Geef een zoekwoord in, en selecteer indien gewenst een filter.
Indien je zoekterm bestaat uit meerdere woorden, zet je deze tussen aanhalingstekens (“). Op meerdere termen tegelijk zoeken, kan door het gebruik van een komma.

28 mei 2021 - Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van maatregelen voor arbeidsovereenkomsten voor studenten voor de periode van 1 april 2021 tot en met 30 juni 2021 ten gevolge van de uitbraak van het COVID-19-virus, wat betreft de toelagen in het kader van het gezinsbeleid (B.S. 15.06.2021)

    Nota's

    Adviezen

    (...-...)

    Rechtsgrond

    Dit besluit is gebaseerd op:

    • het decreet van 27 april 2018 tot regeling van de toelagen in het kader van het gezinsbeleid, artikel 8, §2, tweede lid.

    Vormvereisten

    De volgende vormvereisten zijn vervuld:

    • De Vlaamse minister bevoegd voor de begroting, zijn akkoord werd aangevraagd op 3 mei 2021;
    • Er is een verzoek om spoedbehandeling ingediend, gemotiveerd door de omstandigheid dat dit besluit voorziet in een dringende maatregel die de zwaar getroffen sectoren tijdens deze coronacrisis ondersteunt. Zolang deze maatregel, die uitwerking moet hebben vanaf 1 april 2021, niet definitief wordt goedgekeurd en gepubliceerd, is er geen juridische zekerheid wat betreft het recht op gezinsbijslagen voor studenten die nu extra uren presteren in de zorgsector of het onderwijs waar de behoefte aan extra menskracht actueel nog altijd een probleem is. De voorliggende neutralisering zal voor veel studenten een extra stimulans zijn om zich tijdens deze crisisperiode extra in te zetten en de noodzakelijke hulp en ondersteuning te bieden in de getroffen sectoren zonder dat ze daardoor hun recht op gezinsbijslagen verliezen. Het is van belang dat deze maatregel zo snel mogelijk uitwerking kan hebben zodat er rechtszekerheid en duidelijkheid is voor studenten over hun recht op gezinsbijslagen en er door het gebrek daaraan geen terughoudendheid ontstaat bij de studenten. De Raad van State heeft advies 69428/1 gegeven op 25 mei 2021, met toepassing van artikel 84, §1, eerste lid, 3°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

    Juridisch kader

    Dit besluit sluit aan bij de volgende regelgeving:

    • de wet van 2 april 2021 houdende tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de COVID-19-pandemie;
    • het besluit van de Vlaamse Regering van 5 oktober 2018 tot vaststelling van de diverse hoedanigheden van het rechtgevend kind en betreffende de vrijstellingen van de toekenningsvoorwaarden voor de gezinsbijslagen, de startbedragen geboorte en adoptie en de universele participatietoeslagen;
    • het besluit van de Vlaamse Regering van 30 april 2020 tot vaststelling van maatregelen ten gevolge van de uitbraak van het COVID-19-virus, wat betreft de toelagen in het kader van het gezinsbeleid;
    • het besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 2020 tot vaststelling van maatregelen met betrekking tot arbeidsovereenkomsten voor studenten ten gevolge van de uitbraak van het COVID-19-virus, wat betreft de toelagen in het kader van het gezinsbeleid.

    Initiatiefnemer

    Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding.

    Na beraadslaging,

    DE VLAAMSE REGERING BESLUIT:

    Artikel 1 

    Voor de toepassing van de uurnorm van 475 uur in het kader van arbeidsovereenkomsten voor studenten, vermeld in artikel 14, §2, eerste lid, 1°, artikel 29, §1, eerste lid, 1°, en artikel 41, eerste lid, 1°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 oktober 2018 tot vaststelling van de diverse hoedanigheden van het rechtgevend kind en betreffende de vrijstellingen van de toekenningsvoorwaarden voor de gezinsbijslagen, de startbedragen geboorte en adoptie en de universele participatietoeslagen, wordt in de zorgsector en in het onderwijs geen rekening gehouden met de prestaties die onder de voormelde arbeidsovereenkomst tijdens de periode van 1 april 2021 tot en met 30 juni 2021 geleverd zijn.

    In het eerste lid wordt verstaan onder zorgsector: de zorgsector vermeld in titel 5, hoofdstuk 3, van de wet van 20 december 2020 houdende tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de COVID-19-pandemie.

    Artikel 2

    Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 april 2021.



    Artikel 3

    De Vlaamse minister, bevoegd voor opgroeien, is belast met de uitvoering van dit besluit.

     

     

    Datum van publicatie
    Datum van afkondiging
    Top