Kruimelpad
Artikel 23 van de Algemene kinderbijslagwet
Tekst
De toelating van de vrije kinderbijslagfondsen is daarenboven aan de volgende voorwaarden onderworpen:
1° de vereniging mag enkel de uitreiking van de kinderbijslag, het kraamgeld en de adoptiepremie ten doel hebben;
2° de statuten der vereniging vermelden de streek, waartoe de betrokken werkgevers en sociale verzekeringsfondsen moeten behoren, en, desgevallend, het beroep, dat ze dienen uit te oefenen;
3° de aangesloten werkgevers en sociale verzekeringsfondsen dienen tenminste vijftig in getal te zijn.
4° het totaal van de personen die door de aangesloten werkgevers worden tewerkgesteld en de zelfstandigen die bij de aangesloten sociaal verzekeringsfondsen zijn aangesloten, bedraagt minstens drieduizend.
Deze minima kunnen, in bijzondere gevallen, bij koninklijk besluit worden verlaagd, zonder, nochtans, respectievelijk op minder dan tien aangesloten werkgevers en sociale verzekeringsfondsen enerzijds en vijftienhonderd tewerkgestelde personen en zelfstandigen anderzijds te worden gebracht.
Historiek
De wet van 04.04.2014 tot wijziging van de samengeordende wetten van 19 december 1939 betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders, art. 23 (B.S. 05.05.2014), van kracht vanaf 30.06.2014, heeft in het art. 23 de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het eerste lid worden de volgende wijzigingen aangebracht :
a) in de inleidende zin worden de woorden "der compensatiekassen" vervangen door de woorden "van de vrije kinderbijslagfondsen";
b) in de bepaling onder 2° worden de woorden "en sociale verzekeringsfondsen " ingevoegd tussen de woorden "de betrokken werkgevers" en de woorden "moeten behoren";
c) in de bepaling onder 3° worden de woorden "en sociale verzekeringsfondsen " ingevoegd tussen de woorden "aangesloten werkgevers" en het woord "dienen";
d) het lid wordt aangevuld met de bepaling onder 4°, luidende : "4° het totaal van de personen die door de aangesloten werkgevers worden tewerkgesteld en de zelfstandigen die bij de aangesloten sociaal verzekeringsfondsen zijn aangesloten, bedraagt minstens drieduizend.";
2° het tweede lid wordt opgeheven;
3° in het derde lid, dat het tweede lid wordt, worden de woorden " aangesloten en vijftienhonderd arbeiders" vervangen door de woorden " aangesloten werkgevers en sociale verzekeringsfondsen enerzijds en vijftienhonderd tewerkgestelde personen en zelfstandigen anderzijds"."