Kruimelpad
CO 590 van 18 juli 1960 - Bewijsvoering voor de vervulling der voorwaarden van Art. 57
Tekst
Voor de toepassing van het eerste lid van artikel 57 kan het gebeuren dat de werknemer die de normale pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt voorlopig in de onmogelijkheid verkeert een afschrift van zijn pensioen- of rentebewijs over te leggen.
Er vloeit voort uit een Ministerieel schrijven van 8 juni 1960, referenties: S.V. 1484, D.V. 1959-60 nr. 38, A.G. 9197, dat in dit geval de kinderbijslag mag worden uitgekeerd zo de volgende voorwaarden vervuld zijn:
1. Op het ogenblik van het bereiken van de normale pensioengerechtigde leeftijd hoort de belanghebbende niet onder de uitsluitingsgevallen bepaald bij artikel 591 .
2. Op de lijfrenterekening van de belanghebbende werden verplichte stortingen voor het pensioen verricht in het kader van de pensioenwet voor werklieden, bedienden, mijnwerkers of zeelieden. Deze verplichte pensioenstortingen moeten blijken uit een uittreksel van de lijfrenterekening bij de instelling die bevoegd is voor de pensioenregeling waaronder de betrokkene heeft gehoord.
- 1Thans, indien de belanghebbende de beroepsvoorwaarden, vereist bij artikel 57, G.W., vervult.