Kruimelpad
De erkende vluchteling/subsidiaire bescherming
Tekst
De vluchteling is een persoon die uit gegronde vrees voor vervolging wegens zijn ras, godsdienst, nationaliteit, het behoren tot een bepaalde sociale groep of zijn politieke overtuiging, verblijft buiten het land waar hij vroeger zijn gewone verblijfplaats had, daarheen niet kan of, uit hoofde van bovenbedoelde vrees, niet wil terugkeren.
De erkenning als vluchteling heeft een declaratief karakter. Dat houdt in dat bij een positieve beslissing de erkende vluchteling verblijfsrecht heeft vanaf het verzoek om internationale bescherming.
Het recht op gezinsbijslagen wordt beperkt vanaf de erkenning van de vluchtelingenstatus van de ouder. Deze beperking is ingevoerd vanaf 4 juni 2020.
Hoewel eenzelfde procedure doorlopen wordt, heeft de persoon die niet erkend werd als vluchteling maar wel het statuut van subsidiaire bescherming wordt toegekend, slechts verblijfsrecht vanaf zijn erkenning als subsidiaire beschermeling, m.a.w. niet met terugwerkende kracht.
Voorbeeld - geldend vanaf 4 juni 2020
Het kind heeft geen verblijfsrecht. De ouder diende een verzoek internationale bescherming in op 15 juli 2021. De vluchtelingenstatus wordt door het CGVS toegekend van 15 januari 2022. De vrijstelling is ten vroegste van toepassing vanaf 15 januari 2022.
Voorbeelden - geldend tot 3 juni 2020
Betrokkene dient op 05/01/2019 een verzoek in om internationale bescherming. Hij/zij ontvangt een attest van immatriculatie dat geldig is van 20/01/2019 tot 30/09/2019. Tijdens de procedure heeft hij/zij geen verblijfsrecht (nog in onderzoek). Op 15/08/2019 wordt betrokkene erkend als vluchteling. Op 25/08/2019 wordt de A-kaart geldig tot 15/08/2024 uitgereikt.
→ Betrokkene heeft verblijfsrecht vanaf 05/01/2019.
Voorbeeld 2
2) Betrokkene dient op 05/01/2019 een verzoek in om internationale bescherming. Hij/zij ontvangt een attest van immatriculatie dat geldig is van 20/01/2019 tot 30/09/2019. Tijdens de procedure heeft hij/zij geen verblijfsrecht (nog in onderzoek). Hij/zij wordt niet erkend als vluchteling maar krijgt het statuut van subsidiaire beschermeling op 31/08/2019. Hij/zij ontvangt een A-kaart die geldig is van 15/09/2019 tot 31/08/2024.
→ Betrokkene heeft verblijfsrecht vanaf 31/08/2019.
Voorbeeld 3
3) Betrokkene diende op 05/01/2019 een verzoek in om internationale bescherming. Hij/zij ontvangt een attest van immatriculatie dat geldig is van 20/01/2019 tot 30/09/2019. Tijdens de procedure heeft hij/zij geen verblijfsrecht (nog in onderzoek). Hij/zij wordt niet erkend als vluchteling, noch als subsidiaire beschermeling.
→ Betrokkene had nooit verblijfsrecht.