Geef een zoekwoord in, en selecteer indien gewenst een filter.
Indien je zoekterm bestaat uit meerdere woorden, zet je deze tussen aanhalingstekens (“). Op meerdere termen tegelijk zoeken, kan door het gebruik van een komma.

999/172 van 4 juli 2014 - Aanpassing van de procedure voor de controle van de jongeren die onderwijs volgen - Aanpassing aan de procedure formulier P7 (academiejaar 2014/2015) - Aanvullende richtlijnen voor specifieke studdiesituaties - Bijlagen

    1. Overzicht van de aanpassingen voor het academiejaar 2014-2015

    • Het formulier P7 werd inhoudelijk geactualiseerd (cf. bijlage 1).
    • De recuperatieprocedure in de Franse Gemeenschap.
    • De verwerking van de Rip-gegevens voor deeltijds onderwijs.
    • Einddiploma hoger onderwijs in België m.b.t. studies in het buitenland buiten de E.E.R.
    • De vaststelling van de einddatum van de zomervakantie voor de afgestudeerden.
    • Aangepaste procedure voor de Université Catholique de Louvain (UCL).
    • De instapstage en de code 'TRI'.

    2. Het toekenningsproces

    2.1. De Duitstalige en de Vlaamse Gemeenschap: de dossiertaalcode = N/D

    Verzending informatiebrieven voor de overgenomen dossiers van de sector der zelfstandigen

    Werd de bevoegdheid overgenomen op 1 juli 2014 ingevolge de Algemene Kinderbijslagwet (AKBW) dan wordt de informatiebrief gestuurd op 15 september 2014 voor alle dossiers waarin een kind minstens 18 jaar oud is in 2014. Er moet voor gezorgd worden dat de informatie voor elk kind minstens één keer wordt verstrekt. Het volstaat dat er één brief per gezin wordt gestuurd met vermelding van de betrokken kinderen (18 jaar in 2014 of ouder).

    2.2. De Franse Gemeenschap: de dossiertaalcode = F

    De bestaande procedure met verzending van de formulieren P7-F wordt behouden voor het komende school- en academiejaar.

    Verwerking P7
    • Op 15 september worden de formulieren P7-F serieel verzonden ook voor de ingevolge de AKBW overgenomen dossiers van de sector der zelfstandigen.
    • Herinnering op 15 november.
    • De kinderbijslag wordt provisioneel doorbetaald tot 30 november 2014 (laatste betaling op 8 december).
    • Indien op 15 december de toereikende studiegegevens nog altijd ontbreken, wordt de procedure om de provisioneel betaalde kinderbijslag terug te vorderen, opgestart (cf. dienstbrief 999/c.164). De procedure en de timing van terugvordering is identiek voor alle gemeenschappen.

    2.3. Het deeltijds onderwijs (het werkplekleren)1

    2.3.1. Afsluitende maatregelen voor het academiejaar 2013-2014

    In geval dat het rechtgevend kind deeltijds studeert en deeltijds werkt (" het werkplekleren") is de inkomensnorm (artikel 3 en 14 van het KB van 10 augustus 2005) van toepassing. De 240-urennorm geldt hier niet.

    Bewijzen van de inkomensnorm in geval van deeltijds werken/deeltijds studeren

    Het betreft:

    • Voor het deeltijds onderwijs in de Vlaamse/Duitstalige Gemeenschap: code 312/3132 + RIP.
    • Voor het deeltijds onderwijs in de Franse Gemeenschap: vraag 22 van P7b + RIP.
    • Voor de leerovereenkomsten/leerverbintenissen (P9) + ondernemingsopleidingen (P9bis).

    Indien de Rip-berichten in dit academiejaar 2013-2014 niet werden verwerkt voor andere tewerkstellingen naast het deeltijds werk in het kader van de opleiding deeltijds werken-deeltijds leren, wordt in september 2014 de module " Deeltijds studerenwerken" gestuurd met op de achterzijde een verklaring op eer voor alle maanden waarvoor de kinderbijslag betaald werd3 . Daarentegen wanneer de Rip-berichten werden opgevolgd en de briefmodule werd gestuurd, opgevolgd, of herinnerd dan is er geen nieuwe verzending noodzakelijk. Voor het bedrag van het inkomen blijft de module op het huidige ogenblik de enige bron van informatie.

    2.3.2. De RIP/PPO-berichten

    In de circulaire van de Rijksdienst 1386/2014 werd aangekondigd dat vanaf het academiejaar 2014-2015 de DIMONA/RIP(PPO)-aangiften ingeschakeld worden in het onderzoek naar het recht op de kinderbijslag voor de jongeren die deeltijds werken, een leerovereenkomst/leerverbintenis of een ondernemingsopleiding hebben afgesloten. Dit is nu al het geval voor de jongeren tijdens de beroepsinschakelingstijd (cf. dienstbrief 999/c. 153 van 1 juli 2009). Het objectief was om alle jongeren die aan de inkomensnorm zijn onderworpen gelijk te behandelen op het vlak van de opvolging bij een tewerkstelling.

    Voorlopig wordt de opvolging van de Rip-berichten conform de procedure voor de werkzoekende schoolverlaters voor het school-en academiejaar 2014/2015 enkel aanbevolen. Anders gezegd, de werkwijze gevolgd in het school-en academiejaar 2013/2014 kan worden voortgezet.

    2.4. Aandachtspunten

    2.4.1. Het einde van de vakantieperiode

    Vaststelling

    De verklaring op de P7 over de vakantie komt niet altijd overeen met de periode tussen 2 opeenvolgende academiejaren. De flux D062 bevat geen vermelding van de vakantieperiodes, zodat in die gevallen de vakantieperiode wordt vastgesteld overeenkomstig artikel 7 (niet-hoger onderwijs) of artikel 12 (hoger onderwijs).

    Oplossing

    Om alle gezinnen identiek te behandelen geldt voor alle afgestudeerden als einddatum van de vakantieperiode de dag voor het begin van het volgende school- of academiejaar in de onderwijsinrichting die de jongere verlaten heeft en uiterlijk 31 augustus (niet-hoger onderwijs) of 30 september (hoger onderwijs).

    2.4.2. Studies in het buitenland

    Ingevolge de algemene afwijking verleend met de MO 599 is de beperking bepaald in artikel 52, eerste lid AKBW volgens welke de kinderbijslag niet verschuldigd is voor kinderen die opgevoed worden of lessen volgen buiten het Koninkrijk, niet van toepassing voor kinderen die geen einddiploma hoger onderwijs noch in België noch in het buitenland verworven hebben en die hoger onderwijs volgen in een land buiten de Europese Economische Ruimte. Voor studies buiten de EER, dient de notie einddiploma te worden geïnterpreteerd als het beëindigen van de eerste twee cycli (master en bachelor). Het bezitten van een professioneel gericht bachelordiploma waarop geen masterdiploma volgt (ex-graduaat, regentaat) wordt hierbij eveneens aangezien als een einddiploma.

    2.4.3. De gegevensuitwisseling over het studiebewijs voor studenten aan de UCL

    De UCL heeft meegedeeld dat vanaf het academiejaar 2014-2015 de studieattesten niet meer via de post maar op elektronische wijze zullen worden overgemaakt.

    Naar aanleiding van een overleg met de administratie van de betrokken universiteit werden volgende gegevens betreffende het elektronisch studieattest meegedeeld:

    1. De student gaat naar een virtueel kantoor en heeft toegang tot een persoonlijk document (beveiligd door nummer, barcode) dat enkel beschikbaar is wanneer aan de voorwaarden van inschrijving is voldaan
      .
    2. Op de afdruk van het document bevindt zich een watermerk met het embleem van de UCL en de handtekening van de Rector dat dezelfde zichtbaarheid heeft als een kopie of PDF.
    3. Het attest bevat dezelfde informatie als het vroegere papieren attest.
    4. De validatiecriteria zijn identiek als voorheen: minder dan 25 jaar, inschrijvingstermijn, minstens 27 studiepunten.

    De student ontvangt per email een bericht wanneer het attest beschikbaar is. Dit bericht vermeldt dat het moet worden afgedrukt en aan het formulier P7 toegevoegd. Het formulier P7 werd gewijzigd en sluit hierbij aan door te verwijzen naar het (afgeprinte) attest van de onderwijsinstelling.

    De mogelijkheid bestaat dat andere universiteiten en hogescholen van hoofdzakelijk de Franse Gemeenschap tot dit systeem onder dezelfde voorwaarden overgaan.

    2.4.4. De individuele beroepsopleiding en de instapstage

    Zoals vermeld in de CO1386/2014, (jaarlijkse evaluatie van de behoeften aan informatie met elektronische en papieren dragers) bestaat er een nieuwe waarde TRI in de zone KindofWorker van het Dimona-bericht. De meest actuele stand van zaken werd nadien meegedeeld met onze e-mails aan alle kinderbijslagfondsen van 17 maart en 20 mei 2014.

    2.4.5. Onderwijs voor de sociale promotie

    Er werd op gewezen dat het op het formulier P7b (verklaring van de onderwijsinstelling) onvoldoende duidelijk is welke vraag moet ingevuld worden wanneer het onderwijs voor de sociale promotie zou worden uitgedrukt in studiepunten. Daarom wordt in de hoofding van vraag 30/40 vermeld dat het onderwijs voor de sociale promotie in studiepunten ook hieronder valt. Inzake het onderwijs voor de sociale promotie in lesuren wordt die notie vermeld bij de vraag 50.

    3. Bijlagen

    • De aangepaste formulieren P7-N/P7-F/P7-D in de klassieke lay-out en volgens de lay-out van Bpost. De kinderbijslagfondsen kunnen kiezen of zij de klassieke P7 of de P7 volgens de lay-out van Bpost verzenden. Het formulier P7-B werd aangepast aan de sociale promotie uitgedrukt in studiepunten en uren (vragen 40 en 50)
    • De module "deeltijds werken_ studeren"
      Het model van deze informatiebrief_student 18+ werd u toegezonden met de dienstbrief 999/169 van 5 juli 2013. Een fout in de Franse vertaling van deze brief werd rechtgezet (cf. bijlage). De fout in de vertaling had geen effecten voor de praktijk, aangezien de procedure enkel van toepassing is voor de Vlaamse en Duitstalige Gemeenschap.

    De aangepaste versie van het formulier, die u ook kan vinden op de website van famifed: www.famifed.be zal u per e-mail worden overgemaakt.

    Mocht u geen elektronische versies ontvangen hebben, dan kunnen die worden aangevraagd via herman.stuyver@famifed.be.

    • 1Cf. Informatiefiche 5.4 bij de dienstbrief c. 999/c. 169 van 2 juli 2013
    • 2Jongeren met de code 321 (deeltijds buitengewoon onderwijs) zijn daarentegen niet onderworpen aan de inkomensnorm, maar wel aan de uurnorm (Cf. CO 1374 van 25 september 2008, pagina 5).
    • 3Jongeren met de code 321 (deeltijds buitengewoon onderwijs) zijn daarentegen niet onderworpen aan de inkomensnorm, maar wel aan de uurnorm (Cf. CO 1374 van 25 september 2008, pagina 5).
    Top