Geef een zoekwoord in, en selecteer indien gewenst een filter.
Indien je zoekterm bestaat uit meerdere woorden, zet je deze tussen aanhalingstekens (“). Op meerdere termen tegelijk zoeken, kan door het gebruik van een komma.

Toelichtingsnota 14 - Bijlage 1 van 25 februari 2021 - Winstgevende activiteit

     

    Inhoudstafel

    1. Inleiding

    Er bestaat een onvoorwaardelijk recht op het Groeipakket tot en met de maand waarin het kind 18 jaar wordt of tot en met de maand waarin het kind 21 jaar wordt indien  erkend als kind met een specifieke ondersteuningsbehoefte.

    Vanaf de leeftijd van 18 jaar (of 21 jaar) is het recht verbonden aan een aantal voorwaarden:

    • Niet-hoger onderwijs: inschrijving van minstens 17 lesuren en de verplichting de lessen te volgen.
    • Hoger Onderwijs: inschrijving van minstens 27 studiepunten of minder dan 24 studiepunten in een diplomajaar.
    • Erkend onderwijs in het buitenland
    • Schoolverlater: nog 12 maanden recht als voldaan aan de algemene voorwaarden hieronder

    Gemeenschappelijke voorwaarden die geen beletsel vormen voor de uitbetaling:

    • Maximaal 475 uren per kalenderjaar werken als student (een arbeidsovereenkomst voor studenten zoals vermeld in titel VII van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten)
    • Daarnaast nog maximaal 80 uren per maand werken als werknemer1
    • Werken als zelfstandige waarbij geen bijdragen verschuldigd zijn als zelfstandige in hoofdberoep.

    Het ontvangen van een sociale uitkering2  die voortvloeit uit een regeling over ziekte, invaliditeit, arbeidsongevallen, beroepsziekten, werkloosheid of loopbaanonderbreking zijn een beletsel voor het toekennen van de gezinsbijslag voor de maand(en) waarop de uitkering betrekking heeft3 .

    Bijzonderheden:

    • Tewerkstellingen in het kader van een opleiding alternerend leren en werken of een bezoldigde stageovereenkomst4  tellen niet mee voor de bepaling van de 80-urennorm. Sociale uitkeringen die hieruit voortvloeien vormen ook geen beletsel gedurende de periode waarin de jongere de hoedanigheid van student heeft5
    • Tewerkstelling in het kader van Individuele Beroepsopleiding (IBO) tellen niet mee voor de bepaling van de 80-urennorm6 .
      Ontvangt de jongere louter een IBO-premie dan is dit geen beletsel voor de gezinsbijslag. Indien de jongere daarnaast nog een sociale uitkering (inschakelingsuitkering of werkloosheidsuitkering) ontvangt, vormt dit wel een beletsel.
    • Voor de schoolverlater is het ontvangen van een inkomensvervangende tegemoetkoming 7 een beletsel (leefloon en integratietegemoetkoming daarentegen niet).

    Er wordt geen rekening gehouden met inkomsten8 .

    2. Winstgevende activiteit

    Binnen het Groeipakket wordt er voor de vaststelling of een tewerkstelling een beletsel vormt voor de student of de schoolverlater getoetst of de tewerkstelling voldoet aan de 80-urennorm. Dit betekent dat de student/schoolverlater per maand niet meer dan 80 uren per maand effectieve prestaties levert .

    Er wordt geen rekening gehouden met ontvangen vergoedingen en inkomsten.

    Tewerkstellingen waarvoor geen DMFA-gegevens worden ontvangen, worden niet in rekenschap genomen en worden beschouwd als een toegelaten activiteit.

    Hieronder volgt een overzicht van enkele specifieke tewerkstellingen en de beoordeling voor het vaststellen van het recht:

    • Gelegenheidswerker

    Studenten kunnen in bepaalde sectoren, waaronder horeca, 50 dagen9  werken als gelegenheidswerker. Voor deze tewerkstellingen wordt er ook een bepaalde formule van verminderde sociale bijdrage gehanteerd.
    Vooraleer de jongere zich kan beroepen op dergelijke tewerkstelling dient hij eerst de 475-uren die worden toegekend aan studenten op te gebruiken.
    Bijgevolg worden de tewerkstellingen als gelegenheidswerker getoetst aan de 80-urennorm op basis van de DmfA.

    • Flexijobs

    Aangezien er binnen het Groeipakket geen rekening wordt gehouden met inkomsten, wordt er enkel getoetst of de jongere bij het uitoefenen van een flexijobs voldoet aan de 80-urennorm op basis van de DmFa.

    • Onthaalouders

    Onthaalouders krijgen vaak geen statuut maar een onkostenvergoeding. Er wordt binnen het Groeipakket geen rekening gehouden met deze onkostenvergoeding, enkel met het aantal gepresteerde uren op basis van de DmFa.
    Indien de jongere onthaalouder is binnen een statuut als zelfstandige dan vormt dit enkel een beletsel indien die een zelfstandige activiteit is in hoofdberoep.

    • Atleet

    Aangezien er binnen het Groeipakket geen rekening wordt gehouden met inkomsten, wordt er enkel getoetst of de jongere bij het uitoefenen van een activiteit als atleet voldoet aan de 80-urennorm op basis van de DmFa.

    • Code A17 – Socio-culturele sector en sportmanifestaties

    Aangezien er voor deze tewerkstellingen  geen DMFA wordt gegenereerd, vormt deze tewerkstelling geen beletsel.

    • Tewerkstelling Onderwijs

    Bij tewerkstellingen in het onderwijs, bijvoorbeeld als schoolverlater, wordt er steeds een arbeidscontract afgeleverd dat loopt van het begin van het schooljaar tot het einde van het schooljaar. Tijdens de zomervakantie is er geen arbeidscontract, maar wordt er wel een gelijkgesteld loon uitbetaald, er zijn geen gepresteerde uren in deze periode.
    Aangezien er voor de maanden tijdens de schoolvakantie geen gepresteerde uren zijn, is er geen beletsel voor het recht op gezinsbijslag.

    • Tewerkstelling als gemeenteraadslid

    Aangezien er binnen het Groeipakket geen rekening wordt gehouden met inkomsten, worden de effectief gepresteerde uren getoetst aan de 80-urennorm.

    Dossiers waarin er specifieke winstgevende activiteiten voorkomen en het niet duidelijk is of deze tewerkstelling mogelijk een beletsel vormt, worden voorgelegd aan advies@vutg.be

    2.1. Sociale uitkering uit een toegestane activiteit

    Alternerend leren werken

    De tewerkstelling die het kind dat een systeem van alternerend leren en werken volgt, uitoefent in het kader van de praktische opleiding op de werkplek, of die het kind uitoefent tijdens een bezoldigde stageovereenkomst, wordt niet beschouwd als een winstgevende activiteit. Indien een jongere in dit geval een sociale uitkering ontvangt, dient te worden nagegaan of deze uitkering voortvloeit uit een tewerkstelling in het kader van alternerend leren en werken. Dit kan worden nagevraagd bij de begunstigden of bij de jongere zelf.
    Als blijkt dat dit zo is, dan vormt het ontvangen van de uitkering geen beletsel gedurende de periode waarin de jongere de hoedanigheid van student heeft10 .  

    Zowel studenten die geen tewerkstelling in het stelsel van alternerend leren en werken of een bezoldigde stageovereenkomst uitoefenen als voor schoolverlaters is het ontvangen van een sociale uitkering steeds een beletsel voor de gezinsbijslag voor de maand waariop de uitkering betrekking heeft.

    3. Tewerkstelling als werknemer

    Op het einde van elke maand zal GPA op basis van de RIP controleren of er een niet-toegelaten activiteit van meer dan 10 dagen heeft plaatsgevonden in die maand.

    • RIP geeft een toegelaten activiteit aan over de betrokken maand: er wordt geen actie ondernomen.
    • RIP geeft een niet-toegelaten activiteit aan over de betrokken maand maar deze duurde minder dan 10 dagen: er wordt geen actie ondernomen.
    • RIP geeft een niet-toegelaten activiteit aan over de betrokken maand die minstens 10 dagen duurde: de betaling wordt in beletsel gezet.
      Op dat moment wordt een motiveringsbrief verstuurd naar de begunstigden met de reden van het beletsel. De begunstigden kunnen naar aanleiding van de ontvangst van deze motiveringsbrief aantonen dat het gaat om een toegelaten activiteit11 . De betalingen kunnen dan hervat worden.

    Bij ontvangst van de DmFa zal GPA een nieuwe controle uitvoeren op basis van de ontvangen gegevens.
    Voor wat betreft het aantal gewerkte uren per maand, zal GPA de uren per kwartaal verdelen over de betrokken maanden volgens het aantal gewerkte dagen per maand.
    De beslissing om de betalingen in beletsel te zetten op basis van de controle van de DmFa dient aan de begunstigden te worden gemotiveerd. De motivering dient niet opnieuw te gebeuren indien de betalingen reeds in beletsel waren gezet op basis van de ontvangen RIP.
    De begunstigden kunnen aan de hand van bewijsstukken aantonen dat er voor 1 of meerdere maanden van het betrokken kwartaal toch recht is op gezinsbijslagen, bijvoorbeeld omdat het aantal gepresteerde uren voor 1 of meerdere maanden onder de 80-urennorm ligt.

    4. Zelfstandige in hoofdberoep

    Indien uit de ARZA-flux blijkt dat de jongere is aangesloten als zelfstandige in hoofdberoep12  (code A of L) zal GPA de betaling in beletsel zetten over de betrokken periode. De begunstigden worden hierover ingelicht via een motiveringsbrief.

    5. Sociale uitkering

    Als uit de fluxen blijkt dat de jongere een sociale uitkering ontvangt, dan dient de consulent na te gaan of deze uitkering voortvloeit uit een tewerkstelling in het kader van alternerend leren en werken of een bezoldigde stageovereenkomst om te bepalen of dit een beletsel is voor de leerling/student. Indien er geen andere actviteit/prestaties zijn buiten de tewerkstelling in het kader van alternerend leren en werken of en bezoldigde stageovereenkomst, mag aangenomen worden dat de uitkering geen beletsel vormt. Indien niet, dient betrokkene hierover bevraagd te worden en dient hij de bewijsstukken aan te leveren.
    Als de sociale uitkering inderdaad voortvloeit uit een tewerkstelling in het kader van leren en werken dan vormt de sociale uitkering geen beletsel voor het recht op gezinsbijslag tot zolang de jongere de hoedanigheid van student heeft. Op het moment dat de leerling/student schoolverlater wordt en hij deze uitkering blijft ontvangen, dan vormt dit wel beletsel.

    • 1Combinatie met tewerkstelling student (verminderde bijdrage) mogelijk.
    • 2Ook een sociale uitkering die voortvloeit vanuit een toegelaten activiteit als student vormt een beletsel. Hierop is enkel een uitzondering voorzien voor jongeren die een regeling van alternerend leren en werken volgen of een bezoldigde stageovereenkomst.
    • 3Voor kinderen met een specifieke ondersteuningsbehoefte is dit enkel een beletsel voor de zorgtoeslag.
    • 4Alle stages die kaderen in het volgen van een opleiding en noodzakelijk zijn voor het behalen van een diploma zijn toegelaten.
    • 5Tijdens de 12 maanden schoolverlater vormt de uitkering die voortvloeit uit een toegelaten activiteit binnen het stelsel van alternerend leren en werken een beletsel.
    • 6Hetzelfde principe geldt ook voor beroepsinstapstage, beroepsinlevingsstage en beroepsinlevingsovereenkomst.
    • 7Voor studenten is het ontvangen van een IVT geen beletsel, behalve voor de zieke student onder artikel 20, §4 van het BVR Rechtgevend kind.
    • 8Uitzondering: de jongere die een stage doorloopt om in een openbaar ambt te kunnen worden benoemd, mag bij het uitvoeren van die stage geen vergoeding of loon krijgen.
    • 9Een uur tewerkstelling wordt gecodeerd als een dag.
    • 10Tijdens de 12 maanden schoolverlater vormt de uitkering die voortvloeit uit een toegelaten activiteit binnen het stelsel leren en werken een beletsel.
    • 11Het feit dat het gaat om een toegelaten activiteit dient aan de hand van bewijsstukken te worden aangetoond.
    • 12Er wordt rekening gehouden met de aanvangsdatum die vermeld staat op het ARZA-bericht.
    Datum van publicatie
    Datum van afkondiging
    Top