Kruimelpad
MO 492 van 20 november 1990 - Weerslag van de programmawet van 22 december 1989 op internationale overeenkomsten en reglementen
Tekst
Omwille van de wijzigingen, aangebracht door de programmawet van 22 december 1989, moeten de volgende richtlijnen worden vermeld in het raam van de bilaterale overeenkomsten en de Europese verordeningen.
A. Het recht op gezinsbijslag bij toepassing van vermelde overeenkomsten en verordeningen wordt geopend uit hoofde van de hierna vermelde personen:
- de werknemer onderworpen aan de regeling van de sociale zekerheid voor werknemers en de werknemer onderworpen aan de regelingen van sociale zekerheid voor mijnwerkers en zeelieden ter koopvaardij voor zover deze beoogd worden door de desbetreffende overeenkomsten.
- de werknemer die zich bevindt in een situatie gelijkgesteld aan tewerkstelling overeenkomstig de bepalingen van artikel 53, § 1, van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders.
- de rechthebbenden die zich bevinden in een situatie van toekenning overeenkomstig de artikelen 56, 56octies en 56novies van dezelfde wetten.
B. Trimestrialisering.
De trimestrialisering is zonder beperking van toepassing.
De controle van de hoedanigheid van rechthebbende dient aldus slechts te geschieden voor de referentiemaanden.
vb. Een Oostenrijks werknemer is tewerkgesteld in België gedurende het gehele jaar 1990. Hij keert terug naar Oostenrijk op 1 januari 1991.
Op basis van de referentiemaand (november) opent hij recht, onder voorbehoud van de toepassing van de samenloopregelen, op gezinsbijslag voor zijn kinderen die wonen in Oostenrijk tot en met 31 maart 1991.
C. Samenloopregelen omwille van twee opeenvolgende activiteiten uit hoofde van dezelfde persoon.
Het is niet wenselijk dat twee prestaties verschuldigd zouden zijn voor dezelfde periode, ten behoeve van hetzelfde kind, in twee Staten.
Daar de dagelijkse bijslag werd afgeschaft kunnen de maandelijkse kinderbijslagbedragen niet meer worden gesplitst.
Indien een werknemer, die recht opent op Belgische gezinsbijslag, in de loop van een maand, een nieuw recht opent bij toepassing van de wetgeving van een andere Staat, wordt Belgische gezinsbijslag toegekend tot het einde van de maand.
Belgisch recht wordt nochtans beëindigd van zodra de eerste dag van de maand een recht is geopend in de andere Staat.
vb. Een Oostenrijks werknemer is tewerkgesteld in België tot 15 december.
Hij keert terug naar Oostenrijk, waar hij een tewerkstelling begint op 15 februari.
Het recht op Belgische kinderbijslag wordt geopend op basis van de referentiemaand (november) tot 31 maart.
De Belgische kinderbijslag zal worden betaald tot eind februari.
Indien de activiteit in Oostenrijk begint op 1 februari, wordt recht op Belgische kinderbijslag geopend tot eind januari.
In afwachting van een opname in bijlage 8 van de Europese verordening 574/72, zijn bovenvermelde regelen van toepassing voor artikel 10bis van deze verordening.
D. In geval van samenloop van bijslagen uit hoofde van activiteiten uitgeoefend door twee verschillende personen voorzien de bilaterale overeenkomsten de toepassing van de interne samenloopregelen (art. 60 G.W.).
Wat de Europese verordeningen betreft, zijn de artikelen 76 en 79 van verordening (EEG) 1408/71 en 10 van verordening (EEG) 574/72 van toepassing.
Een specifieke omzendbrief zal de noodzakelijke richtlijnen inhouden voor de toepassing van deze artikelen vanaf 1 mei 1990, volgend op de wijzigingen die hierin werden aangebracht door verordening (EEG) 3427/89.
E. Deze omzendbrief is van toepassing vanaf 1 april 1990.
De gevallen die, bij gebrek aan richtlijnen, werden opgelost door de kinderbijslaginstellingen op een tegenstrijdige wijze met de richtlijnen, opgenomen in onderhavige omzendbrief, moeten niet systematisch worden herzien, de gezinsbijslag die betaald werd in deze omstandigheden moet niet worden teruggevorderd.