Bij het agentschap Opgroeien regie wordt een geschillencommissie opgericht.
Tegen de beslissing van de uitbetalingsactor over de toelagen in het kader van het gezinsbeleid of tegen het uitblijven ervan na afloop van de termijn waarin hij op basis van dit decreet een beslissing moet nemen, kan alleen beroep worden ingesteld bij de geschillencommissie.
In afwijking van het vorige lid is de geschillencommissie niet bevoegd uitspraak te doen over de geschillen met betrekking tot de aanwijzing van de begunstigden, en over de geschillen met betrekking tot de kwalificatie van de ernst van de ondersteuningsbehoefte in het kader van de zorgtoeslag voor kinderen met een specifieke ondersteuningsbehoefte, vermeld in artikel 16, §1 en in het kader van de ondersteuningstoeslag, vermeld in artikel 56/1.
Bij een geschil over de aanwijzing van de begunstigden wordt de vordering, op straffe van verval, binnen zes maanden na de kennisgeving van de beslissing van de uitbetalingsactor ingeleid bij de bevoegde rechtbank. Bij een geschil over de kwalificatie van de ernst van de ondersteuningsbehoefte wordt de vordering, op straffe van verval, binnen drie maanden na de kennisgeving van de beslissing van de uitbetalingsactor ingeleid bij de bevoegde rechtbank.
De termijnen, vermeld in het vierde lid, worden gestuit door het instellen van een klacht of een verzoek tot
bemiddeling bij de klachten- en bemiddelingsdienst die opgericht is binnen het agentschap, over een beslissing die vatbaar is voor een beroep bij de bevoegde rechtbank. De termijnen, vermeld in het vierde lid, beginnen opnieuw te lopen vanaf de beslissing waarmee de klachtenbehandeling of het bemiddelingsverzoek werd afgehandeld.
Als de verzoeker de klacht of het verzoek tot bemiddeling intrekt, of als de klachtenbehandeling of het
bemiddelingsverzoek bij gebrek aan de vereiste elementen, vermeld in titel 2, hoofdstuk 5, van het Bestuursdecreet van 7 december 2018, wordt stopgezet, worden, in afwijking van het vijfde lid, de termijnen, vermeld in het vierde lid, geschorst tot op het ogenblik van de intrekking of de stopzetting.
De verzoeker rechtvaardigt de stuiting door een attest van de klachten- en bemiddelingsdienst in kwestie voor te leggen.