Kruimelpad
MO 560 van 22 april 199 - Kosovaarse kinderen - Algemene ministeriële afwijking op basis van Art. 51, §4 van de SW - Tweede addendum van 4 november 1999
Tekst
Dit addendum beperkt de uitwerking in de tijd van de omzendbrief nr. 560 van 22 april 1999, aangevuld door het eerste addendum bij deze omzendbrief van 28 juni 1999, overeenkomstig de bepalingen van de omzendbrief van de Minister van Binnenlandse Zaken van 2 september 1999 betreffende de opheffing van het bijzonder statuut van tijdelijke bescherming voor Kosovaren.
De algemene ministeriële afwijking op basis van artikel 51, §4, van de samengeordende wetten kan niet meer toegekend worden voor Kosovaarse kinderen die vanaf 3 september 1999 naar België (wensen te) komen en die zich niet meer kunnen beroepen op de bijzondere beschermingsmaatregelen waarvan sprake in de omzendbrief van 19 april 1999 betreffende het bijzonder statuut van tijdelijke bescherming voor en de opvang van Kosovaarse vluchtelingen en de omzendbrief van 11 mei 1999 betreffende de uitbreiding van het toepassingsgebied van het bijzonder statuut van tijdelijke bescherming voor en de opvang van Kosovaarse vluchtelingen.
Voor Kosovaarse kinderen die reeds genieten van de tijdelijke beschermingsmaatregelen beschreven in de bovenvermelde omzendbrieven of die voor 3 september 1999 een aanvraag hebben ingediend om hiervan te kunnen genieten, kan de algemene ministeriële afwijking op basis van artikel 51, §4, van de samengeordende wetten verder toegekend worden:
- tot en met 2 maart 2000;
- tot 30 juni 2000, voor de Kosovaarse kinderen van minder dan 18 jaar.