Kruimelpad
Artikel 72 Groeipakketdecreet
Tekst
§1. Als aan twee personen, hetzij de ouders, hetzij de werkelijke opvoeders, de selectieve participatietoeslagen leerling, vermeld in boek 2, deel 2, titel 1, en de andere toelagen, vermeld in boek 2, deel 3, worden uitbetaald overeenkomstig artikel 70, bepalen die samen welke uitbetalingsactor de toelagen aan hen uitbetaalt.
De ouders en de werkelijke opvoeders bepalen ook samen aan wie van hen de gekozen uitbetalingsactor de selectieve participatietoeslagen leerling en de andere toelagen uitbetaalt. De selectieve participatietoeslagen leerling en de andere toelagen kunnen aan hen samen uitbetaald worden, of ze kunnen toegewezen worden aan een van hen. Ze geven daarvoor een bankrekening op.
De keuze van de ouders of de werkelijke opvoeders, vermeld in het eerste en tweede lid, geldt voor alle toelagen in het kader van het gezinsbeleid die aan hen worden uitbetaald, en voor alle kinderen voor wie ze samen een uitbetaling ontvangen.
§2. De ouders of de werkelijke opvoeders kunnen samen met een schriftelijk verzoek de uitbetalingsactor of bankrekening wijzigen.
Het verzoek tot wijziging van uitbetalingsactor is alleen ontvankelijk als er een minimale aansluiting van één jaar is bij de actieve uitbetalingsactor. De wijziging van uitbetalingsactor gaat in vanaf het eerste kwartaal dat volgt op het kwartaal waarin een ontvankelijk wijzigingsverzoek is ingediend.
De wijziging van bankrekening gaat ten laatste in vanaf de maand die volgt op de maand waarin de wijziging schriftelijk is doorgegeven.
§3. Elk van beide ouders of werkelijke opvoeders kan met een schriftelijk verzoek zijn toestemming voor de gekozen uitbetalingsactor of de gekozen bankrekening intrekken.
§4. Een wijziging van uitbetalingsactor heeft geen gevolgen voor een openstaande schuld bij de actieve uitbetalingsactor. De openstaande schuld volgt de wijziging van uitbetalingsactor. Bij verschillende schulden primeert de oudste schuld.
§5. Als de ouders of werkelijke opvoeders geen uitbetalingsactor aanwijzen, vóór de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin de gebeurtenis die aan- leiding geeft tot het openen van het recht zich voordoet, neemt het agentschap de betaling van de betrokken toelagen vanaf die maand op. De ouders of werkelijke opvoeders worden door het agentschap op de hoogte gebracht dat ze gedurende een termijn van drie maanden na de maand waarin de betrokken gebeurtenis zich voordeed, de keuze kunnen kenbaar maken om aan te sluiten bij een uitbetalingsactor. Deze uitbetalingsactor neemt de betalingen over van het agentschap de maand nadat de ouders of werkelijke opvoeders hun keuze hebben gemaakt. Indien het agentschap binnen die termijn als uitbetalingsactor wordt gekozen, zet zij de betalingen verder.
Indien de ouders of werkelijke opvoeders niet binnen de in het eerste lid vermelde periode een keuze voor een uitbetalingsactor hebben gemaakt, wordt de begunstigde van rechtswege aangesloten bij het agentschap. De aansluiting van rechtswege heeft dezelfde gevolgen als vermeld in paragraaf 2, tweede lid.
Als beide ouders of de werkelijke opvoeders niet bepalen op welke bankrekening de selectieve participatietoeslagen leerling en de andere toelagen aan hen moeten worden uitbetaald vóór de eerste van de maand die volgt op de maand waarin het recht is ontstaan, of als een van beide ouders of werkelijke opvoeders zijn toestemming intrekt, worden de selectieve participatietoeslagen leerling en de andere toelagen uitbetaald aan de jongste onder hen. De voormelde jongste ouder of werkelijke opvoeder kan een uitbetalingsactor van zijn keuze aanwijzen, onder voorbehoud van de bepaling over de minimale aansluiting van één jaar in paragraaf 2, tweede lid. De voormelde jongste ouder of werkelijke opvoeder kan daarentegen een nieuw bankrekeningnummer kiezen conform paragraaf 2, derde lid.
In afwijking daarvan worden, als een van de werkelijke opvoeders een pleegzorger is als vermeld in artikel 59, §2, de toelagen, vermeld in paragraaf 1, altijd uitbetaald aan de pleegzorger.
§6. De Vlaamse Regering legt de regels vast voor de eerste uitbetalingen en de keuze van de bankrekening en bepaalt de voorwaarden voor de keuze van uitbetalingsactor, de mogelijke aansluiting van rechtswege en voor de overdracht tussen uitbetalingsactoren.
§7. Een afwijking van paragraaf 1, 2 en 5 is mogelijk nadat de bevoegde rechtbank daarover in het belang van de betrokken leerling of het betrokken kind een uitspraak heeft gedaan. De bevoegde rechtbank kan oordelen dat in het belang van de betrokken leerling of het betrokken kind de hele selectieve participatietoeslag en de andere toelagen, of een deel ervan, uitbetaald worden op een bankrekening die op naam van de leerling of het kind staat. De meest gerede partij bezorgt de gerechtelijke uitspraak aan de uitbetalingsactor.
Historiek
Decreet van 21 mei 2021 tot wijziging van diverse decreten over welzijn, volksgezondheid en gezin (B.S. 18.06.2021) – hoofdstuk 12 - artikel 66 - inwerkingtreding 28.06.2021
Aan artikel 72, §5, derde lid, van hetzelfde decreet worden de volgende zinnen toegevoegd:
“De voormelde jongste ouder of werkelijke opvoeder kan een uitbetalingsactor van zijn keuze aanwijzen, onder voorbehoud van de bepaling over de minimale aansluiting van één jaar in paragraaf 2, tweede lid. De voormelde jongste ouder of werkelijke opvoeder kan daarentegen een nieuw bankrekeningnummer kiezen conform paragraaf 2, derde lid.”.
Referenties
Gewijzigd door
21 mei 2021 - Decreet tot wijziging van diverse decreten over welzijn, volksgezondheid en gezin (B.S. 18.06.2021) - artikel 66
Zie ook