De gezinsbijslagen worden verleend voor het kind dat lessen volgt in een of meer onderwijsinstellingen die door de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap of de Duitstalige Gemeenschap worden georganiseerd, erkend of gesubsidieerd conform artikel 24 van de Grondwet, of een systeem van alternerend leren en werken of een ondernemerschapstraject volgt. De minister kan bepalen welke lessen gelijkgesteld worden met lessen in voormelde georganiseerde, erkende of gesubsidieerde onderwijsinstellingen.
De lessen beslaan minstens zeventien uur per week. Een lestijd van vijftig minuten wordt gelijkgesteld met een uur.