Kruimelpad
Artikel 91 van de Algemene kinderbijslagwet
Tekst
§ 1. De krachtens artikel 19 erkende vrije kinderbijslagfondsen en de bij artikel 31 bedoelde bijzondere kinderbijslagfondsen, zijn verplicht een reservefonds tot stand te brengen.
§2. Het reservefonds wordt gestijfd met:
a) het vermogen van het reservefonds van het
FAMIFED
de op grond van de Algemene kinderbijslagwet erkende of opgerichte kinderbijslagfondsen
">
FAMIFED
de op grond van de Algemene kinderbijslagwet erkende of opgerichte kinderbijslagfondsen
">kinderbijslagfonds op 30 juni 2014;
b) 1° wat de vrije, krachtens artikel 19 erkende kinderbijslagfondsen betreft: het deel van de toelage bedoeld bij artikel 94, § 2, a), dat door de Koning aan het reservefonds wordt toegewezen;
2° wat de bijzondere kinderbijslagfondsen waarvan sprake in artikel 31 betreft: een jaarlijkse storting door FAMIFED, ten belope van 0,15 per duizend van de
Art. 69 AKBW
Art. 73bis AKBW
Art. 73quater AKBW
">
Art. 69 AKBW
Art. 73bis AKBW
Art. 73quater AKBW
">gezinsbijslag betaald door het
FAMIFED
de op grond van de Algemene kinderbijslagwet erkende of opgerichte kinderbijslagfondsen
">
FAMIFED
de op grond van de Algemene kinderbijslagwet erkende of opgerichte kinderbijslagfondsen
">kinderbijslagfonds in de loop van het dienstjaar en van 1,5 % van het bedrag van de ten onrechte uitbetaalde
Art. 69 AKBW
Art. 73bis AKBW
Art. 73quater AKBW
">
Art. 69 AKBW
Art. 73bis AKBW
Art. 73quater AKBW
">gezinsbijslag die werd teruggeïnd;
c) de intresten opgebracht door de sommen van dit reservefonds en van het thesauriefonds bedoeld in artikel 93;
d) de schenkingen en legaten die aan het
FAMIFED
de op grond van de Algemene kinderbijslagwet erkende of opgerichte kinderbijslagfondsen
">
FAMIFED
de op grond van de Algemene kinderbijslagwet erkende of opgerichte kinderbijslagfondsen
">kinderbijslagfonds zouden worden toegekend;
e) de opbrengst van de geldboeten, bijdragenverhogingen en verwijlintresten bedoeld in het artikel 24, zevende lid;
f) [Opgeheven vanaf 01.01.2015 - Wet van 04.04.2014 (BS 05.05.2014)]
g) het deel van de overschotten van de beheersrekening dat eventueel wordt overgedragen overeenkomstig het derde lid van artikel 94, § 3.
h) de overdrachten bedoeld in artikel 94, § 7, 6°;
i) het deel van de toelage bedoeld in artikel 2, eerste lid, 7°, i), van het koninklijk besluit van 9 juni 1999 betreffende de beheersrekening en de administratieve reserve van de kinderbijslagfondsen.
§3. Het vermogen van het reservefonds van het
FAMIFED
de op grond van de Algemene kinderbijslagwet erkende of opgerichte kinderbijslagfondsen
">
FAMIFED
de op grond van de Algemene kinderbijslagwet erkende of opgerichte kinderbijslagfondsen
">kinderbijslagfonds mag op 31 december van het dienstjaar niet hoger zijn dan 1,5 % van het bedrag van de
Art. 69 AKBW
Art. 73bis AKBW
Art. 73quater AKBW
">
Art. 69 AKBW
Art. 73bis AKBW
Art. 73quater AKBW
">gezinsbijslag in de loop van datzelfde dienstjaar door het
FAMIFED
de op grond van de Algemene kinderbijslagwet erkende of opgerichte kinderbijslagfondsen
">
FAMIFED
de op grond van de Algemene kinderbijslagwet erkende of opgerichte kinderbijslagfondsen
">kinderbijslagfonds betaald.
Indien die grens wordt overschreden, wordt het overschot aan FAMIFED gestort in de loop van het eerste semester van het volgende dienstjaar. Het
FAMIFED
de op grond van de Algemene kinderbijslagwet erkende of opgerichte kinderbijslagfondsen
">
FAMIFED
de op grond van de Algemene kinderbijslagwet erkende of opgerichte kinderbijslagfondsen
">kinderbijslagfonds dat zijn overschot niet tijdig heeft doorgestort, is van rechtswege de wettelijke intrest verschuldigd.
De Koning kan, op voorstel van het Beheerscomité van FAMIFED, het percentage waarvan sprake in deze paragraaf wijzigen.
§4. Het reservefonds wordt aangewend:
1° tot voorlopige dekking van de ten onrechte betaalde
Art. 69 AKBW
Art. 73bis AKBW
Art. 73quater AKBW
">
Art. 69 AKBW
Art. 73bis AKBW
Art. 73quater AKBW
">gezinsbijslag die teruggevorderd wordt;
2° tot definitieve dekking van de ten onrechte betaalde
Art. 69 AKBW
Art. 73bis AKBW
Art. 73quater AKBW
">
Art. 69 AKBW
Art. 73bis AKBW
Art. 73quater AKBW
">gezinsbijslag die niet kan teruggevorderd worden wegens de
Art. 120 AKBW
Art. 120bis AKBW
">
Art. 120 AKBW
Art. 120bis AKBW
">verjaring bedoeld in artikel 120bis of op grond van artikel 17 van de wet van 11 april 1995 tot invoering van het handvest van de sociaal verzekerde;
3° [Opgeheven vanaf 01.01.2014, programmawet van 28.06.2013 (BS 01.07.2013)];
4° [Opgeheven vanaf 01.01.2014, programmawet van 28.06.2013 (BS 01.07.2013)];
5° [Opgeheven vanaf 01.01.2014, programmawet van 28.06.2013 (BS 01.07.2013)];
6° tot definitieve dekking van de verliezen die veroorzaakt zijn door in gebreke gebleven aangesloten werkgevers en rechthebbenden;
7° als voorschot om bij te dragen in de betaling op de vervaldag van de
Art. 69 AKBW
Art. 73bis AKBW
Art. 73quater AKBW
">
Art. 69 AKBW
Art. 73bis AKBW
Art. 73quater AKBW
">gezinsbijslag zonder te wachten tot FAMIFED de storting doet van de gelden bedoeld in artikel 108, eerste lid, 1°;
8° tot definitieve dekking van de verliezen die veroorzaakt zijn door elke andere oorzaak, mits het voorafgaand akkoord van het beheerscomité van FAMIFED;
9° tot aanzuivering van de vereffeningskosten van het
FAMIFED
de op grond van de Algemene kinderbijslagwet erkende of opgerichte kinderbijslagfondsen
">
FAMIFED
de op grond van de Algemene kinderbijslagwet erkende of opgerichte kinderbijslagfondsen
">kinderbijslagfonds, na uitputting van de administratieve reserve waarvan sprake in artikel 94.
§5. De middelen van het reservefonds kunnen in geen geval worden aangewend tot dekking van administratiekosten, noch tot financiering van de roerende en onroerende investeringen die noodzakelijk zijn voor de goede werking van het
FAMIFED
de op grond van de Algemene kinderbijslagwet erkende of opgerichte kinderbijslagfondsen
">
FAMIFED
de op grond van de Algemene kinderbijslagwet erkende of opgerichte kinderbijslagfondsen
">kinderbijslagfonds, met uitzondering van de financieringen die voor 1 januari 1999 door het Beheerscomité van FAMIFED werden goedgekeurd.
Historiek
De wet van 04.04.2014 tot wijziging van de samengeordende wetten van 19 december 1939 betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders, art. 84 en 150 (B.S. 05.05.2014), van kracht vanaf 01.01.2015, heeft paragraaf 2, f), opgeheven en heeft de vorige versie van artikel 91 opgeheven die van toepassing bleef ten aanzien van de werknemers die voor 01.01.1999 in dienst zijn getreden.