Kruimelpad
Artikel 7 Groeipakketdecreet
Tekst
§1. Kind en Gezin, de geschillencommissie, het agentschap, de uitbetalingsactoren, de organisatoren kinderopvang en het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming verwerken alle noodzakelijke persoonsgegevens, waaronder persoonsgegevens betreffende de gezondheid en gerechtelijke gegevens, over de rechtgevende kinderen en de rechthebbende kinderen, leerlingen en studenten, de bijslagtrekkenden of de begunstigden en hun gezin om hun taken in het kader van dit decreet, het decreet van 7 juli 2017 en het decreet van 30 juni 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Kind en Gezin te kunnen uitvoeren.
§2. Het agentschap en de uitbetalingsactoren verwerken met het oog op de vaststelling van het recht op toelagen in het kader van het gezinsbeleid, de berekening en de toekenning van de toelagen in het kader van het gezinsbeleid de volgende categorieën van persoonsgegevens:
1° identificatiegegevens;
2° financiële bijzonderheden;
3° persoonlijke kenmerken;
4° de samenstelling van het gezin;
5° gegevens over kinderopvang;
6° gegevens over pleegzorg en adoptie;
7° opleiding en vorming;
8° beroepsmatige of gelijkgestelde situaties, alsook gegevens met betrekking tot de sociale zekerheid;
9° gegevens over de lichamelijke en de psychische gezondheid;
10° gegevens over gerechtelijke maatregelen;
11° gegevens over de plaatsing, overeenkomstig artikel 68 van dit decreet.
Het agentschap en de uitbetalingsactoren zijn, elk wat hen betreft, verwerkings- verantwoordelijke voor bovenvermelde persoonsgegevens die zij verwerken.
§3. Het agentschap verwerkt de in de tweede paragraaf vermelde categorieën persoonsgegevens met het oog op de uitoefening van het toezicht en de handhaving, vermeld in boek 3, deel 2.
Het agentschap is verwerkingsverantwoordelijke voor de persoonsgegevens die ze in het kader van het toezicht en de handhaving verwerkt.
§4. Kind en Gezin verwerkt de in de tweede paragraaf vermelde categorieën persoonsgegevens in het kader van zijn opdracht, vermeld in artikel 7/1, 4°, van het decreet van 30 april 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Kind en Gezin.
Kind en Gezin verwerkt identificatiegegevens met het oog op het beheren van het kadaster van toelagen in het kader van het gezinsbeleid, vermeld in artikel 7/1, 5°, van het decreet van 30 april 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Kind en Gezin.
Kind en Gezin is de verwerkingsverantwoordelijke voor bovenstaande verwerkingen.
§5. De geschillencommissie verwerkt de in de tweede paragraaf vermelde categorieën persoonsgegevens met het oog op de behandeling van de beroepen die bij haar worden ingesteld overeenkomstig artikel 104 van dit decreet.
Kind en Gezin is de verwerkingsverantwoordelijke voor de verwerking van persoonsgegevens door de geschillencommissie.
§6. De organisatoren kinderopvang verwerken de in de tweede paragraaf, 1° en 5°, vermelde categorieën persoonsgegevens met het oog op de toekenning van de kinderopvangtoeslag, vermeld in artikel 51 en 52.
§7. Het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming verwerkt de in de tweede paragraaf, 1° en 7°, vermelde categorieën persoonsgegevens met het oog op de vaststelling van het recht op toelagen in het kader van het gezinsbeleid, de berekening en de toekenning van de toelagen in het kader van het gezinsbeleid.
§8. De Vlaamse Regering legt, na advies van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, nadere regels vast voor de verwerking van de persoonsgegevens en bepaalt welke persoonsgegevens relevant zijn voor de uitbetaling van welke toelage.
§9. Informatiegegevens verkregen in het kader van de toepassing van dit decreet en van het decreet van 7 juli 2017, waaronder ook persoonsgegevens als vermeld in paragraaf 2, verkregen bij een authentieke bron, en toegevoegd aan het elektronisch dossier, hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel. De Vlaamse Regering bepaalt de voorwaarden en de nadere regels voor de bewaring van die informatiegegevens opdat hun bewijskracht naar herkomst en datum vaststaat.
§10. Elektronische formulieren, ter beschikking gesteld door het agentschap of Kind en Gezin in het kader van de toepassing van dit decreet en van het decreet van 7 juli 2017, alsook de weergave ervan op een leesbare drager, hebben dezelfde bewijswaarde als papieren formulieren met dezelfde titel, op voorwaarde dat ze ingevuld, gevalideerd en bezorgd worden overeenkomstig de voorwaarden die de Vlaamse Regering bepaalt.
Fotografische of elektronische afschriften van documenten, bewaard door de uitbetalingsactoren, door het agentschap, door Kind en Gezin of door de geschillencommissie, hebben, behoudens bewijs van het tegendeel, dezelfde bewijswaarde als de originele documenten, indien zij door deze instanties of onder hun controle werden verwerkt.
§11. De persoonsgegevens, vermeld in de tweede paragraaf, worden door de uitbetalingsactoren bewaard tot vijf jaar na de afsluiting van het gezinsdossier.
De Vlaamse Regering kan voor rechtgevende kinderen die onder toepassing van artikel 210, §1, of titel 2 van deel 2 van boek 5 vallen afwijkingen op het eerste lid voorzien.