Geef een zoekwoord in, en selecteer indien gewenst een filter.
Indien je zoekterm bestaat uit meerdere woorden, zet je deze tussen aanhalingstekens (“). Op meerdere termen tegelijk zoeken, kan door het gebruik van een komma.

Artikel 4 BVR Ondersteuningstoeslag

    Voor de volgende kinderen geldt een algemene vrijstelling van de toekenningsvoorwaarde voor de ondersteuningstoeslag, vermeld in artikel 56/1, eerste lid, 1°, van het Groeipakketdecreet van 2018:

    1. een kind dat het slachtoffer is van mensenhandel of -smokkel als vermeld in titel II, hoofdstuk IV, van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, geattesteerd door een centrum dat door de federale overheid erkend is en dat gespecialiseerd is in het onthaal van slachtoffers van mensenhandel of -smokkel, en dat recht heeft om voorlopig op het grondgebied te verblijven in afwachting van de definitieve beslissing over de verblijfsaanvraag conform de voormelde wet;
    2. een niet-begeleide minderjarige vreemdeling die recht heeft om voorlopig op het grondgebied te verblijven in afwachting van de definitieve beslissing over de verblijfsaanvraag conform de voormelde wet. De voormelde niet-begeleide minderjarige vreemdeling voldoet aan de volgende cumulatieve voorwaarden:
      a) minderjarig zijn
      b) niet-begeleide minderjarige vreemdeling zijn als vermeld in titel XIII, hoofdstuk 6, artikel 5 of 5/1, van de programmawet (I) van 24 december 2002. Het bewijs dat een minderjarig kind beschouwd kan worden als een niet-begeleide minderjarige vreemdeling wordt geleverd door een attest van de dienst Voogdij, vermeld in titel XIII, hoofdstuk 6, artikel 3, van de programmawet (I) van 24 december 2002, waarmee een voogd voor de niet-begeleide minderjarige vreemdeling wordt aangesteld;
    3. een kind dat niet toegelaten of gemachtigd is in België te verblijven of er zich te vestigen, waarvan een van de ouders Belg is of toegelaten of gemachtigd is in België te verblijven of er zich te vestigen. Als de ouder erkend vluchteling is, ontstaat het recht op gezinsbijslagen voor het kind vanaf de datum waarop de beslissing van erkenning van vluchtelingenstatus voor de ouder wordt genomen conform artikel 48/3 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
    Datum van publicatie
    Datum van afkondiging
    Top