Geef een zoekwoord in, en selecteer indien gewenst een filter.
Indien je zoekterm bestaat uit meerdere woorden, zet je deze tussen aanhalingstekens (“). Op meerdere termen tegelijk zoeken, kan door het gebruik van een komma.

Artikel 3 Groeipakketdecreet

    Gearchiveerde versie
    Dit artikel werd gewijzigd door artikel 2 van het decreet van 21 oktober 2022 tot wijziging van het decreet van 27 april 2018 tot regeling van de toelagen in het kader van het gezinsbeleid, wat betreft de invoering van de ondersteuningstoeslag (B.S. 04.11.2022)

     

    §1. In dit decreet wordt verstaan onder:

    adoptant: een persoon die een kind adopteert, of echtgenoten of samenwonenden die een kind adopteren;

    2° adoptie: de gewone of de volle adoptie, vermeld in boek I, titel VIII, van het Burgerlijk Wetboek;

    afgevlakte gezondheidsindex: het indexmechanisme, zoals gedefinieerd in  artikel 2, §2, eerste lid, van het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van ’s lands concurrentievermogen, dat wordt berekend en toegepast conform artikel 2 tot en met 2quater van het voormelde besluit;

    4° agentschap: het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agent- schap Vlaams Agentschap voor de Uitbetaling van Toelagen in het kader van het Gezinsbeleid, opgericht bij het decreet van 7 juli 2017;

    4°/1 agentschap Opgroeien regie: het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid dat is opgericht bij artikel 3 van het decreet van 30 april 2004;

    Algemene kinderbijslagwet: de Algemene kinderbijslagwet van 19 december 1939, zoals die gold op 31 december 2018;

    bankrekening: een rekening bij een kredietinstelling, zoals gedefinieerd in artikel 1, §3, eerste lid, van de wet van 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen en beursvennootschappen, waarvan één begunstigde titularis is of beide begunstigden co-titularis zijn;

    7°   basisonderwijs: kleuteronderwijs en lager onderwijs als vermeld in het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997;

    8°   bijslagtrekkende: de natuurlijke of rechtspersoon aan wie de bijslagen in het kader van de kinderbijslagreglementering worden uitbetaald;

    8°/1 decreet van 30 april 2004: het decreet van 30 april 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Opgroeien regie;

    decreet van 8 juni 2007: het decreet van 8 juni 2007 betreffende de studiefinanciering van de Vlaamse Gemeenschap, zoals tot op heden gewijzigd;

    10° decreet van 7 juli 2017: het decreet van 7 juli 2017 tot oprichting van een publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap Vlaams Agentschap voor de Uitbetaling van Toelagen in het kader van het Gezinsbeleid, tot vaststelling van vergunningsnormen voor private uitbetalingsactoren en tot wijziging van het decreet van 30 april 2004 betreffende de oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Kind en Gezin;

    11° erkende, gefinancierde of gesubsidieerde onderwijsinstelling voor gewoon of buitengewoon basisonderwijs: een erkende, gefinancierde of gesubsidieerde onderwijsinstelling voor gewoon of buitengewoon basisonderwijs als vermeld in hoofdstuk VII van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997;

    12° erkende, gefinancierde of gesubsidieerde onderwijsinstelling voor gewoon of buitengewoon secundair onderwijs: een instelling die structuuronderdelen in- richt die voldoen aan het in het besluit van de Vlaamse Regering van 17 december 2010 houdende de codificatie betreffende het secundair onderwijs artikel 13 tot en met artikel 15 gestelde of een instelling die de opleiding Verpleegkunde van het hoger beroepsonderwijs inricht;

    13° externe leerling: de leerling die geen interne leerling is als vermeld in artikel 3, §1, 21°;

    14° fiscaal ten laste: ten laste volgens artikel 136 tot en met 145 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992;

    15° forfaitaire pleegzorgbijslag: de bijslag als een kind bij een particulier geplaatst is door bemiddeling of ten laste van een openbare overheid, vermeld in artikel 70ter van de Algemene kinderbijslagwet en het koninklijk besluit van  11 juni 2003 tot vaststelling van het bedrag en de toekenningsmodaliteiten van de forfaitaire bijslag, vermeld in artikel 70ter van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders;

    16° gehuwden:
    a) gehuwden;
    b) wettelijk samenwonenden overeenkomstig artikel 1476 van het Burgerlijk Wetboek;
    c) twee personen die hun woonplaats hebben op hetzelfde adres en een of meer gemeenschappelijke kinderen hebben;
    d) twee personen die hun woonplaats hebben op hetzelfde adres, waarbij de ene persoon kinderen van de andere persoon fiscaal ten laste neemt;
    e) personen van wie de ene persoon met toepassing van artikel 10, 10bis, 40bis of 40ter van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf,de vestigingen, de verwijdering van vreemdelingen toelating heeft gekregen om in België te verblijven om een duurzame relatie voort te zetten met een persoon die al over een verblijfsrecht in België beschikt;

    17° gezin: leefeenheid waarin verschillende personen op een permanente en affectieve wijze samenwonen. Een gelijkmatig verdeelde huisvesting wordt daaronder begrepen;

    18° gezinsbeleid: het gezinsbeleid, vermeld in artikel 5, §1, II, 1°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, het beleid inzake de gezinsbijslagen, vermeld in artikel 5, §1, IV, van de voormelde wet, alsook inzake de selectieve participatietoeslagen, vermeld in boek 2, deel 2, van dit decreet;

    19° gezinsbijslagen: alle verstrekkingen en uitkeringen die de Vlaamse overheid uitbetaalt om tegemoet te komen in de gezinslasten, die bestaan uit de kosten voor het onderhoud en de opvoeding van de kinderen;

    20° hoger onderwijs: hoger onderwijs als vermeld in artikel 5, 16°/1, van het decreet van 8 juni 2007;

    21° interne leerling: de volgende leerlingen worden beschouwd als interne leerlingen:
    a) de leerling die gedurende het schooljaar in kwestie minstens 149 dagen verblijft in een door de Vlaamse Gemeenschap gefinancierd of gesubsidieerd internaat;
    b) de leerling die gedurende het schooljaar in kwestie een huurovereenkomst heeft gesloten voor minstens 149 dagen, voor een woning die zich bevindt op een ander adres dan zijn hoofdverblijfplaats;
    c) de leerling die in het buitenland een opleiding volgt;
    d) de gehuwde, zelfstandige of alleenstaande leerling;
    e) de leerling die gedurende het schooljaar in kwestie minstens 149 dagen residentieel verblijft in een door de Vlaamse overheid erkend multifunctioneel centrum voor minderjarige personen met een handicap;

    22° kleuteronderwijs: het kleuteronderwijs, vermeld in het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997;

    23° kleutertoeslagen: toeslagen om de deelname aan het kleuteronderwijs te stimuleren;

    24° opgeheven

    25° kinderbijslag: de maandelijkse kinderbijslag, vermeld in artikel 40 van de Algemene kinderbijslagwet;

    26° kinderbijslagreglementering: het geheel van de regelingen inzake de gezins- bijslagen, vastgesteld door of krachtens de Algemene kinderbijslagwet of de wet van 20 juli 1971 tot instelling van gewaarborgde gezinsbijslag, alsook alle uitvoeringsbesluiten ervan;

    27° kinderbijslag voor wezen: de verhoogde kinderbijslag  voor wezen, vermeld in artikel 56bis, §1, en artikel 50bis van de Algemene kinderbijslagwet en artikel 8, §1, 2°, van het koninklijk besluit van 25 oktober 1971 tot uitvoering van de wet van 20 juli 1971 tot instelling van de gewaarborgde gezinsbijslag, en de gewone wezenbijslag, vermeld in artikel 56bis, §2, van de Algemene kinderbijslagwet;

    28° kinderopvangdag: de opvang van een kind gedurende een bepaald dagdeel; 29° kinderopvangtoeslag: toeslag om de deelname te stimuleren van baby’s en peuters aan kinderopvang in een niet-inkomengerelateerde opvangplaats in een vergunde kinderopvanglocatie tot ze naar de kleuterschool gaan;

    30° lager onderwijs: het lager onderwijs, vermeld in het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997;

    31° leerling: leerling als vermeld in artikel 2, 14°, van het decreet van 27 april 2018 betreffende de leerlingenbegeleiding in het basisonderwijs, het secundair onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding;

    32° ouder: de juridische vader, de juridische moeder of meemoeder, van wie de afstamming met het rechtgevende kind of het rechthebbende kind of de recht- hebbende leerling is vastgesteld overeenkomstig titel VII van boek I van het Burgerlijk Wetboek, alsook de adoptant na de adoptie van het kind;

    33° private uitbetalingsactor: een private rechtspersoon, vergund met het oog op de uitbetaling van toelagen in het kader van het gezinsbeleid, vermeld in het decreet van 7 juli 2017;

    34° rechtgevend kind: een kind dat een recht op gezinsbijslagen doet ontstaan;

    35° rechthebbend kind, rechthebbende leerling of student: een kind, leerling of student aan wie de kinderopvangtoeslag, de kleutertoeslag of de selectieve participatietoeslag wordt toegekend;

    36° schooljaarschooljaar als vermeld in artikel 2, 19°, van het decreet van 27 april 2018 betreffende de leerlingenbegeleiding in het basisonderwijs, het secundair onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding;

    37° secundair onderwijs: het onderwijs zoals bedoeld in artikel 3, 37°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 december 2010 houdende de codificatie betreffende het secundair onderwijs;

    38° selectieve participatietoeslagen: toeslagen die tot doel hebben een bijdrage te leveren aan de democratisering van het onderwijs, en die worden toegekend aan de leerling ter ondersteuning van zijn deelname aan het onderwijs of aan de student bovenop de studietoelage ter ondersteuning van zijn deelname aan hoger onderwijs;

    39° specifieke ondersteuningsbehoefte: de mate waarin een kind behoefte heeft aan specifieke ondersteuning ten gevolge van een aandoening die een beperking met zich meebrengt voor het kind en zijn omgeving;

    40° startbedrag adoptie: een eenmalige toelage die uitbetaald wordt naar aanleiding van de adoptie van een rechtgevend kind;

    41° startbedrag geboorte: een eenmalige toelage die uitbetaald wordt naar aanleiding van de geboorte van een rechtgevend kind;

    42° student: de student, vermeld in artikel 5, 36°, van het decreet van 8 juni 2007;

    43° studietoelage: de studietoelage, vermeld in artikel 5, 38°, van het decreet van 8 juni 2007;

    44° toelagen in het kader van het gezinsbeleid:
    a) de gezinsbijslagen, vermeld in artikel 5, § 1, IV, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980;
    b) de selectieve participatietoeslagen;
    c) de andere toelagen die de overheid toekent in het kader van het gezinsbeleid, vermeld in artikel 5, § 1, II, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980, namelijk de kinderopvangtoeslag en de kleutertoeslagen

    45° uitbetalingsactoren: het agentschap en de private uitbetalingsactoren;

    46° universele participatietoeslagen: toeslagen om bij te dragen in de onderhouds- en opvoedingskosten, en, in voorkomend geval, om bij te dragen in de bijkomende kosten die gepaard gaan met de deelname van de kinderen aan het onderwijs;

    47° verblijfplaats: de feitelijke plaats waar de persoon gewoonlijk verblijft;

    48° vrijstelling: toelating van de decreetgever aan de Vlaamse Regering om het toepassingsgebied van de betrokken regel uit te breiden en waar nodig in overeenstemming te brengen met regels van internationaal recht;

    49° woonplaats: de woonplaats, vermeld in artikel 32, 3°, van het Gerechtelijk Wetboek en, bij gebrek daaraan, de verblijfplaats van de persoon;

    50° wees: een rechtgevend kind van wie minstens een van de ouders is overleden of van wie het vermoeden van afwezigheid van minstens een van de ouders is vastgesteld.

    §2. In boek 2 en boek 5 wordt verstaan onder begunstigde: natuurlijke persoon aan wie toelagen in het kader van het gezinsbeleid worden toegekend.

    §3. In boek 3 wordt verstaan onder:

    begunstigde: natuurlijke of rechtspersoon aan wie toelagen in het kader van het gezinsbeleid worden toegekend of uitbetaald;

    2°  bestuurlijke sanctie: een bestuurlijke maatregel of bestuurlijke geldboete;

    decreet van 19 januari 2018: het decreet van 19 januari 2018 houdende het overheidstoezicht in het kader van het gezondheids- en het welzijnsbeleid;

    gezinsinspecteur: een personeelslid van de sociale inspectie- en begeleidingsdienst als vermeld in artikel 23 van het decreet van 7 juli 2017;

    het bevoegde bestuursorgaan: de afdeling van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap Vlaams Agentschap voor de Uitbetaling van Toelagen in het kader van het Gezinsbeleid door de Vlaamse Regering aangesteld om de naleving van de voorschriften inzake de gezinsbijslagen door de gezinnen te bewaken, en die ervoor bevoegd is om bestuurlijke sancties op te leggen;

    inbreuk: schending van een voorschrift als vermeld in dit decreet en de uitvoeringsbesluiten ervan of in het decreet van 7 juli 2017 en de uitvoeringsbesluiten ervan;

    kennisgeving: een schriftelijke mededeling met een aangetekende brief of elektronisch, als dat een ontvangstbewijs van de geadresseerde oplevert, of door afgifte tegen ontvangstbewijs;

    toezichthouder: een gezinsinspecteur of zorginspecteur;

    zorginspecteur: een personeelslid van Zorginspectie met toezichtsopdracht;

    10° Zorginspectie: Zorginspectie van het Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin als vermeld in artikel 3, §2, derde lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 31 maart 2006 betreffende het Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, betreffende de inwerkingtreding van regelgeving tot oprichting van agentschappen in het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en betreffende de wijziging van regelgeving met betrekking tot dat beleidsdomein.

    Decreet van 1 juli 2022 tot wijziging van artikel 5 van het decreet van 30 april 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Opgroeien regie, tot wijziging van het Groeipakketdecreet van 2018 en tot uitlegging van artikel 8 van het Groeipakketdecreet van 2018 (B.S. 29.07.2022) - artikel 3 - inwerkingtreding 01.09.2019 van artikel 3, 1° en 01.01.2019 van artikel 3, 2°

    In artikel 3 van het Groeipakketdecreet van 2018, gewijzigd bij de decreten van 22 maart 2019 en 21 mei 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht:



    1° aan paragraaf 1, 21°, wordt een punt e) toegevoegd, dat luidt als volgt:

    "e) de leerling die gedurende het schooljaar in kwestie minstens 149 dagen residentieel verblijft in een door de Vlaamse overheid erkend multifunctioneel centrum voor minderjarige personen met een handicap;";



    2° in paragraaf 2 worden de woorden "of rechtspersoon" vervangen door het woord "persoon".

    ________________________________________

    Decreet van 21 mei 2021 tot wijziging van diverse decreten over welzijn, volksgezondheid en gezin (B.S. 18.06.2021) - hoofdstuk 12 - artikel 52 - inwerkingtreding 18.04.2019 van artikel 52, 1°, 2° en 4° en 01.09.2020 wat betreft artikel 52, 3°

    In artikel 3, §1, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 22 maart 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

    1° er wordt een punt 4°/1 ingevoegd, dat luidt als volgt:

    “4°/1 agentschap Opgroeien regie: het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid dat is opgericht bij artikel 3 van het decreet van 30 april 2004;”;

    2° er wordt een punt 8°/1 ingevoegd, dat luidt als volgt:

    “8°/1 decreet van 30 april 2004: het decreet van 30 april 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Opgroeien regie;”;

    3° in punt 21°, a) en b), worden de woorden “vijf maanden” vervangen door de zinsnede “149 dagen”;

    4° punt 24° wordt opgeheven.

    gearchiveerde versie

    ___________________________________

    Decreet van 22 maart 2019 tot wijziging van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, het decreet van 8 juni 2007 betreffende de studiefinanciering van de Vlaamse Gemeenschap, de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010, de codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016 en het decreet van 27 april 2018 tot regeling van de toelagen in het kader van het gezinsbeleid, wat betreft de afstemming op het decreet van 27 april 2018 tot regeling van de toelagen in het kader van het gezinsbeleid (B.S. 15.05.2019) - artikel 45 - inwerkingtreding 01.01.2019 

    1° punt 21° wordt vervangen door wat volgt:

    "21°interne leerling: de volgende leerlingen worden beschouwd als interne leerlingen:

    a) de leerling die gedurende het schooljaar in kwestie minstens vijf maanden verblijft in een door de Vlaamse Gemeenschap gefinancierd of gesubsidieerd internaat;

    b) de leerling die gedurende het schooljaar in kwestie een huurovereenkomst heeft gesloten voor minstens vijf maanden, voor een woning die zich bevindt op een ander adres dan zijn hoofdverblijfplaats;

    c) de leerling die in het buitenland een opleiding volgt;

    d) de gehuwde, zelfstandige of alleenstaande leerling;";

    2° in punt 31° wordt de zinsnede "de leerling, vermeld in artikel 5, 22°, van het decreet van 8 juni 2007" vervangen door de zinsnede "leerling als vermeld in artikel 2, 14°, van het decreet van 27 april 2018 betreffende de leerlingenbegeleiding in het basisonderwijs, het secundair onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding";

    3° in punt 36° wordt de zinsnede "het schooljaar, vermeld in artikel 5, 33°, van het decreet van 8 juni 2007" vervangen door de zinsnede "schooljaar als vermeld in artikel 2, 19°, van het decreet van 27 april 2018 betreffende de leerlingenbegeleiding in het basisonderwijs, het secundair onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding".

    Gearchiveerde versie

    Datum van publicatie
    Datum van afkondiging
    Datum einde geldigheid
    Top