Kruimelpad
MO 159 van 12 mei 1958 - Typereglement betreffende de controle
Tekst
Ik heb de eer U in bijlage een tekst van type-reglement betreffende de controle mede te delen, waardoor de compensatiekassen zich nuttig kunnen laten inspireren.
In overeenstemming met de bepalingen van artikel 24 der geordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders en op advies van de Commissie van advies inzake controle en betwiste zaken1 werd dit reglement door mij goedgekeurd.
De compensatiekassen die deze nieuwe bepalingen integraal zouden aanvaarden mogen zich als volledig in regel beschouwen met de bepalingen van voornoemd artikel 24.
In deze eventualiteit zal het volstaan dat zij ten einde aan het voorschrift van artikel 26 van voormelde geordende wetten te voldoen, aan mijn Departement hun beslissing betekenen.
De compensatiekassen die zich niet uitsluitend aan de aanvaarding van deze nieuwe type-bepalingen zouden houden, dienen mijn Departement hiervan te verwittigen en elke andere bepaling aan het advies van de Commissie van advies inzake controle en betwiste zaken2 voor te leggen vooraleer ze door mij eventueel te doen goedkeuren, zulks overeenkomstig de bepalingen van artikel 24 van de geordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders.
TYPE-REGLEMENT BETREFFENDE DE CONTROLE
I. - Toezicht uitgeoefend op de werkgevers.
Artikel 1. - De Raad van Beheer neemt alle maatregelen om de regelmatige en doelmatige controle te verzekeren in overeenstemming met de wettelijke beschikkingen.
Hij duidt te dien einde een of meer toezichters aan.
Deze zullen drager zijn van een dienstbrief ondertekend door de bestuurder der Kas.
Artikel 2. - De toezichters zullen periodiek de wijze nagaan waarop de werkgevers zich van hun verplichtingen hebben gekweten.
Buiten deze regelmatige controle doet de Raad van Beheer tot aanvullend toezicht overgaan, hetzij op eigen initiatief, hetzij op aandringen van de Minister of de Nationale Compensatiekas voor Gezinsvergoedingen3 .
Artikel 3. - De toezichters der Kas zullen vrije toegang hebben tot de werkhuizen, steengroeven, werven, burelen en in algemene zin, tot alle lokalen welke niet tot woning dienen en waar een of meer personen werkzaam zijn.
Zij zullen aan de ondernemingshoofden en patroons alsmede aan de zaakvoerders, bestuurders, aangestelden, meestergasten of arbeiders alle inlichtingen mogen vragen die nodig zijn om zich van hun opdracht te kwijten.
Zij zullen vertoon kunnen eisen, zonder verplaatsingen, van alle documenten of uittreksels uit documenten, wier raadpleging met het oog op toezicht zou nodig zijn, zoals de documenten waarvan het houden opgelegd wordt door het koninklijk besluit van 12 november 1952 op de vereenvoudiging der sociale documenten4 , de boeken, registers, enz...
Artikel 4. - De toezichters zullen verslag opmaken aan de bestuurder over elk toezicht dat zij bij de leden der kas zullen uitgevoerd hebben.
Indien in dit verslag een inbreuk wordt vermeld, zendt de bestuurder afschrift van dit verslag aan de betrokkene en nodigt hem ter verrechtvaardiging uit. Zo het bewezen is dat er bedrog werd gepleegd of een ernstige tekortkoming werd bedreven, maakt de directeur het verslag van de controleur over aan de Raad van Beheer samen met de gebeurlijke verrechtvaardiging van het lid.
II. - Toezicht uitgeoefend op de rechthebbenden en vergoedingtrekkenden.
Artikel 5. - Wanneer de juistheid van de verklaringen gedaan door de rechthebbenden die deel uitmaken van hun gezin en twijfelachtig schijnen, zijn de leden gehouden de Kas er van in te lichten.
Artikel 6. - Buiten de door de werkgever uitgeoefende controle zal de bestuurder bij de rechthebbenden en vergoedingtrekkenden nagaan of de voorwaarden voor toekenning van de kinderbijslag vervuld zijn en namelijk het bestaan van een daadwerkelijk contract van verhuring van diensten hetwelk de r echthebbende aan de leden der kas bindt. In geval van twijfel omtrent de werkelijkheid van de verhuring van diensten zal de kas zich met de Rijksdienst voor Maatschappelijk Welzijn in betrekking stellen om het geval te beslechten.
De Directeur zal zich, met het oog op het toezicht waarvan sprake bij voorgaande alinea, naar de woonplaats der betrokkenen mogen begeven, vertoon van trouwboekje, uittreksels uit geboorteakten, overlijden of huwelijk, levensgetuigschriften, enz... eisen.
Hij kan eisen de kinderen te zien.
Hij is gemachtigd onderzoek in te stellen bij de geburen, betrekkingen en kennissen, alsmede bij de politie en openbare machten ten einde er zich van te overtuigen dat aan alle voorwaarden welke het recht op gezinsvergoedingen beheersen, is voldaan.