Kruimelpad
Informatienota 1987/24: - Art. 56octies G.W. - Berekening van de kinderbijslag wanneer een gefractioneerde loopbaanonderbrekingsuitkering wordt genoten.
Tekst
Art. 56octies G.W. bepaalt dat "de kinderbijslag wordt toegekend in overeenstemming met de arbeidsregeling welke de werknemer heeft onderbroken of gehalveerd" en de CO 1156 preciseert dat "de werknemer die de onderbrekingsuitkering geniet recht heeft op de kinderbijslag tegen de bij art. 40 G.W. en art. 42 G.W. bepaalde bedragen voor de dagen waarop hij normaal recht had wegens zijn arbeidsprestaties die hij heeft onderbroken of gehalveerd ".
Een persoon die deeltijds gewerkt heeft om te ontsnappen aan de werkloosheid en die uit dien hoofde forfaitaire kinderbijslag genoten heeft onderbreekt zijn beroepsloopbaan en geniet derhalve uitsluitend een gefractioneerde loopbaanonderbrekingsuitkering.
Het probleem dat zich stelt is of deze persoon voorts op de forfaitaire kinderbijslag aanspraak kan maken op basis van art. 56octies G.W.
Uit inlichtingen ingewonnen bij de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening blijkt dat de werkloze die een deeltijds werk aanvaardt om aan de werkloosheid te ontsnappen slechts werkloosheidsuitkeringen ontvangt ter aanvulling van zijn loon voor zover hij werkelijk de deeltijdse activiteit uitoefent waarin voorzien is door zijn arbeidsovereenkomst.
De RVA is derhalve van oordeel dat zodra de betrokkene zijn beroepsloopbaan onderbreekt, de uitvoering van zijn arbeidsovereenkomst geschorst wordt en dat er dus automatisch verlies is van het recht op werkloosheidsuitkeringen en van de hoedanigheid van werkloze.
Bijgevolg, kunnen alleen de prestaties waarin voorzien is door de onderbroken arbeidsovereenkomst in aanmerking genomen worden voor de toekenning van de kinderbijslag, overeenkomstig art. 56octies G.W., krachtens hetwelk de kinderbijslag toegekend wordt aan de werknemer die een loopbaanonderbrekingsuitkering geniet in overeenstemming met de arbeidsregeling welke deze werknemer heeft onderbroken.
Indien het forfait niet wordt bereikt op basis van het aantal dagen activiteit waarin voorzien is door de arbeidsovereenkomst, belet niets dat men onderzoekt of het bereikt kan worden uit hoofde van het aantal uren die zouden gepresteerd geweest zijn. Indien het recht op die wijze niet bereikt wordt, zal de kinderbijslag betaald worden voor elke dag waarvoor de arbeidsovereenkomst minstens 3 uren activiteit voorzag.
Bron: Juridische Studiën. Ref.: E7235/Contr.