Informatienota 1987/25: - Art. 63, lid 1, 2°, b G.W. - Moeilijk te plaatsen werkloze. - Tewerkstelling in beschutte werkplaats tijdelijk stopgezet wegens economische reden.

1. De vraag die zich stelt is wat er gewordt van het recht op kinderbijslag van de werkloze, mindervalide voor meer dan 66%, tewerkgesteld in een beschutte werkplaats krachtens art. 171bis van KB van 20 december 1963, gedurende een periode dat de tewerkstelling in de werkplaats tijdelijk stopgezet wordt wegens economische reden (economische werkloosheid, activiteitsvermindering werkplaats).

2. Art. 171bis, §1 van KB van 20 december 1963 betreffende arbeidsvoorziening en werkloosheid, bepaalt dat de uitkeringsgerechtigde werkloze die beschouwd wordt als zijnde moeilijk te plaatsen en die tewerkgesteld wordt in een beschutte werkplaats (bedoeld in art. 47 of art. 144 van KB van 5 juli 1963 betreffende de sociale reclassering van de mindervaliden) zijn recht op werkloosheidsuitkering behoudt tijdens de duur van die tewerkstelling.

Art. 83, lid 1, van het ministerieel besluit van 4 juni 1964 inzake werkloosheid bepaalt dat "op de betaaldag van het loon de beschermde werkplaats aan de mindervalide werkloze voor de gewerkte en daarmee gelijkgestelde dagen (art. 171bis, §3, van KB van 20 december 1963) het bedrag van zijn loon overhandigt, waarbij inbegrepen het bedrag van de werkloosheidsuitkering ".

3. Art. 63, lid 1, 2°, b G.W. impliceert dat de kinderbijslag toegekend wordt, zonder leeftijdsbeperking, aan de persoon die ten minste 66% arbeidsongeschikt is en tewerkgesteld is in een beschutte werkplaats bedoeld in art. 47 van het voornoemd KB van 5 juli 1963.

Zo betrokkene de voorwaarden bedoeld in art. 63, lid 1, 2°, b G.W. vervulde, maar ertoe genoopt werd zijn activiteit om economische reden te onderbreken, kan hij niettemin steeds beschouwd worden als tewerkgesteld zijnd in een beschutte werkplaats, indien vaststaat dat tijdens bedoelde periode hij zijn hoedanigheid van werkloze bewaart alsook zijn recht op werkloosheidsuitkering op basis van art. 171bis, §1 van het voornoemd KB van 20 december 1963 en dat gedurende diezelfde tijdsspanne, de arbeidsovereenkomst met de beschutte werkplaats gewoonweg opgeschort wordt (dus niet verbroken).
In dit geval, zal het recht op kinderbijslag ten behoeve van betrokkene dus kunnen gehandhaafd worden.

Bron: Juridische Studiën. Ref.: E7266/Contr.