Kruimelpad
Artikel 31 BVR Rechtgevend kind
Tekst
Het kind dat de lessen onderbreekt die het gevolgd heeft in het buitenland in de periode tussen het einde van de vakantie in het buitenland en het begin van de zomervakantie in België, heeft recht op gezinsbijslagen tijdens de zomervakantie in België en dit gedurende maximaal vier maanden, indien het zich ten laatste op dertig november terug inschrijft voor een opleiding in België of een andere EER-lidstaat of Zwitserland.
Het kind dat de lessen of de opleiding onderbreekt die het gevolgd heeft in België of in een andere EER-lidstaat of Zwitserland in de periode tussen het einde van de zomervakantie in België en het begin van de vakantie in het buitenland, heeft recht op gezinsbijslagen tijdens de vakantieperiode in het buitenland en dit gedurende maximaal vier maanden, indien het de lessen in het buitenland hervat op de dag dat de lessen terug starten na de vakantieperiode.
In het eerste en tweede lid wordt verstaan onder vakantie in het buitenland: de periode die overeenstemt met de werkelijke vakantie in het buitenland, waarvan het bewijs geleverd moet worden. Die periode mag evenwel niet meer dan vier maanden beslaan. Als de periode tussen twee school- of academiejaren meer dan vier maanden bedraagt, wordt de resterende periode gedekt door en afgetrokken van de twaalf maanden als schoolverlater.