Kruimelpad
996/108 van 16 januari 2014 - Afwijkingen Art. 52, §2 - Sociale fraude
Tekst
In de programmawet van 28 juni 2013 werd de basis gelegd van de maatregelen voor de strijd tegen sociale fraude.
In dit kader en in vele gevallen, voor rechtgevende kinderen jonger dan 18 die in het buitenland opgevoed worden, werd er vastgesteld dat de aanvraag tot afwijking in verband met kinderbijslag ingeleid door de FOD Sociale Zekerheid en aangevraagd door de sociale verzekerde, een fraude toedekt.
Om dat fenomeen tegen te gaan, vragen we de kinderbijslaginstellingen de volgende procedure na te leven, overeengekomen met de FOD Sociale Zekerheid, voor de aanvragen om afwijking voor kinderen jonger dan 18 die in het buitenland opgevoed worden.
Vanaf 1 januari 2014 kan een kinderbijslaginstelling die weigert gezinsbijslag toe te kennen of de betaling ervan moet stopzetten omdat het dossier als frauduleus beoordeeld wordt, geen aanvraag om afwijking voor de sociaal verzekerde meer indienen.
De instelling moet echter, zoals beschreven in CO 1393, de stopzetting van de betaling van kinderbijslag betekenen en de sociaal verzekerde informeren dat hij op eigen initiatief een aanvraag om afwijking art. 52, §2 kan indienen bij de FOD Sociale Zekerheid.
Daardoor zullen de aanvragen om afwijking die van de kinderbijslaginstellingen komen, als ontvankelijk beschouwd worden door de FOD Sociale Zekerheid zonder vermoeden van fraude en worden ze op de gewone manier behandeld door de directie-generaal Sociaal Beleid - regelgeving van de FOD.
Aanvragen om afwijking op initiatief van de sociaal verzekerde zelf daarentegen worden door de FOD Sociale Zekerheid voorgelegd aan de cel Sociale Fraude van de Rijksdienst zodat die kan nagaan of het dossier voorkomt op de lijst "Dossier - fraude" van de cel. Het gaat om de lijst die opgesteld is op basis van de tabellen (bijlage - CO 1393) met de frauduleuze dossiers die de kinderbijslagfondsen per kwartaal doorsturen.
Wanneer het dossier niet in die lijsten voorkomt en er twijfel blijft bestaan, kan de Rijksdienst echter een sociale controle laten uitvoeren of het dossier van de sociaal verzekerde voorleggen aan de bevoegde kinderbijslaginstelling die de informatie waarover ze beschikt, verifieert en de gegevens binnen 5 werkdagen doorstuurt.
In geval van een frauduleus dossier kan de directie-generaal Sociaal Beleid - regelgeving van de FOD Sociale Zekerheid wettige bewijsmiddelen van de fraude eisen (PV van de politie, auditoraten enz.) om haar beslissingen te staven en een klacht van de federale ombudsman te vermijden.
Bovendien heeft de FOD Sociale Zekerheid het recht om dossiers van kinderbijslaginstellingen te laten onderzoeken die hij zelf als dubieus beschouwt. Dat onderzoek wordt ook uitgevoerd door de cel Sociale Fraude van de Rijksdienst die zo nodig een controle laat uitvoeren.
Een kinderbijslaginstelling kan in geval van een frauduleus dossier zelf geen aanvraag om afwijking bij de FOD Sociale Zekerheid meer indienen.
De kinderbijslaginstellingen moeten de controleaanvragen van de FOD Sociale Zekerheid binnen vijf werkdagen beantwoorden.
De FOD Sociale Zekerheid heeft het recht de aanvragen van kinderbijslaginstellingen te controleren als hij dat nodig acht.
Dankzij die samenwerking tussen de cel Sociale Fraude van de Rijksdienst, de diensten van de FOD Sociale Zekerheid en de kinderbijslaginstellingen voor de afwijkingen in verband met kinderbijslag voor kinderen jonger dan 18 die in het buitenland opgevoed worden, wordt vermeden dat afwijkingen toegestaan worden die leiden tot onverschuldigde betalingen van gezinsbijslag.