (los van de plaatsing)

    Na einde proportionele verdeling

    Louise      10j

    172,29

    172,29

    92,09

    254,40

    Mats          8j

    172,29

    172,29

    170,39

    170,39

    Eva            6j     

    172,29

    172,29

    254,40

    92,09

    Voor het geplaatste kind Eva wordt verder de verdeelwijze 1/3de -2/3de toegepast.

    Voorbeeld 3

    Een bijslagtrekkende met 3 kinderen, Louise (10 jaar), Mats (8 jaar) en Eva (6 jaar) geplaatst in een instelling met 1/3de aan de moeder. De moeder ontvangt de volledige kinderbijslag voor Louise en Mats. Louise is in Brussel gedomicilieerd; Mats en Eva in Vlaanderen. Het bedrag volgens de proportionele verdeling voor december 2018 bedraagt: 93,9311  + 170,39 + 254,40 /3 = 518,72  /3 = 172,90 .  Op 24 februari 2020 komt Sander (16 jaar) met een vastgeklikt bedrag van 92,09 in het gezin van de moeder wonen

     

    December 2018

    Januari 2019

    December 2018

    (los van de plaatsing

    Maart 2020

    Louise           10j

    172,90

    Brussel bevoegd

    93,93

    Brussel bevoegd

    Mats                8j

    172,90

    172,90

    170,39

    254,40 

    Eva                  6j

    172,90

    172,90

    254,40

    170,39    

    Sander           16j

     

     

     

    92,09

    Voor Eva wordt verder de verdeelwijze 1/3de - 2/3de toegepast.

    Je maakt de foto op 31/12/18 maar draait enkel de rangen om van de kinderen die recht hebben in Vlaanderen

     wonen.

    Opmerking m.b.t de situatie waarin voor alle geplaatste kinderen het bedrag in rang wordt betaald volgens de verdeelwijze 1/3de - 2/3de:

    Als er op 31 december 2018 voor alle geplaatste kinderen volgens hun rang wordt betaald (geen proportionele verdeling), waarop de verdeling 1/3de - 2/3de wordt toegepast, wordt de omkering van de rangen gewoon toegepast, ook al kan dat tot gevolg hebben dat de instelling voor januari 2019 een ander bedrag ontvangt dan voor december 2018.

    Voorbeeld

    De bijslagtrekkende heeft 2 kinderen Louise (10 jaar) en Mats (8 jaar). Beide kinderen zijn geplaatst in een instelling: Louise in instelling A en Mats in instelling B.  Het 1/3de voor beide kinderen wordt aan de moeder betaald.

     

    December 2018

    Januari 2019

    Louise    10j

    92,09

    170,39

    Mats      8j

    170,39

    92,09

    Voor Louise en Mats wordt verder de verdeelwijze 1/3de - 2/3de toegepast.

    Combinatievoorbeeld

    Het gezin bestaande uit vader en moeder met 3 kinderen: Louise 10 jaar, Mats 8 jaar en Len 5 jaar . Louise is geplaatst in een instelling met 1/3de op een spaarboekje (= groepering en evenredige verdeling rond de rechthebbende). Mats is eveneens geplaatst, maar met 1/3de aan de moeder.  Len woont bij zijn ouders.

    Voor Mats en Len geldt de groepering en evenredige rond de bijslagtrekkende. Deze groepering en evenredige verdeling staat los van die voor het geplaatste Louise  met 1/3de op een spaarrekening.

     

    December 2018

    Januari 2019

    Louise    10j

    92,09 + 170,39 + 254,4/3 = 172,29 

    172,29

    Mats      8j

    92,09 + 170,39/2 = 131,24 

     

    131,24

    Len         5 j

    92,09 + 170,39/2 = 131,24 

     

    131,24

    Wijziging: Op 15 mei 2019 loopt de plaatsing van Mats ten einde. Hij gaat opnieuw bij de ouders wonen.

     

     

    December 2018

    Januari 2019

    Na einde plaatsing

    Louise    10j

    92,09 + 170,39 + 254,4/3 = 172,29 

    172,29

    172,29

    Mats      8j

    Los van de plaatsing 92,09

    170,39 (omkering)

    170,39

    Len         5 j

    Los van de plaatsing 170,39

    92,09 (omkering)

    92,09

    Bij de omkering van de rangen voor Mats en Len telt Louise niet mee, want zij behoort op 31 december 2018 niet tot de groepering in de zin van artikel 42 AKBW

    Wijziging: de plaatsing van Louise loopt ten einde op 25 juli 2019.

     

    December 2018

    Januari 2019

    Augustus 2019

    Louise    10j

    92,09 + 170,39 + 254,4/3 = 172,29 

    172,29

    160

    Mats      8j

    Los van de plaatsing 92,09

    170,39 (omkering)

    170,39

    Len         5 j

    Los van de plaatsing 170,39

    92,09 (omkering)

    92,09

    Variant

    Stel dat de plaatsing van Louise eindigt op 25 mei en de plaatsing van Mats op 25 juli, dan zijn de volgende bedragen verschuldigd:

     

    December 2018 met evenredige verdeling

    December 2018

    Juni 2019

    Na einde plaatsing Mats

    Louise       10j

    92,09 + 170,39 + 254,4/3 = 172,29 

    92,09 + 170,39 + 254,4/3 = 172,29 

    160

    160

    Mats           8j

    92,09 + 170,39/2 = 131,24 

     

    Los van de plaatsing 92,09

    131,24

    170,39

    Len             5j

    92,09 + 170,39/2 = 131,24 

     

    Los van de plaatsing 170,39

    131,24

    92,09

     



     

    5.4. Kinderen met verhoogde wezenbijslag op 31 december 2018

    Voor de kinderen met recht op verhoogde wezenbijslag wordt op 1 januari 2019 bij ongewijzigde situatie verder verhoogde wezenbijslag betaald. Pas als de verhoogde wezenbijslag wegens samenwoonst niet langer verschuldigd is, worden de rangen voor de weeskinderen omgekeerd op basis van de situatie op 31 december 2018.  Daarbij worden de rangen rond de bijslagtrekkende vastgesteld alsof er op 31 december 2018 slechts gewone wezenbijslag verschuldigd was. 

    Als er op 31 december 2018 naast de weeskinderen nog andere kinderen tot de groepering rond de bijslagtrekkende behoorden en deze kinderen wonen op het ogenblik van de samenwoonst nog steeds in het gezin van de weeskinderen, wordt de omgekeerde rang ook voor deze andere kinderen zo nodig aangepast. Wonen deze andere kinderen echter intussen in een ander gezin, dan hoeft voor die kinderen buiten het gezin geen aanpassing van de omgekeerde rang te gebeuren.

    Zodra de omkering is toegepast voor alle weeskinderen is het vastgeklikt bedrag in principe definitief voor alle kinderen die tot de groepering behoren op 31 december 2018.

    Voorbeeld 1

    De bijslagtrekkende ontvangt in december 2018 verhoogde wezenbijslag voor Tom (20 jaar) en gewone kinderbijslag voor Leen (19 jaar) en Frank (15 jaar). Leen stopt met studeren op 20 maart 2019 en begint meteen meer dan 80u per maand te werken waardoor het groeipakket niet meer kan uitgekeerd worden. Op 17 april 2019 gaat de bijslagtrekkende samenwonen.

     

    December 2018

    Januari 2019

    April 2019

    December 2018 (zonder verhoogde wezenbijslag)

    Mei 2019

    Tom    20j

    353,76

    353,76

    353,76

    92,09

    254,40

    Leen    19j

    92,09

    170,39

    geen uitbetaling gezinsbijslag

    170,39

    geen uitbetaling gezinsbijslag

    Frank   15j

    170,39

    92,09

    92,09

    254,40

    92,09

    Voorbeeld 2: 

    De bijslagtrekkende ontvangt in december 2018 verhoogde wezenbijslag voor Tom (20 jaar) en gewone kinderbijslag voor Leen (19 jaar) en Frank (18 jaar). Op 17 februari 2019 gaat de bijslagtrekkende samenwonen. Frank stopt met studeren op 20 april 2019 en begint meteen meer dan 80u per maand te werken waardoor het groeipakket niet meer kan uitgekeerd worden. Op 15 november 2019 gaat de bijslagtrekkende terug alleen wonen. 

     

     

    December 2018

    Januari 2019

    December 2018 (zonder verhoogde wezenbijslag)

    Maart 2019

    Mei 2019

    December 2019

    Tom      20j

    353,76

    353,76

    92,09

    254,40

    254,40

    353,76

    Leen     19j

    92,09

    170,39

    170,39

    170,39

    170,39

    170,39

    Frank    18j

    170,39

    92,09

    254,40

    92,09

    geen uitbetaling gezinsbijslag

    geen uitbetaling gezinsbijslag

    Voorbeeld 3 

    De bijslagtrekkende ontvangt in december 2018 verhoogde wezenbijslag voor Anne (21 jaar) en gewone kinderbijslag voor Emma (23 jaar) en Steven (18 jaar). In de loop van 2019 gaat Steven alleen wonen. Begin 2020 gaat de moeder (die ondertussen BG is geworden) samenwonen en later in 2020 gaat Emma alleen wonen.

     

    December 2018

    Januari 2019

    2019 -Steven woont alleen

    December 2018 (zonder verhoogde wezenbijslag)

    2020 - samenwoonst

    2020 -Emma woont alleen

    Emma   23j

    92,09

    170,39

    170,39

    92,09

    254,40

    254,40

    Anne     21j

    353,76

    353,76

    353,76

    170,39

    170,39

    170,39

    Steven  18j

    170,39

    92,09

    92,09

    254,40

    92,09

    92,09

     

    Variant

    De bijslagtrekkende moeder ontvangt in december 2018 verhoogde wezenbijslag voor Anne (21 jaar) en gewone kinderbijslag voor Emma (23 jaar) en Steven (18 jaar). In de loop van 2019 gaat Emma alleen wonen. Begin 2020 gaat de moeder (die ondertussen BG geworden is) samenwonen en later in 2020 gaat Steven alleen wonen

     

    December 2018

    Januari 2019

    2019 -Emma woont alleen

    December 2018 (zonder verhoogde wezenbijslag)

    2020 - samenwoonst

    2020 -Steven woont alleen

    Emma   23j

    92,09

    170,39

    170,39

    92,09

    170,39

    170,39

    Anne     21j

    353,76

    353,76

    353,76

    170,39

    170,39

    170,39

    Steven  18j

    170,39

    92,09

    92,09

    254,40

    92,09

    92,09

    Voorbeeld 4

    De bijslagtrekkende is weduwe maar woont samen. Ze ontvangt in december 2018 gewone wezenbijslag voor Anne (21 jaar) en gewone kinderbijslag voor Emma (23 jaar) en Steven (18 jaar). In de loop van 2019 gaat Emma alleen wonen. Begin 2020 eindigt de samenwoonst.

     

    December 2018

    Januari 2019

    2019 -Emma

    woont alleen

    2020 - einde samenwoonst

    Emma  23j

    92,09

    254,40

    254,40

    254,40

    Anne   21j

    170,39

    170,39

    170,39

    353,76

    Steven 18j

    254,40

    92,09

    92,09

    92,09

    Voorbeeld 5

    De moeder, bijslagtrekkende voor Nel, gaat in 2010 samenwonen met een man die bijslagtrekkende is voor Ella.  De vader van Nel en de moeder van Ella wonen alleen. De moeder van Nel heeft samen met haar nieuwe partner (de BT van Ella) een gemeenschappelijk kind Lauren.  De moeder van Nel en Lauren overlijdt op 31 oktober 2018.  Vanaf november 2018 is de laatste partner van de moeder van Nel en Lauren de bijslagtrekkende voor de 3 kinderen (Nel, Lauren en Ella) en ontvangt hij verhoogde wezenbijslag voor Nel en Lauren en gewone kinderbijslag voor Ella.  In 2019 gaat de vader van Nel samenwonen. In 2020 gaat ook de vader van Lauren samenwonen.  

     

    December 2018

    Januari 2019

    December 2018 (zonder verhoogde wezenbijslag voor Nel)

    2019 -Vader Nel woont samen

    December 2018 (zonder verhoogde wezenbijslag voor Nel en Lauren

    2020 - Vader Lauren woont ook samen

    Nel

    15j

    353,76

    353,76

    92,09

    170,39

    92,09

    254,40

    Ella

    12j

    92,09

    92,09

    170,39

    92,09

    170,39

    170,39

    Lauren

    8j

    353,76

    353,76

    353,76

    353,76

    254,40

    92,09

    Voorbeeld 6

    De bijslagtrekkende moeder ontvangt in december 2018 verhoogde wezenbijslag voor Leen (19 jaar) en gewone kinderbijslag voor Tom (20 jaar) en Frank (15 jaar). In de loop van 2019 gaat Tom alleen wonen en studeert verder.

    Begin 2020 gaat de moeder (die ondertussen BG geworden is) samenwonen.

     

    December 2018

    Januari 2019

    2019 -Tom woont alleen

    December 2018 (zonder verhoogde wezenbijslag)

    2020 - samenwoonst

    Tom       20j

    92,09

    170,39

    170,39

    92,09

    170,39

    Leen      19j

    353,76

    353,76

    353,76

    170,39

    170,39

    Frank    15j

    170,39

    92,09

    92,09

    254,40

    92,09

    Voorbeeld 7

    De bijslagtrekkende moeder ontvangt in december 2018 verhoogde wezenbijslag voor Dirk (12 jaar) en gewone kinderbijslag voor Merel (22 jaar) en Jan (20 jaar). In de loop van 2019 gaat Jan alleen wonen en studeert verder.

    Begin 2020 gaat de moeder (die ondertussen BG geworden is), samenwonen.

     

    December 2018

    Januari 2019

    2019 -Jan woont alleen

    December 2018 (zonder verhoogde wezenbijslag)

    2020 - samenwoonst

    Merel     22j

    92,09

    170,39

    170,39

    92,09

    254,40

    Jan        20 j

    170,39

    92,09

    92,09

    170,39

    92,09

    Dirk       12j

    353,76

    353,76

    353,76

    254,40

    92,09



     

    5.5. Kinderen die op 31 december 2018 in een andere deelentiteit wonen (domicilie of bij gebrek daaraan feitelijk verblijf) en na 1 januari 2019 in Vlaanderen komen wonen (domicilie of bij gebrek aan domicilie feitelijk verblijf)12

    Voor deze kinderen wordt het bedrag vanaf het ogenblik dat Vlaanderen bevoegd is, bepaald volgens de omkering van de rangen op 31 december 2018.  Naar analogie met de regel die geldt voor de weeskinderen (zie rubriek 5.4.) dient daarbij de omgekeerde rang ook aangepast te worden voor de andere kinderen die tot de groepering op 31 december 2018 behoorden, op voorwaarde dat die andere kinderen nog steeds deel uitmaken van het gezin van het betrokken kind

    Indien de andere kinderen intussen in een ander gezin wonen, blijft hun omgekeerde rang ongewijzigd.

    Ook hier geldt de regel dat eens de omgekeerde rang is toegepast voor alle kinderen die tot de groepering op 31 december 2018 behoorden, het vastgeklikt bedrag in principe definitief is en geldt voor de volledige duur van het recht voor dat kind.

    In de praktijk moet de vaststelling van de omgekeerde rang als volgt gebeuren:

    1.  Kijken naar alle kinderen binnen de groepering van de bijslagtrekkende op 31.12.2018.
    2. De bedragen per kind bepalen waarop die kinderen op 31.12.2018 recht hebben (in Vlaanderen).
    3. Bedragen omkeren voor alle kinderen die in Vlaanderen (komen) wonen doch enkel effectief uitbetalen voor de nog rechtgevende kinderen
    4. Bedragen (ingevolge reeds eerder omgekeerde rang) effectief aanpassen enkel voor de kinderen die effectief wonen in het gezin van het kind dat in Vlaanderen komt wonen.
    5. De andere kinderen buiten het gezin van het kind dat in Vlaanderen komt wonen, blijven hun eerder omgekeerde rang behouden.

    Voorbeeld 1

    Bijslagtrekkende met 3 kinderen Amber 10 jaar, Roos 8 jaar en Ruben 6 jaar. Amber en Ruben zijn in Vlaanderen gedomicilieerd en Roos in Brussel.  In 2020 komt Roos in Vlaanderen wonen.  Alle kinderen wonen in hetzelfde gezin

     

    December 2018

    Januari 2019

    2020 – Roos terug in Vlaanderen

    Amber 10 j

    92,09

    254,40

    254,40

    Roos    8j

    173,80

    Brussel bevoegd

    170,39

    Ruben  6j

    254,40

    92,09

    92,09



    Voorbeeld 2

    Bijslagtrekkende met 3 kinderen Amber 20 jaar, Roos 18 jaar en Ruben 16 jaar. Amber en Ruben zijn in Vlaanderen gedomicilieerd en Roos in Brussel.  In 2020 komt Roos in Vlaanderen wonen. Roos woont intussen alleen

     

    December 2018

    Januari 2019

    2020 - Roos terug in Vlaanderen

    Amber 20j

    92,09

    254,40

    254,40

    Roos 18 j

    173,80

    Brussel bevoegd

    170,39

    Ruben 16j

    254,40

    92,09

    92,09

    Voorbeeld 3

    De bijslagtrekkende ontvangt in december 2018 de kinderbijslag voor 3 kinderen:

    • Nora (22 jaar) gedomicilieerd in Brussel.
    • Senne (20 jaar) gedomicilieerd in Vlaanderen
    • Maxim (18 jaar) gedomicilieerd in Vlaanderen en gaat in maart 2019 alleen wonen.

    In juli 2019 komt Nora in Vlaanderen wonen in het gezin waar ook Senne woont.

     

    December 2018

    Januari 2019

    April 2019 - Maxim gaat alleen wonen

    Augustus 2019 - Nora komt in Vlaanderen wonen*

    Nora      22j

    93,93

    Brussel is bevoegd

    Brussel is bevoegd

    254,40

    Senne    20j

    170,39

    254,40

    254,40

    170,39

    Maxim  18j

    254,40

    170,39

    170,39

    170,39

    * Het bedrag voor Senne dient te worden aangepast, omdat Nora en Senne in hetzelfde gezin wonen.  Maxim woont intussen alleen, zijn omgekeerde rang dient bijgevolg niet te worden aangepast.

    Voorbeeld 4

    Bijslagtrekkende met 3 kinderen:

    • Nora 22 jaar  gedomicilieerd in Brussel.
    • Senne 20 jaar gedomicilieerd in Vlaanderen.
    • Maxim 18 jaar, gedomicilieerd in Vlaanderen.

    Nora komt op 15 juni 2019 terug in Vlaanderen wonen (domicilie). Alle kinderen wonen in hetzelfde gezin.

     

    December 2018

    Januari 2019

    Juli 2019 - Nora komt in Vlaanderen wonen

    Nora      22j

    93,93

    Brussel is bevoegd

    254,40

    Senne    20j

    170,39

    254,40

    170,39

    Maxim  18j

    254,40

    170,39

    92,09

    Voorbeeld 5

    Bijslagtrekkende met 3 kinderen:

    • Nora 22 jaar  gedomicilieerd in Brussel.
    • Senne 20 jaar gedomicilieerd in Vlaanderen.
    • Maxim 18 jaar, gedomicilieerd in Vlaanderen.

    Op 15 maart 2019 gaat Maxim alleen wonen.

    Nora komt op 15 juni 2019 terug in Vlaanderen wonen (domicilie). Zij woont intussen alleen.

     

    December 2018

    Januari 2019

    April 2019 Maxim woont alleen

    Juli 2019 - Nora komt in Vlaanderen wonen

    Nora      22j

    93,93

    Brussel is bevoegd

    Brussel bevoegd

    254,40

    Senne    20j

    170,39

    254,40

    254,40

    254,40

    Maxim  18j

    254,40

    170,39

    170,39

    170,39

    Voorbeeld 6

    Bijslagtrekkende met 2 kinderen gedomicilieerd in Brussel:

    • Laura 21 jaar
    • Victor 19 jaar

    Op 2 februari 2022 verhuist de moeder met Victor naar Vlaanderen. Laura blijft verder in Brussel wonen.

     

     

    December 2018

    Januari 2019

    Maart 2022

    Laura 21j

    93,93

    Brussel bevoegd

    Brussel bevoegd

    Victor 19j

    173,80

    Brussel bevoegd

    170,39

    Voorbeeld 7

    Bijslagtrekkende met 3 kinderen gedomicilieerd in Brussel:

    • Jelle 23 jaar
    • Olivia 21 jaar
    • Kato 19 jaar

    Op 30 juni 2021 stopt Jelle met studeren en begint meteen te werken (Brussel is nog steeds bevoegd). Op 7 mei 2022 verhuist het ganse gezin naar Vlaanderen.

     

    December 2018

    Januari 2019

    Juni 2022

    Jelle 23j

    93,93

    Brussel bevoegd

    254,40 einde recht, dus geen uitbetaling gezinsbijslag

    Olivia 21j

    173,80

    Brussel bevoegd

    170,39

    Kato 19j

    259,49

    Brussel bevoegd

    92,09



     

    6. Bijzondere situatie: kinderen geboren vóór 1 juli 1966

    De omkering van de rang geldt niet voor de kinderen geboren vóór 1 juli 1966, ook al behoren ze tot een groepering rond de bijslagtrekkende op 31 december 2018.  Dit geldt ongeacht of er voor één of meerdere kinderen geboren vóór 1 juli 1966 aan dezelfde bijslagtrekkende wordt uitbetaald.

    Voorbeeld

    De bijslagtrekkende ontvangt de kinderbijslag voor Karel (oudste) en Maria, 2 rechtgevenden geboren vóór 1 juli 1966 die bij haar wonen. In 2019 overlijdt Karel.

     

    December 2018

    Januari 2019

    2019 na overlijden Karel

    Karel

    92,09

    92,09

    Einde recht

    Maria

    170,39

    170,39

    170,39

    Wanneer de bijslagtrekkende op 31 december 2018 tegelijkertijd bijslagtrekkende is voor kinderen geboren vóór 1 juli 1966 en andere kinderen, wordt de omkering van de rangen enkel toegepast op de andere kinderen.

    Voorbeeld

    De bijslagtrekkende ontvangt de kinderbijslag voor haar zus Elisabeth  geboren voor 1 juli 1966 en voor haar 2 eigen kinderen (Billy 20 jaar en Peter 19 jaar). In 2019 gaat Peter alleen wonen.

     

    December 2018

    Januari 2019

    2019 -Peter woont alleen

    Elisabeth

    92,09

    92,09

    92,09

    Billy 20j

    170,39

    254,40

    254,40

    Peter 19 j

    254,40

    170,39

    170,39

     

     

    7. Stroomschema

    Als bijlage gaat ter illustratie een stroomschema met een overzicht van de stappen volgens dewelke de omkering van rangen in de verschillende situaties dient te worden toegepast.  De bijzondere situatie van de bijslagtrekkenden voor kinderen geboren vóór 1 juli 1966 werd daarbij buiten beschouwing gelaten.

     

    8. Informatievergaring in geval van wijziging van bevoegdheid

    Wanneer een bijslagtrekkende/begunstigde wijzigt van uitbetalingsactor zal indien nodig de situatie op 31/12/18 kunnen achterhaald worden als volgt:

    • consulteer GPA via ‘persoon zoeken’ met bron ‘GEEF_KIND_VOORDEEL’ om na te gaan welk kinderbijslagfonds bevoegd was op 31/12/18;
    • contacteer vervolgens de rechtsopvolger (van het toenmalige kinderbijslagfonds) en vraag de betalingen (“foto”) na op 31/12/18.
    • 1Ook het kind voor wie de theoretische toekenningsperiode als werkzoekende schoolverlater is gestart in 2018, maar voor wie de betaling wegens een laattijdige inschrijving als werkzoekende in 2019 pas in 2019 kan worden hernomen, valt hieronder. Voor de omkering van de rang wordt dit kind beschouwd als een kind met een geschorst recht op 31 december 2018. Bijgevolg zijn de instructies onder rubriek 5.1. van toepassing.
    • 2Voor de bijslagtrekkenden die in december 2018 de kinderbijslag ontvingen vanuit meerdere rechthebbendedossiers werden deze dossiers in het eerste semester van 2019 samengevoegd in het dossier waarin de bijslagtrekkende de kinderbijslag ontving voor het oudste kind. Deze eenmalige aanpassing is toegelicht in Toelichtingsnota 5
    • 3De impact van de omkering van de rang op de leeftijdsbijslag wordt in Toelichtingsnota 5 toegelicht.
    • 4Geïndexeerd bedrag voor kinderen met regiocode Brussel.
    • 5Niet-geïndexeerd bedrag voor kinderen voor wie Vlaanderen bevoegd is.
    • 6Geïndexeerd bedrag voor kinderen met regiocode Brussel.
    • 7Geïndexeerd bedrag voor kinderen met regiocode Brussel.
    • 8Niet-geïndexeerd bedrag voor kinderen voor wie Vlaanderen bevoegd is.
    • 9Cfr. beslissing Validatiegroep (cfr. sectoroverleg dd. 10.07.2019)
    • 10Deze regeling wordt ook toegepast als die wijziging zich voordoet in december 2018, en ook volgens de AKBW-regeling de bedragen voor januari 2019 zouden moeten worden aangepast.
    • 11Geïndexeerd bedrag voor kinderen met regiocode Brussel.
    • 12Een kind voor wie op 31 december 2018 betaald wordt aan bedragen voorzien in een Bilateraal akkoord en na 1 januari 2019 in Vlaanderen komt wonen heeft recht op de nieuwe bedragen.
    Datum van publicatie
    Datum van afkondiging
    Top