Geef een zoekwoord in, en selecteer indien gewenst een filter.
Indien je zoekterm bestaat uit meerdere woorden, zet je deze tussen aanhalingstekens (“). Op meerdere termen tegelijk zoeken, kan door het gebruik van een komma.

Mededeling van de FOD Sociale Zekerheid nr. 623 van 10 juli 2017 - Overeenkomst betreffende de sociale zekerheid en Administratieve Schikking tussen het Koninkrijk België en de Republiek Tunesië

    Het Koninkrijk België en de Republiek Tunesië zijn de hierna volgende bepalingen overeengekomen op het vlak van de gezinsbijslagregeling (zie teksten van deze Overeenkomst betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en de Republiek Tunesië, gedaan te Tunis op 28 maart 2013 (Belgisch Staatsblad, 23 mei 2017)1 ;en Administratieve Schikking betreffende de toepassing van de Overeenkomst betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en de Republiek Tunesië, gedaan te Tunis op 25 oktober 2013 (Belgisch Staatsblad, 31 mei 2017) in bijlage).

    1. TOEPASSINGSGEBIED

    Behoudens andersluidende bepalingen, is deze Overeenkomst van toepassing:

    • op de personen op wie de wetgeving van een van beide Overeenkomstsluitende Staten van toepassing is of geweest is (als mogelijke rechthebbenden op kinderbijslag op basis van de Algemene kinderbijslagwet2en die onderdanen zijn van een van beide overeenkomstsluitende Staten (personen van Belgische of Tunesische nationaliteit3 ),dan wel staatlozen of door een van de overeenkomstsluitende Staten erkende vluchtelingen zijn, alsmede op hun gezinsleden en hun nagelaten betrekkingen;
    • op de nagelaten betrekkingen en op de gezinsleden van personen op wie de wetgeving van een van beide Overeenkomstsluitende Staten van toepassing is geweest, ongeacht de nationaliteit van laatstgenoemden, wanneer deze nagelaten betrekkingen of deze gezinsleden onderdanen zijn van een van beide overeenkomstsluitende Staten, dan wel Staatlozen of door een van de overeenkomstsluitende Staten erkende vluchtelingen4 .

    Onder “gezinsbijslag” wordt verstaan in de Overeenkomst5de periodieke uitkeringen zoals vermeld in de Administratieve Schikking (zie hieronder punten 2. en 3).

    2. UITVOER VAN GEZINSBIJSLAG

    De gezinsbijslag, verschuldigd voor kinderen die in Tunesië wonen, moet betaald worden overeenkomstig de volgende bepalingen, wanneer deze verschuldigd is:

    • uit hoofde van personen op wie de Belgische wetgeving van toepassing is6
    • uit hoofde van de rechthebbende op pensioenen of renten, verschuldigd krachtens de Belgische en Tunesische wetgeving, wanneer deze rechthebbende woont in België7
    • uit hoofde van de wees van een overleden persoon die laatst onderworpen was aan de Belgische wetgeving en onder de bij deze wetgeving bedoelde voorwaarden8

    De gezinsbijslag wordt toegekend aan de persoon die onderworpen is aan de Belgische wetgeving en aan de gerechtigde op Belgische prestaties die in België woont. Deze personen en gerechtigden hebben recht op gezinsbijslag voor hun eigen kinderen en voor de eigen kinderen van hun echtgenoot; het aantal rechtgevende kinderen is evenwel beperkt tot ten hoogste vier kinderen9 .

    De gezinsbijslag wordt toegekend tot de leeftijd van 16 jaar of tot de leeftijd van 25 jaar wanneer het kinderen betreft die lessen volgen onder de voorwaarden vastgesteld bij de Belgische wetgeving10 .

    De toegekende gezinsbijslag bedraagt11 :

    • voor het eerste kind: 27,21 EUR per maand
    • voor het tweede kind: 28,91 EUR per maand
    • voor het derde kind: 30,61 EUR per maand
    • voor het vierde kind: 32,31 EUR per maand

    Overeenkomstig de Belgische wetgeving die voorziet in de koppeling van de sociale uitkeringen aan het indexcijfer der consumptieprijzen, worden deze bedragen systematisch herzien op basis van het voormelde indexcijfer. Ze zijn gekoppeld aan het spilindexcijfer 119,62 (basis 2004=100)12 .

    3. INVOER TOEPASSINGSGEBIED

    Omgekeerd moet de gezinsbijslag die verschuldigd is voor kinderen die in België wonen, betaald worden overeenkomstig de volgende bepalingen, wanneer deze verschuldigd is:

    • uit hoofde van personen op wie de Tunesische wetgeving van toepassing is13
    • uit hoofde van de rechthebbende op pensioenen of renten, verschuldigd krachtens de Belgische en Tunesische wetgeving, wanneer deze rechthebbende woont in Tunesië14
    • uit hoofde van de wees van een overleden persoon die laatst onderworpen was aan de Tunesische wetgeving en onder de bij deze wetgeving bedoelde voorwaarden15

    De gezinsbijslag wordt toegekend aan de persoon die onderworpen is aan de Tunesische wetgeving en aan de gerechtigde op Tunesische prestaties die in Tunesië woont, overeenkomstig de voorwaarden die deze wetgeving oplegt16  en op basis van de bedragen die opgenomen zijn onder punt 2. hierboven17 .

    Het bedrag van deze gezinsbijslag is ten laste van de bevoegde Tunesische instelling. Dit door Tunesië betaald bedrag wordt uitbetaald in Dinar, het bedrag houdt rekening met de evolutie van de bedragen van de gezinsbijslag in Tunesië18 . De bevoegde Tunesische autoriteit deelt de wijzigingen aan deze bedragen onverwijld mee aan de bevoegde Belgische autoriteit19 .

    Niettegenstaande de voormelde principes onder de punten 2. en 3. hierboven, wanneer een recht op gezinsbijslag bestaat in België en in Tunesië, wordt de Staat waar het kind woont beschouwd als de bevoegde Staat, die de last van de gezinsbijslag heeft20 .

    4. SAMENTELLING TIJDVAKKEN VAN VERZEKERING

    Om rechthebbende op kinderbijslag te zijn op basis van de Algemene kinderbijslagwet, moet de werknemer of de zelfstandige in bepaalde gevallen voldaan hebben aan de voorwaarden om aanspraak te kunnen maken op tenminste zes maandelijkse forfaitaire kinderbijslagen op basis van deze wet, tijdens twaalf maanden onmiddellijk voorafgaand aan een bepaalde gebeurtenis.  Men kan hierbij rekening houden met de verzekeringstijdvakken vervuld onder de wetgeving van Tunesië, op voorwaarde dat deze de verzekeringstijdvakken vervuld onder de wetgeving van België niet overlappen21 .

    5. INWERKINGTREDING

    Deze Overeenkomst treedt in werking op 1 mei 201722 .

    Op de dag van de inwerkingtreding van deze Overeenkomst, houdt het Algemeen verdrag betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en de Republiek Tunesië, ondertekend op 29 januari 1975, op te bestaan en wordt het vervangen door deze Overeenkomst.

    De aanvragen voor prestaties gedaan vóór de inwerkingtreding van deze Overeenkomst, maar waarin op die datum nog geen beslissing is genomen, worden onderzocht ten aanzien van zowel de bepalingen van het voornoemde verdrag van 29 januari 1975 als van deze Overeenkomst. De gunstigste uitkomst voor de verzekerde wordt daarbij in aanmerking genomen23 .

    De dossiers die afgehandeld zijn overeenkomstig voormeld Algemeen verdrag betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en de Republiek Tunesië, ondertekend op 29 januari 1975 of in uitvoering van een toegekende afwijking24 en die leiden tot een uitbetaling vanaf 1 mei 2017, moeten herzien worden in de mate dat ze onder het toepassingsgebied vallen van de huidige Overeenkomst betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en de Republiek Tunesië, ondertekend in Tunis op 28 maart 2013. 

    De dag waarop deze Schikking in werking treedt, houden de Administratieve Schikking betreffende de toepassingsmodaliteiten van het Algemeen Verdrag betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en de Republiek Tunesië van 29 januari 1975 evenals de teksten tot wijziging of aanvulling ervan op te bestaan en worden ze vervangen door deze Schikking. Deze Schikking treedt in werking op dezelfde datum als de Overeenkomst en zal dezelfde duur hebben25 .

    De bestaande administratieve onderrichtingen die strijdig zijn met de huidige Mededeling, worden opgeheven vanaf 1 mei 2017.

    IN ’T KORT :
    Overeenkomst betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en de Republiek Tunesië, ondertekend in Tunis op 28 maart 2013:
    toekenning van de gezinsbijslag ten gunste van kinderen die in Tunesië wonen.

    De toegekende gezinsbijslag bedraagt:

    • voor het eerste kind: 27,21 EUR per maand
    • voor het tweede kind: 28,91 EUR per maand
    • voor het derde kind: 30,61 EUR per maand
    • voor het vierde kind: 32,31 EUR per maand

    Datum van inwerkingtreding van de Overeenkomst: 1 mei 2017.

    • 1Goedgekeurd bij :
      Wet van 9 september 2015 houdende instemming met de Overeenkomst betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en de Republiek Tunesië, gedaan te Tunis op 28 maart 2013 (Belgisch Staatsblad van 23 mei 2017).
      Decreet van 8 juli 2016 houdende instemming met de Overeenkomst betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en de Republiek Tunesië, ondertekend te Tunis op 28 maart 2013 (Belgisch Staatsblad van 22 augustus 2016).
      Decreet van 21 december 2016 houdende instemming, wat betreft de aangelegenheden waarvan de uitoefening door de Franse Gemeenschap naar het Waalse Gewest is overgedragen, met de Overeenkomst betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en de Republiek Tunesië, ondertekend te Tunis op 28 maart 2013 (Belgisch Staatsblad van 5 januari 2017).
      Ordonnantie van 23 december 2016 houdende instemming met: de Overeenkomst betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en de Republiek Tunesië, gedaan te Tunis op 28 maart 2013 (Belgisch Staatsblad van 2 februari 2017).
      Decreet van 26 januari 2017 houdende instemming met de Overeenkomst betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en de Republiek Tunesië, gedaan te Tunis op 28 maart 2013 (Belgisch Staatsblad van 9 februari 2017).
      Decreet van 20 februari 2017 houdende instemming met de Overeenkomst betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en de Republiek Tunesië, gedaan te Tunis op 28 maart 2013 (Belgisch Staatsblad van 14 maart 2017).
    • 2Artikel 8 van deze Overeenkomst bepaalt eveneens onder meer het volgende: De werknemer die, in dienst zijn de van een onderneming die op het grondgebied van een van de overeenkomstsluitende Staten een vestiging heeft waaronder hij normaal ressorteert, door deze onderneming gedetacheerd wordt naar het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat om er een werk voor haar rekening uit te voeren, blijft, samen met de gezinsleden die hem vergezellen, onder de toepassing vallen van de wetgeving van de eerste Staat, alsof hij werkzaam bleef op diens grondgebied, op voorwaarde dat de te verwachten duur van het door hem uit te voeren werk geen vierentwintig maanden overschrijdt en dat hij niet gezonden wordt ter vervanging van een andere persoon wiens detacheringsperiode is afgelopen. Wanneer deze detachering langer duurt dan 24 maanden, kunnen de bevoegde autoriteiten van beide overeenkomstsluitende Staten of de bevoegde instellingen aangeduid door deze bevoegde autoriteiten overeenkomen dat enkel de wetgeving van de eerste overeenkomstsluitende Staat van toepassing blijft op de werknemer. Deze verlenging mag evenwel niet worden toegekend voor een periode van meer dan zesendertig maanden en moet worden aangevraagd vóór het einde van de aanvankelijke periode van vierentwintig maanden.

      Wanneer een persoon op wie de wetgeving van een overeenkomstsluitende Staat van toepassing is en die gewoonlijk als zelfstandige werkt op het grondgebied van deze overeenkomstsluitende Staat, tijdelijk een gelijkaardige zelfstandige activiteit uitoefent, enkel op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat, blijft op deze persoon enkel de wetgeving van de eerste overeenkomstsluitende Staat van toepassing, alsof deze persoon werkzaam bleef op het grondgebied van de eerste overeenkomstsluitende Staat, op voorwaarde dat de te verwachten duur van de zelfstandige activiteit op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat geen vierentwintig maanden overschrijdt.
      Wanneer deze zelfstandige activiteit op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat langer duurt dan de aanvankelijke periode van vierentwintig maanden, kunnen de bevoegde autoriteiten van beide overeenkomstsluitende Staten of de bevoegde instellingen aangeduid door deze bevoegde autoriteiten overeenkomen dat enkel de wetgeving van de eerste overeenkomstsluitende Staat van toepassing blijft op de zelfstandige. Deze verlenging mag evenwel niet worden toegekend voor een periode van meer dan zesendertig maanden en moet worden aangevraagd vóór het einde van de aanvankelijke periode van vierentwintig maanden. 
      Artikel 9 van deze Overeenkomst bepaalt eveneens het volgende :
      Op ambtenaren en het gelijkgesteld personeel van een overeenkomstsluitende Staat die worden gedetacheerd naar het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat om er hun activiteit uit te oefenen, alsook op hun gezinsleden, blijft de wetgeving van eerstgenoemde Staat van toepassing.
    • 3Artikel 1, 1.b) van deze Overeenkomst.
    • 4Artikel 3 van deze Overeenkomst.
    • 5Artikel 40. 2. van deze Overeenkomst.
    • 6Artikel 40.3. van deze Overeenkomst.
    • 7Artikel 40.4. van deze Overeenkomst.
    • 8Artikel 40.5. van deze Overeenkomst.
    • 9 Artikel 24.1. van deze Administratieve Schikking.
    • 10 Artikel 24.3. van deze Administratieve Schikking.
    • 11 Artikel 24.4. van deze Administratieve Schikking.
    • 12 Artikel 24.5. van deze Administratieve Schikking.
    • 13 Artikel 40.3. van deze Overeenkomst.
    • 14 Artikel 40.4. van deze Overeenkomst.
    • 15 Artikel 40.5. van deze Overeenkomst.
    • 16 Artikel 26.1. van deze Administratieve Schikking.
    • 17 Artikel 24.4. van deze Administratieve Schikking.
    • 18 Artikel 26.3. van deze Administratieve Schikking.
    • 19 Artikel 26.4. van deze Administratieve Schikking.
    • 20 Artikel 40. 6. van deze Overeenkomst.
    • 21 Artikel 40. 1. van deze Overeenkomst.
    • 22 Artikel 59 van deze Overeenkomst.
    • 23 Artikel 58 van deze Overeenkomst.
    • 24- op basis van artikel 52, tweede lid, van de Algemene kinderbijslagwet: tegen het bedrag, bepaald in de Aanvullende Administratieve Schikking van 9 mei 2001 tot wijziging en vervollediging van de Administratieve Schikking van 27 februari 1977, gewijzigd bij akkoord van 2 oktober 1991, betreffende de toepassingsmodaliteiten van het Algemeen Verdrag betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en de Republiek Tunesië van 29 januari 1975;
      - op basis van artikel 52, derde lid, van de Algemene kinderbijslagwet: tegen de bedragen opgenomen in de Algemene kinderbijslagwet.
    • 25 Artikel 31 van deze Administratieve Schikking.
    Datum van afkondiging
    Top