Artikel 150 Groeipakketdecreet
Tekst
Een beslissing om een exclusieve bestuurlijke geldboete op te leggen, bevat naast de identiteit van de overtreder minstens:
1° de motieven van de beboeting en van het boetebedrag;
2° het bedrag van de geldboete die wordt opgelegd;
3° de wijze waarop en de termijn waarin de geldboete betaald moet worden;
4° de mogelijkheid om beroep aan te tekenen en de wijze waarop en de termijn waarin dat moet gebeuren;
5° de vermelding dat:
a) na een herinnering tot betaling en nadat de beroepstermijn is verstreken, de bestuurlijke geldboete bij dwangbevel wordt ingevorderd overeenkomstig artikel 2 van het decreet van 22 februari 1995 tot regeling van de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen voor de Vlaamse Gemeenschap en de instellingen die er onder ressorteren;
b) die maatregel op kosten van de beboete persoon wordt uitgevoerd overeenkomstig artikel 1024 van het Gerechtelijk Wetboek.