Als het recht op een sociale toeslag niet kan worden vastgesteld conform artikel 7, wordt een sociale toeslag toegekend als het inkomen van het gezin is samengesteld uit leefloon, inkomensvervangende tegemoetkoming of inkomensgarantie voor ouderen, voor de maanden waarop die betrekking hebben.
De begunstigden die geen sociale toeslag ontvangen conform artikel 7 of 11 van dit besluit, kunnen bewijzen dat hun gezinsinkomsten voldoen aan de inkomensgrenzen, vermeld in artikel 18, eerste lid, van het Groeipakketdecreet van 2018, door een verzoek tot toekenning of herziening te richten aan de uitbetalingsactor. Het verzoek tot toekenning of herziening bevat bewijsstukken die aantonen dat de inkomsten van het gezin gedurende minstens zes opeenvolgende maanden onder de voormelde inkomensgrenzen ligt. De sociale toeslag wordt toegekend voor die maanden.
Het Ki wordt in aanmerking genomen conform artikel 5, en wordt vastgesteld op basis van gegevens zoals ze op het ogenblik van de aanvraag bekend zijn.
De sociale toeslag wordt vervolgens verder toegekend tot het begin van het eerstvolgende toekenningsjaar.
Als gedurende een gedeelte van een kalenderjaar een sociale toeslag is toegekend op basis van artikel 11 of 12, wordt voor de resterende maanden van dat kalenderjaar, die niet onder de toepassing van artikel 8, eerste lid, artikel 11 of 12 vallen, gecontroleerd of de inkomsten van het gezin de inkomstengrensbedragen niet overschrijden op het ogenblik dat het aanslagbiljet met de inkomsten van het kalenderjaar in kwestie beschikbaar is. Als de inkomsten van het gezin die inkomstengrenzen niet overschrijden, wordt de sociale toeslag voor de maanden in kwestie toegekend.
Het KI wordt in aanmerking genomen conform artikel 5, en wordt vastgesteld op basis van gegevens die betrekking hebben het kalenderjaar waarvan sprake in het eerste lid.
Het recht op een sociale toeslag onder de alarmbelprocedure wordt opnieuw geëvalueerd naar aanleiding van de volgende gebeurtenissen:
- de aangroei van de gezinsgrootte, waardoor wordt voldaan aan de voorwaarde, vermeld in artikel 18, tweede lid, 3°, van het Groeipakketdecreet van 2018, tenzij het gezin alleen kinderen kent die onder de toepassing vallen van de artikelen 210,§1, 214, §2 en 215, §1 van het voormelde decreet;
- een daling van de gezinsgrootte, waardoor niet langer voldaan is aan de voorwaarden, vermeld in artikel 18, tweede lid, 3°, van het voormelde decreet, tenzij het gezin alleen kinderen kent die onder de toepassing vallen van de artikelen 210, §1, 214, §2 en 215, §1 van het voormelde decreet;
- een wijziging binnen het feitelijk gezin.