Kruimelpad
Artikel 52 van de Algemene kinderbijslagwet
Tekst
De kinderbijslag is niet verschuldigd ten behoeve van de kinderen die worden opgevoed of lessen volgen buiten het Koninkrijk.
De bevoegde minister of de ambtenaar van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid die hij aanduidt, kan evenwel in behartigenswaardige gevallen een vrijstelling verlenen van de in het vorige lid bepaalde voorwaarden. Als hij van die mogelijkheid gebruik maakt, bepaalt de minister of de aangewezen ambtenaar het bedrag van de kinderbijslag.
De bevoegde minister heeft dezelfde bevoegdheid inzake categorieën van behartigenswaardige gevallen. Hij dient dan wel vooraf het advies van het Beheerscomité van FAMIFED in te winnen.
Historiek
De wet van 04.04.2014 tot wijziging van de samengeordende wetten van 19 december 1939 betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders, art. 48 (B.S. 05.05.2014), van kracht vanaf 30.06.2014, heeft de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het tweede lid, worden de woorden "minister van Sociale Zaken of de ambtenaar van het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu" vervangen door de woorden "bevoegde minister of de ambtenaar van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid";
2° in het derde lid, worden de woorden "minister van Sociale Zaken" vervangen door de woorden "bevoegde minister" en worden de woorden "de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers" vervangen door het woord " FAMIFED".
Referenties
MO 190 van 6 maart 1963 - Kinderen opgevoed buiten het Rijk - Begrip en afwijking
MO 241 van 7 juni 1967 - Interpretatie van het KB nr. 7 van 18 april 1967 (uittreksel)
MO 498 van 11 april 1991 - Toepassing van artikel 76 van Verordening (EEG) 1408/71
MO 536 van 21 maart 1994 - Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte
CO 730 van 6 maart 1964 - Toepassing van de ministeriële omzendbrief nr. 190 van 6 maart 1963
CO 735 van 16 april 1964 - Toepassing van MO nr. 190
CO 923 van 21 november 1972 - Politieke vluchtelingen - Arbeidsvergunning