Geef een zoekwoord in, en selecteer indien gewenst een filter.
Indien je zoekterm bestaat uit meerdere woorden, zet je deze tussen aanhalingstekens (“). Op meerdere termen tegelijk zoeken, kan door het gebruik van een komma.

Toelichtingsnota 16 van 2 oktober 2020 - Plaatsing in een instelling

     

    Inhoudstafel

    Wettelijke basis

    Inleiding

    1. De toepassing van de verdeelsleutel 1/3de – 2/3de

    1.1. Begin en einde toepassing verdeelsleutel

    1.2. ​Voorbeelden – Mogelijke situaties en de toepassing begin en einde verdeelsleutel 1/3de – 2/3de

    1.2.1. Toepassing verdeelsleutel 1/3de – 2/3de bij begin van de plaatsing

    1.2.2. Toepassing verdeelsleutel 1/3de – 2/3de bij het einde van de plaatsing

    1.2.3. Enkele specifieke situaties

    2. Soorten plaatsingen in een instelling

    2.1. Plaatsingen via VAPH of CKG

    2.1.1. Meldingen van de plaatsing

    2.1.2. Betaling van 1/3de aan de beginstigde(n)

    2.1.3. Wat als de beslissing over het 1/3de nog moet worden genomen door de Jeugdrechtbank?

    2.2. Plaatsingen via Jeugdhulp

    2.2.1. Melding van plaatsing en bestemming van het 1/3de via D227

    2.2.2. Wat als het geplaatst kind meerderjarig wordt?  

    3. ​De beslissing over de betaling van het 1/3de

    3.1. Betaling van het 1/3de op een geblokkeerde rekening van het kind

    3.1.1. Wat als het geplaatst kind met 1/3de op een geblokkeerde rekening op naam van het kind meerderjarig wordt?

    3.2. Betaling van het 1/3de aan de begunstigde(n) voor de plaatsing

    3.2.1. Bepaling van de begunstigde(n) voor de plaatsing

    3.2.2. Bepaling van de begunstigde(n) bij meerdere aaneensluitende plaatsingen 

    3.3. De verschillende beslissingen over het 1/3de die vermeld kunnen worden op de D227

    3.3.1. De D227 vermeldt dat het 1/3de dient te worden betaald aan de bijslagtrekkende/ begunstigde(n) voor de plaatsing

    3.3.2. De D227 vermeldt geen bestemming 1/3de

    3.3.3. De D227 vermeldt een specifieke persoon (ouder/opvoeder of een bij naam genoemde persoon)

    3.4. Wat als er een wijziging is in de situatie die een effect heeft op de bestemming van het 1/3de  en er komt geen nieuwe D227 met een nieuwe beslissing van het 1/3de ?

    3.5. Toepassing bij wijziging van de betaling 1/3de aan de begunstigde(n) voor de plaatsing

    3.5.1. ​Er komt een nieuwe beslissing met betaling van het 1/3de aan een specifiek vermelde persoon (ouder/opvoeder of een bij naam genoemde persoon)

    3.5.2. Wijziging van betaling 1/3de  aan bijslagtrekkende door overschakeling naar begunstigde(n)

    3.5.3. Wijziging van betaling 1/3de aan begunstigde(n) voor de plaatsing naar de betaling van het 1/3de  op een geblokkeerde rekening op naam van het kind

    3.6. ​Wanneer is er sprake van een einde plaatsing gevolgd door een nieuwe plaatsing?

    3.7. ​Nog enkele voorbeelden ter illustratie – Bestemming 1/3de en bepaling begunstigde(n)

    4. ​Plaatsing in een instelling voor en na 1 januari 2019 en de impact op de gezinsbijslagen

    4.1. Kinderen met recht op bedragen in de nieuwe regeling en die vanaf 01.01.2019 geplaatst worden in een instelling

    4.2. Kinderen met recht op bedragen in de overgangsmaatregel en die vanaf 01.01.2019 geplaatst worden in een instelling

    4.3. Kinderen met recht op bedragen in de overgangsmaatregel en die geplaatst zijn op 31.12.2018

    4.3.1. De proportionele verdeling binnen de AKBW nog even kort samengevat

    4.3.2. Behoud en verval van de proportionele verdeling vanaf 01.01.2019

    Wettelijke basis

    • Artikelen 68, 210, §5, 214, 221 en 226 van het Decreet van 27 april 2018 tot regeling van de toelagen in het kader van het gezinsbeleid (hierna genoemd: Groeipakketdecreet).
    • Artikel 8 van het Besluit van de Vlaamse Regering (BVR) van 29 juni 2018 houdende nadere regels betreffende de aanwijzing van de begunstigden van de gezinsbijslagen en de uitbetaling van de toelagen in het kader van het gezinsbeleid.
    • Artikel 2 van het Ministerieel besluit van 15 maart 2019 houdende de nadere regels voor de aanwijzing van de begunstigden van de gezinsbijslagen en de uitbetaling van de toelagen in het kader van het gezinsbeleid.
    • Mededeling A/2 van 11 april 2019: Gegevensuitwisseling met Jongerenwelzijn – kinderen geplaatst in een instelling, en mededeling A/2bis van 23 oktober 2019: Plaatsingsberichten van Jeugdhulp (fonds Jongerenwelzijn).

    Inleiding

    Binnen het Groeipakketdecreet zijn er een aantal bepalingen voorzien voor rechtgevende kinderen 1 die door bemiddeling of ten laste van een openbare overheid geplaatst zijn/worden in een instelling.

    Onder een plaatsing in een instelling wordt verstaan: plaatsing in een instelling als vermeld in artikel 68, §1, van het Groeipakketdecreet, alsook de situatie die een plaatsing in een instelling benadert, zijnde de situatie waarin het rechtgevend kind de toestemming heeft om afzonderlijk of op een autonome manier te wonen, maar onder permanent toezicht staat van en begeleid wordt door een instelling op basis van een beslissing tot hulp en bijstand van het kind die voorzien is door de toepasselijke reglementering en als de overheid of instelling belast is met het toezicht en de begeleiding van het kind. Meerderjarige jongeren die de toestemming hebben om afzonderlijk of op een autonome manier te wonen, maar onder permanent toezicht staan van en begeleid worden door een instelling op basis van een beslissing tot hulp en bijstand van het kind die voorzien is door de toepasselijke regelgeving (begeleid zelfstandig wonen), ontvangen vanaf hun meerderjarigheid de volledige bedragen aan gezinsbijslagen. De verdeelsleutel is in dergelijk geval niet langer van toepassing.

    In deze toelichtingsnota worden volgende aspecten nader toegelicht:

    • De toepassing van de verdeelsleutel 1/3de – 2/3de 2 ;
    • Soorten plaatsingen in een instelling;
    • De beslissing over de betaling van het 1/3de;
    • Plaatsingen in een instelling voor en na 1 januari 2019 en de impact op de gezinsbijslagen.

    1. De toepassing van de verdeelsleutel 1/3de – 2/3de

    Voor rechtgevende kinderen geplaatst in een instelling worden de gezinsbijslagen volgens de verdeelsleutel 1/3de - 2/3de betaald (art. 8 BVR Begunstigden).

    • 1/3de wordt betaald:
      • aan de begunstigde(n) voor de plaatsing;
      • of op een geblokkeerde rekening op naam van het kind (door beslissing van Jeugdrechtbank);
      • of aan een specifiek vermelde persoon: dit kan een ouder/opvoeder zijn of een bij naam genoemde persoon.

    Wanneer er via vonnis, beschikking of beslissing Toegangspoort beslist wordt dat het 1/3de aan een andere persoon, een andere begunstigde of op rekening op naam van het kind dient te worden betaald dan wordt het 1/3de betaald volgens het vonnis, de beschikking of de beslissing Toegangspoort.

     Meer uitleg hierover volgt in punt 3 - De beslissing over de betaling van het 1/3de.

    • Afhankelijk van de soort plaatsing wordt het 2/3de betaald aan:
      • Jeugdhulp (fonds Jongerenwelzijn)3 ;
      • of de instelling zelf.

    Meer uitleg hierover volgt in punt 2 - Soorten plaatsingen in een instelling.

    Zodra het 1/3de wordt toegekend wordt ook het 2/3de betaald aan Jeugdhulp (fonds Jongerenwelzijn) of aan de instelling (bij plaatsing via VAPH of CKG).

    1.1. Begin en einde toepassing verdeelsleutel

    Na overleg met Jeugdhulp werd beslist om de verdeelsleutel 1/3de – 2/3de op de volgende manier  toe te passen:

    De toepassing van de verdeelsleutel 1/3de – 2/3de:

    • begint steeds vanaf de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin de plaatsing begint (met eerste uitbetaling op de 8ste van de volgende maand), behalve indien de plaatsing aanvangt op de eerste dag van de maand. In dat geval wordt de verdeelsleutel ook reeds toegepast voor de maand waarin de plaatsing aanving;
    • en eindigt steeds op het einde van de maand waarin de plaatsing eindigt (met laatste uitbetaling op de 8ste van de volgende maand).

    De verdeelsleutel 1/3de – 2/3de is van toepassing op alle gezinsbijslagen met uitzondering van het startbedrag geboorte, startbedrag adoptie, de kinderopvangtoeslag, de kleutertoeslag en de selectieve participatietoeslag (schooltoeslag) en wordt bijgevolg ook toegepast op de sociale toeslagen:

    Voorbeeld 1 – De ouders zijn gehuwd

    Situatie:

    De gehuwde ouders zijn begunstigden voor hun 2 kinderen. Op 12.06.2020 wordt het oudste kind geplaatst in een instelling met betaling 1/3de aan de begunstigde(n) voor de plaatsing.

    Toepassing:

    Vanaf 01.07.2020 wordt de verdeelsleutel 1/3de – 2/3de toegepast op het basisbedrag (inclusief andere bijslagen zoals zorgtoeslag) en de sociale toeslag:

    Basisbedrag

    1/3de wordt betaald aan de begunstigdenkern en 2/3de aan de instelling of Jeugdhulp (fonds Jongerenwelzijn).

    Sociale toeslag

    100% recht op basis van de inkomsten van de begunstigdenkern: 1/3de wordt betaald aan de begunstigdenkern en 2/3de aan de instelling of Jeugdhulp (fonds Jongerenwelzijn).

    Voorbeeld 2 – De ouders zijn gescheiden (vermoeden gelijkmatig verdeelde huisvesting)

    Situatie:

    De gescheiden ouders zijn begunstigden voor hun 2 kinderen. Er is sprake van gelijkmatig verdeelde huisvesting. Op 12.06.2020 wordt het oudste kind geplaatst in een instelling met betaling 1/3de aan de begunstigde(n) voor de plaatsing.

    Toepassing:

    Vanaf 01.07.2020 wordt de verdeelsleutel 1/3de – 2/3de toegepast op het basisbedrag (inclusief andere bijslagen zoals zorgtoeslag) en de sociale toeslag:

    Basisbedrag

    1/3de wordt betaald aan de begunstigdenkern en 2/3de aan de instelling of Jeugdhulp (fonds Jongerenwelzijn).

    Sociale toeslag

    50% recht op basis van feitelijk gezin van de moeder: 1/3de hiervan wordt betaald aan de moeder en 2/3de aan de instelling of Jeugdhulp (fonds Jongerenwelzijn).

    50% recht op basis van feitelijk gezin van de vader: 1/3de hiervan wordt betaald aan de vader en 2/3de aan de instelling of Jeugdhulp (fonds Jongerenwelzijn).

    Let wel: wanneer er sprake is van een bijslagtrekkendedossier, dan dient er bij het begin en einde van een plaatsing steeds te worden overgeschakeld naar een begunstigdendossier zoals beschreven in toelichtingsnota 7, bijlage 1 href="https://gpedia.groeipakket.be/nl/reglementering/richtlijnen/toelichting…">van 15 mei 2019 - Overschakeling van bijslagtrekkende naar begunstigde(n).

    1.2. Voorbeelden – Mogelijke situaties en de toepassing begin en einde

    1.2.1. Toepassing verdeelsleutel 1/3de – 2/3de bij begin van de plaatsing

    Situatie

    Toepassing verdeelsleutel 1/3de – 2/3de

    1.

    De ouders zijn begunstigden en het kind wordt op 04.04.2020 vanuit het gezin van de ouders geplaatst in een instelling met betaling 1/3de aan de begunstigde(n) voor de plaatsing.

    Tot 30.04.2020: 3/3de aan de begunstigden.

    Vanaf 01.05.2020: 1/3de aan de begunstigden voor de plaatsingen  2/3de aan Jeugdhulp (fonds Jongerenwelzijn) of de instelling.

     

    2.

    De ouders zijn begunstigden en het kind wordt op 01.04.2020 vanuit het gezin van de ouders geplaatst in een instelling met betaling 1/3de aan de begunstigde(n) voor de plaatsing.

    Tot 31.03.2020: 3/3de aan de begunstigden.

    Vanaf 01.04.2020: 1/3de aan de begunstigden voor de plaatsing en 2/3de aan Jeugdhulp (fonds Jongerenwelzijn) of de instelling.

    3.

    De moeder is bijslagtrekkende en het kind wordt op 04.04.2020vanuit het gezin van de ouders geplaatst in een instelling met betaling 1/3de aan de begunstigde(n) voor de plaatsing.

    Tot 30.04.2020: 3/3de aan de bijslagtrekkende.

    Vanaf 01.05.2020:

    • ouders worden begunstigden (overschakeling naar begunstigde(n) voor gemeenschappelijke kinderen),
    • 1/3de aan de begunstigden en  2/3de aan Jeugdhulp (fonds Jongerenwelzijn) of de instelling.

    4.

    De moeder is bijslagtrekkende en het kind wordt op 01.04.2020 vanuit het gezin van de ouders geplaatst in een instelling met betaling 1/3de aan de begunstigde(n) voor de plaatsing.

    Tot 31.03.2020: 3/3de aan de bijslagtrekkende.

    Vanaf 01.04.2020: 1/3de aan de bijslagtrekkende en  2/3de aan Jeugdhulp (fonds Jongerenwelzijn) of de instelling.

    Vanaf 01.05.2020:

    • ouders worden begunstigden (overschakeling naar begunstigde(n) voor gemeenschappelijke kinderen),
    • 1/3de aan de begunstigden en  2/3de aan Jeugdhulp (fonds Jongerenwelzijn) of de instelling.

    5.

    De ouders zijn begunstigden en het kind wordt op 04.04.2020 vanuit het gezin van de ouders geplaatst in een instelling met betaling 1/3de op een geblokkeerde rekening op naam van het kind.

    Tot 30.04.2020: 3/3de aan de begunstigden.

    Vanaf 01.05.2020:

    • kind wordt begunstigde voor zichzelf,
    • 1/3de op geblokkeerde rekening op naam van het kind en  2/3de aan Jeugdhulp (fonds Jongerenwelzijn) of de instelling.

    6.

    De ouders zijn begunstigden en het kind wordt op 01.04.2020 vanuit het gezin van de ouders geplaatst in een instelling met betaling 1/3de op een geblokkeerde rekening op naam van het kind.

    Tot 31.03.2020: 3/3de aan de begunstigden.

    Vanaf 01.04.2020: 1/3de op een geblokkeerde rekening via sommendelegatie (ouders zijn nog steeds begunstigden) en 2/3de aan Jeugdhulp (fonds Jongerenwelzijn) of de instelling.

    Vanaf 01.05.2020:

    • Kind wordt begunstigde voor zichzelf;
    • 1/3de op geblokkeerde rekening op naam van het kind en  2/3de aan Jeugdhulp (fonds Jongerenwelzijn) of de instelling.

    7.

    De moeder is bijslagtrekkende en het kind wordt op 04.04.2020 vanuit het gezin van de ouders geplaatst in een instelling met betaling 1/3de op een geblokkeerde rekening op naam van het kind.

    Tot 30.04.2020: 3/3de aan de bijslagtrekkende

    Vanaf 01.05.2020:

    • kind wordt begunstigde voor zichzelf,
    • 1/3de op geblokkeerde rekening op naam van het kind en 2/3de aan Jeugdhulp (fonds Jongerenwelzijn) of de instelling.
    • overschakeling naar begunstigden voor eventuele andere gemeenschappelijke kinderen van de bijslagtrekkende en de andere ouder van het geplaatst kind.

    8.

    De moeder is bijslagtrekkende en het kind wordt op 01.04.2020 vanuit het gezin van de ouders geplaatst in een instelling met betaling 1/3de op een geblokkeerde rekening op naam van het kind.

    Tot 31.03.2020: 3/3de aan de bijslagtrekkende.

    Vanaf 01.04.2020: 1/3de op een geblokkeerde rekening via sommendelegatie (moeder is nog steeds bijslagtrekkende) en 2/3de aan Jeugdhulp (fonds Jongerenwelzijn) of de instelling.

    Vanaf 01.05.2020:

    • Kind wordt begunstigde voor zichzelf;
    • 1/3de op geblokkeerde rekening op naam van het kind en  2/3de aan Jeugdhulp (fonds Jongerenwelzijn) of de instelling.
    1.2.2. Toepassing verdeelsleutel 1/3de – 2/3de bij het einde van de plaatsing

    Situatie

    Toepassing verdeelsleutel 1/3de – 2/3de

    1.

    De ouders zijn begunstigden en het kind is tot en met 04.04.2020 geplaatst in een instelling met betaling 1/3de aan de begunstigde(n) voor de plaatsing. Na de plaatsing gaat het kind bij zijn ouders wonen.

     

     

    Tot 30.04.2020: 1/3de aan de begunstigden en  2/3de aan Jeugdhulp (fonds Jongerenwelzijn) of de instelling

    Vanaf 01.05.2020: 3/3de aan de begunstigden

    2.

    De ouders zijn begunstigden en het kind is tot en met 01.04.2020 geplaatst in een instelling met betaling 1/3de aan de begunstigde(n) voor de plaatsing. Na de plaatsing gaat het kind bij zijn ouders wonen.

    3.

    De ouders zijn begunstigden en het kind is tot en met 04.04.2020 geplaatst in een instelling met betaling 1/3de aan de begunstigde(n) voor de plaatsing. Na de plaatsing gaat het kind alleen wonen.

    Tot 30.04.2020: 1/3de aan de begunstigden en  2/3de aan Jeugdhulp (fonds Jongerenwelzijn) of instelling

    Vanaf 01.05.2020:

    • kind wordt begunstigde voor zichzelf,
    • 3/3de aan het kind dat begunstigde is voor zichzelf

    4.

    De ouders zijn begunstigden en het kind is tot en met 01.04.2020 geplaatst in een instelling met betaling 1/3de aan de begunstigde(n) voor de plaatsing. Na de plaatsing gaat het kind alleen wonen.

    5.

    De moeder is bijslagtrekkende en het kind is tot en met 04.04.2020 geplaatst in een instelling met betaling 1/3de aan de bijslagtrekkende voor de plaatsing. Na de plaatsing gaat het kind bij zijn ouders wonen.

    Tot 30.04.2020: 1/3de aan de bijslagtrekkende en  2/3de aan Jeugdhulp (fonds Jongerenwelzijn) of de instelling

    Vanaf 01.05.2020:

    • ouders worden begunstigden (overschakeling naar begunstigde(n) voor andere gemeenschappelijke kinderen),
    • 3/3de aan de begunstigden

     

    6.

    De moeder is bijslagtrekkende en het kind is tot en met 01.04.2020 geplaatst in een instelling met  betaling 1/3de aan de bijslagtrekkende voor de plaatsing. Na de plaatsing gaat het kind bij zijn ouders wonen.

    7.

    De moeder is bijslagtrekkende en het kind is tot en met 04.04.2020 geplaatst in een instelling met  betaling 1/3de aan de bijslagtrekkende voor de plaatsing. Na de plaatsing gaat het kind alleen wonen.

    Tot 30.04.2020: 1/3de aan de bijslagtrekkende en  2/3de aan Jeugdhulp (fonds Jongerenwelzijn) of de instelling

    Vanaf 01.05.2020:

    • kind wordt begunstigde voor zichzelf,
    • 3/3de aan het kind dat begunstigde is voor zichzelf,
    • overschakeling naar begunstigde(n) voor andere gemeenschappelijke kinderen van de bijslagtrekkende en de andere ouder van het kind dat geplaatst was.

    8.

    De moeder is bijslagtrekkende en het kind is tot en met 01.04.2020 geplaatst in een instelling met  betaling 1/3de aan de bijslagtrekkende voor de plaatsing. Na de plaatsing gaat het kind alleen wonen.

    9.

    Het kind is tot en met 04.04.2020 geplaatst in een instelling met betaling 1/3de op een geblokkeerde rekening op naam van het kind en is begunstigde voor zichzelf. Na de plaatsing gaat het kind bij zijn ouders wonen. 

    Tot 30.04.2020: 1/3de op een geblokkeerde rekening op naam van het kind en  2/3de aan Jeugdhulp (fonds Jongerenwelzijn) of de instelling

    Vanaf 01.05.2020:

    • ouders worden begunstigden,
    • 3/3de aan de begunstigden.

    Wanneer er nog sprake is van een bijslagtrekkendedossier is er een overschakeling naar begunstigde(n) voor het kind en de andere gemeenschappelijke kinderen van de bijslagtrekkende en de andere ouder van het kind dat geplaatst was.

    10.

    Het kind is  tot en met 01.04.2020 geplaatst in een instelling met betaling 1/3de op een geblokkeerde rekening op naam van het kind en is begunstigde voor zichzelf. Na de plaatsing gaat het kind bij zijn ouders wonen. 

    11.

    Het kind is tot en met 04.04.2020 geplaatst in een instelling met betaling 1/3de op een geblokkeerde rekening op naam van het kind en is begunstigde voor zichzelf. Na de plaatsing gaat het kind alleen wonen. 

    Tot 30.04.2020: 1/3de op een geblokkeerde rekening op naam van het kind en  2/3de aan Jeugdhulp (fonds Jongerenwelzijn) of de instelling

    Vanaf 01.05.2020:

    • kind wordt begunstigde voor zichzelf,
    • 3/3de aan kind dat begunstigde is voor zichzelf.

    12.

    Het kind is  tot en met 01.04.2020 geplaatst in een instelling met betaling 1/3de op een geblokkeerde rekening op naam van het kind en is begunstigde voor zichzelf. Na de plaatsing gaat het kind alleen wonen. 

    1.2.3. Enkele specifieke situaties

    Situatie

    Toepassing verdeelsleutel 1/3de – 2/3de

    1.

    Een kind is tot en met 01.03.2020 geplaatst in een pleeggezin. Vanaf 02.03.2020 wordt het kind geplaatst in een instelling met betaling 1/3de op een geblokkeerde rekening op naam van het kind.

    Tot 31.03.2020: 3/3de aan het pleeggezin.

    Vanaf 01.04.2020:

    • kind wordt begunstigde voor zichzelf,
    • 1/3de op een geblokkeerde rekening op naam van het kind en 2/3de aan Jeugdhulp (fonds Jongerenwelzijn) of de instelling.

    2.

    Een kind werd vanuit het gezin van zijn ouders geplaatst in een instelling met betaling 1/3de aan de bijslagtrekkende/begunstigde(n) voor de plaatsing. De plaatsing in een instelling stopt op 01.04.2020 en vanaf 02.02.2020 gaat het kind bij zijn grootouders wonen.

    Tot 30.04.2020: 1/3de aan de bijslagtrekkende/begunstigde(n) voor de plaatsing en  2/3de aan Jeugdhulp (fonds Jongerenwelzijn) of de instelling.

    Vanaf 01.05.2020:

    • grootouders (= opvoeders) worden begunstigden voor het kind,
    • 3/3de aan de begunstigden, nl. de grootouders. 

    3.

    Een kind werd vanuit het gezin van zijn ouders geplaatst in een instelling met betaling 1/3de aan de bijslagtrekkende/begunstigde(n) voor de plaatsing. De plaatsing in een instelling stopt op 01.02.2020 en vanaf 02.02.2020 wordt het kind geplaatst in een pleeggezin.

    Tot 29.02.2020: 1/3de aan de bijslagtrekkende/begunstigde(n) voor de plaatsing en 2/3de aan Jeugdhulp (fonds Jongerenwelzijn) of de instelling.

    Vanaf 01.03.2020:

    • de pleegouders worden begunstigden voor het kind,
    • 3/3de aan de begunstigden, nl. de pleegouders.

    4.

    Een kind werd vanuit het gezin van zijn ouders geplaatst in een instelling met betaling 1/3de aan de begunstigde(n) voor de plaatsing. De plaatsing in een instelling eindigt op 01.03.2020 en vanaf 02.03.2020 wordt het kind opnieuw geplaatst in een instelling met betaling 1/3de op een geblokkeerde rekening op naam van het kind. 

    Tot 31.03.2020: 1/3de aan de begunstigde(n) voor de plaatsing en 2/3de aan Jeugdhulp (fonds Jongerenwelzijn) of instelling.

    Vanaf 01.04.2020:

    • kind wordt begunstigde voor zichzelf,
    • 1/3de op een geblokkeerde rekening op naam van het kind en 2/3de aan Jeugdhulp (fonds Jongerenwelzijn) of de instelling.

    Wanneer er nog sprake is van een bijslagtrekkendedossier is er een overschakeling naar begunstigde(n) voor andere gemeenschappelijke kinderen van de bijslagtrekkende en de andere ouder van het kind dat geplaatst wordt met 1/3de op een geblokkeerde rekening.

    5.

    Een kind is geplaatst in een instelling met betaling 1/3de op een geblokkeerde rekening van het kind. De plaatsing in de instelling eindigt op 01.02.2020 en op 03.02.2020 wordt het kind geplaatst in een pleeggezin. 

    Tot 29.02.2020: 1/3de op een geblokkeerde rekening op naam van het kind en 2/3de aan Jeugdhulp (fonds Jongerenwelzijn) of de instelling

    Vanaf 01.03.2020:

    • pleegouders worden begunstigden,
    • 3/3de aan begunstigden, nl. pleegouders. 

    2. Soorten plaatsingen in een instelling

    Er is een onderscheid tussen plaatsingen in een instelling via:

    • VAPH (Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap) of CKG (Centra voor kinderzorg en gezinsondersteuning): het 2/3de wordt betaald aan de instelling;
    • Jeugdhulp: het 2/3de wordt betaald aan Jeugdhulp (fonds Jongerenwelzijn).

    2.1. Plaatsingen via VAPH of CKG

    2.1.1. Meldingen van de plaatsing

    Als een rechtgevend kind geplaatst is/wordt in een instelling via het VAPH of via CKG, dan worden de gegevens over de plaatsing meegedeeld door de instelling zelf aan de hand van een e-mail, gewone brief4  of eventueel een P3-formulier (wordt niet meer beschouwd als standaardformulier) dat in principe alle nodige informatie bevat.

    Indien de consulent niet beschikt over alle nodige gegevens, contacteert de consulent de instelling om de nodige bijkomende gegevens te ontvangen.

    De ontvangstdatum is de datum vermeld op de melding van de plaatsing (brief, mail, etc.). Wanneer de uitbetalingsactor deze pas ontvangt na 14 kalenderdagen wordt de datum van ontvangst genomen (= postdatum)5 .

    2.1.2. Betaling van 1/3de aan de begunstigde(n)

    Bij plaatsingen via het VAPH of CKG wordt het 1/3de in principe uitbetaald aan de begunstigde(n) voor de plaatsing(en).  

    Er wordt geen rekening meer gehouden met wie zich om het kind bekommert.

    Wanneer de plaatsing via het VAPH of CKG onmiddellijk volgt op een plaatsing via Jeugdhulp en het 1/3de werd betaald op een geblokkeerde rekening op naam van het kind, dan wordt deze beslissing ook verder toegepast voor de plaatsing via VAPH of CKG.

    Er kan echter altijd een nieuwe beslissing over het 1/3de worden genomen door de plaatsende instantie (jeugdrechtbank of Toegangspoort). In dit geval zal deze nieuwe beslissing moeten worden gevolgd.

    Enkele voorbeelden

    Situatie

    Toepassing

    1.

    De moeder is bijslagtrekkende en het kind wordt op 19.09.2020 vanuit het gezin van de ouders via het  VAPH geplaatst in een instelling.

    Tot 30.09.2020: 3/3de aan de bijslagtrekkende

    Vanaf 01.10.2020:

    • ouders worden begunstigden (overschakeling naar begunstigde(n), ook voor andere gemeenschappelijke kinderen),
    • 1/3de aan begunstigden en  2/3de aan de instelling

    2.

    De ouders zijn begunstigden en het kind wordt op 01.09.2020 vanuit het gezin van zijn ouders via CKG geplaatst in een instelling.

    Tot 30.09.2020: 3/3de aan de begunstigden

    Vanaf 01.102020: 1/3de aan de begunstigden en  2/3de aan de instelling

    3.

    Een kind woont in bij zijn zus en haar echtgenoot. Beiden zijn als opvoeders begunstigden voor dit kind. Op 18.10.2020 wordt het kind vanuit dit gezin via CKG geplaatst in een instelling.

    Tot 31.10.2020: 3/3de aan de begunstigden

    Vanaf 01.11.2020: 1/3de aan de begunstigden, nl. de zus en haar echtgenoot en 2/3de aan de instelling

    2.1.3. Wat als de beslissing over het 1/3de nog moet worden genomen door de Jeugdrechtbank?

    Wanneer de instelling meedeelt dat de Jeugdrechtbank de beslissing over de betaling van het 1/3de nog moet nemen, dan wordt het 1/3de in afwachting van het vonnis betaald aan de begunstigde(n) voor de plaatsing.

    Bij ontvangst van het vonnis wordt het 1/3de betaald volgens de uitspraak in het vonnis vanaf de maand van ontvangst van het vonnis, rekening houdend met een eventuele wijziging van begunstigde(n) of ontvanger van het 1/3de6 .

    Er kan ook beslist worden dat het 1/3de moet worden betaald op een geblokkeerde rekening op naam van het kind. Aangezien het hier om een aanduiding van begunstigde gaat heeft de wijziging uitwerking vanaf de maand volgend op ontvangst van het vonnis.

    Enkele voorbeelden

    Situatie

    Toepassing

    1.

    Een kind wordt op 15.06.2020 vanuit het gezin van de vader via CKG geplaatst in een instelling. Beide ouders zijn begunstigden voor het kind. De instelling deelt mee dat de beslissing over het 1/3de in behandeling is bij de Jeugdrechtbank.

    Op 14.09.2020 deelt de instelling mee dat de Jeugdrechtbank beslist heeft dat het 1/3de vanaf het begin van de plaatsing betaald moet worden aan de vader.

    In afwachting van de beslissing wordt het 1/3de vanaf 01.07.2020 betaald aan de begunstigde(n) voor de plaatsing en het 2/3de aan de instelling. 

    Vanaf 01.09.2020 wordt het 1/3de betaald aan de vader via sommendelegatie en 2/3de aan de instelling.

    2.

    Een kind wordt op 15.06.2020 vanuit het gezin van zijn ouders, die beiden begunstigden zijn, via VAPH geplaatst in een instelling. De instelling deelt mee dat de beslissing over het 1/3de in behandeling is bij de Jeugdrechtbank. Op 12.10.2020 deelt de instelling mee dat de Jeugdrechtbank beslist heeft dat het 1/3de vanaf het begin van de plaatsing betaald moet worden op een geblokkeerde rekening op naam van het kind.

    In afwachting van de beslissing wordt het 1/3de vanaf 01.07.2020 betaald aan de begunstigde(n) voor de plaatsing en het 2/3de aan de instelling. 

    Vanaf 01.11.2020 wordt het kind begunstigde voor zichzelf en wordt het 1/3de betaald op de geblokkeerde rekening van het kind. 

     

    2.2. Plaatsingen via Jeugdhulp

    2.2.1. Melding van plaatsing en bestemming van het 1/3de via D227

    Bij een plaatsing in een instelling via Jeugdhulp (fonds Jongerenwelzijn), wordt de plaatsing en de beslissing over de bestemming van het 1/3de steeds meegedeeld aan de hand van een officieel plaatsingsbericht (D227) dat alle nodige informatie bevat, zoals de:

    • melding van plaatsing: gegevens geplaatst kind (naam, rijksregisternummer, etc.), adres voorziening, gegevens plaatsende instantie, begindatum plaatsing (en eventueel einddatum)7 ;
    • melding bij wijziging plaatsing: vb. verandering van instelling, verlenging van plaatsing8 ;
    • melding einde plaatsing;
    • beslissing over de betaling van het 1/3de  of wijziging van het 1/3de.

    Dit bericht is de authentieke bron. De gegevens in de D227 zijn in principe correct en volledig. Er wordt bijgevolg geen bijkomend formulier P3 (of gelijkaardig formulier) meer verstuurd naar de instelling om de gegevens te verifiëren.

    De dispatching van de plaatsingsberichten gebeurt door het Agentschap Opgroeien. Wanneer een uitbetalingsactor een D227 ontvangt en niet (meer) bevoegd is voor het dossier, dan wordt de D227 onverwijld doorgestuurd naar de bevoegde uitbetalingsactor met plaatsingen@opgroeien.be  in CC.

    Als de begunstigden meedelen dat zij niet akkoord zijn met de gegevens in de D227, dienen zij zelf contact op te nemen met Jeugdhulp (fonds Jongerenwelzijn) zodat een verbeterde D227 kan gestuurd worden.

    De D227 kan vermelden dat het 1/3de moet worden betaald:

    • aan de begunstigde(n) voor de plaatsing;
    • op een geblokkeerde rekening op naam van het kind;
    • aan een specifiek vermelde persoon: dit kan een ouder/opvoeder zijn of een bij naam genoemde persoon.

    Daarnaast is het ook mogelijk dat er geen bestemming van het 1/3de wordt vermeld.

    Dit wordt verder toegelicht in punt 3 - De beslissing over de betaling van het 1/3de.

    Wanneer de consulent een D227 ontvangt waarin er een nieuwe beslissing over het 1/3de staat vermeld, dan wordt deze wijziging toegepast vanaf de maand van ontvangst9  van de D227, rekening houdend met een eventuele wijziging van begunstigde(n). Wanneer er sprake is van een wijziging van begunstigde, dan gaat de wijziging in vanaf de maand volgend op het vonnis, de beschikking of de beslissing Toegangspoort.

    Als de D227 een einddatum in de toekomst bevat en er wordt geen bericht van verlenging ontvangen dan stopt de plaatsing op de einddatum.

    Wanneer de D227 geen einddatum bevat dan loopt de plaatsing door.

    De verwerkingstermijn van 30 kalenderdagen blijft behouden en begint te lopen vanaf de ontvangst van de D227 (= verzenddatum vermeld op D227).  Bij laattijdige verwerking van de D227 door de uitbetalingsactor kan de te goeder trouw niet worden ingeroepen. Deze betalingen dienen geregulariseerd te worden, met betaling van het 2/3de aan Jeugdhulp (fonds Jongerenwelzijn).

    Vragen over het plaatsingsbericht en de beslissing van het 1/3de10  kunnen gesteld worden via het nieuw mailadres: plaatsingen@opgroeien.be.

    Dit nieuw mailadres vervangt ook het vorige mailadres in:

    • Toelichtingsnota 12 van 24 oktober 2019 – Plaatsing in pleeggezin – Pleegzorgtoeslag en forfaitaire pleegzorgbijslag
    • Mededeling A/2 van 11 april 2019 – Gegevensuitwisseling met Jongerenwelzijn -Kinderen geplaatst in een instelling.
    • Mededeling A/2bis van 23 oktober 2019 – Plaatsingsberichten van Jeugdhulp (Jongerenwelzijn).
    • Mededeling  A/4 van 16 mei 2019 – Lopende pleegplaatsingen op 31 december 2018 – Toekenning van de pleegzorgtoeslag.
    2.2.2. Wat als het geplaatst kind meerderjarig wordt?

    Als er geen einddatum vermeld wordt op de oorspronkelijke D227 en er geen bericht van einde plaatsing wordt ontvangen op het moment dat het kind meerderjarig wordt dan loopt de plaatsing door. Jeugdhulp (fonds Jongerenwelzijn) stuurt enkel een bericht van einde plaatsing op het moment dat de plaatsing effectief stopt.

    Er dienen hierover geen vragen te worden gesteld aan Jeugdhulp (fonds Jongerenwelzijn), noch aan de instelling.

    3. De beslissing over de betaling van het 1/3de

    Binnen het Groeipakketdecreet kan het 1/3de betaald worden:

    • op een geblokkeerde rekening op naam van het kind;
    • of aan de begunstigde(n) voor de plaatsing;
    • of aan een specifiek vermelde persoon: dit kan een ouder/opvoeder zijn of een bij naam genoemde persoon (aangeduid bij vonnis, beschikking of beslissing Toegangspoort).

    3.1. Betaling van het 1/3de op een geblokkeerde rekening van het kind

    Wanneer de beslissing vermeldt dat het 1/3de betaald moet worden op een geblokkeerde rekening op naam van het kind, dan wordt vanaf de eerste dag van de maand volgend op de ontvangst11  van de D227:

    • het geplaatst kind begunstigde voor zichzelf;
    • de verdeelsleutel 1/3de – 2/3de toegepast en het 1/3de betaald op een geblokkeerde rekening van het kind.

    Het kind vormt vanaf dan ook zijn eigen feitelijk gezin met zijn eigen gezinsgrootte, en heeft tot en met de leeftijd van 18 jaar automatisch recht op sociale toeslag12  zonder inkomstencontrole. Vanaf 18 jaar dient het kind te voldoen aan de inkomstengrens13 .

    Voorbeeld

    Situatie:

    Een kind wordt op 18.05.2020 geplaatst in een instelling en met betaling 1/3de op een geblokkeerde rekening op naam van het kind.

    Conclusie:

    Vanaf 01.06.2020 wordt het kind begunstigde voor zichzelf en wordt het 1/3de betaald op de geblokkeerde rekening van het kind, en 2/3de aan Jeugdhulp (fonds Jongerenwelzijn).
     
    3.1.1. Wat als het geplaatst kind met 1/3de op een geblokkeerde rekening op naam van het kind meerderjarig wordt

    Als de plaatsing met 1/3de op een geblokkeerde rekening op naam van het kind bij de meerderjarigheid doorloopt14 , dan wordt het 1/3de verder betaald op: 

    • de bestaande geblokkeerde rekening op naam van het kind als deze nog niet is afgesloten;
    • een andere bankrekening op naam van het kind als de geblokkeerde rekening ondertussen is afgesloten15

    Indien er bij afsluiting van de geblokkeerde rekening geen andere bankrekening op naam van het kind gekend is, worden deze gegevens opgevraagd bij het kind zelf.

    Bij gebrek hieraan wordt er via een circulaire cheque op naam van het kind betaald.

    Als er twijfel mogelijk is over de ontvangst van de circulaire cheque door het kind zelf, dient er een sociale controle te worden aangevraagd.

    In geval dat het kind onder bewindvoering valt (vroegere statuut van verlengde minderjarigheid), kunnen de nodige gegevens in de meeste gevallen opgevraagd worden bij de bewindvoerder die voor het kind wordt aangesteld.

    Op het moment van meerderjarigheid wordt het kind op de hoogte gebracht over het bestaan van de geblokkeerde rekening indien de uitbetalingsactor hiervan op de hoogte is.

    3.2. Betaling van het 1/3de aan de begunstigde(n) voor de plaatsing

    3.2.1. Bepaling van de begunstigde(n) voor de plaatsing

    Bij de betaling van het 1/3de aan de begunstigde(n), wordt het 1/3de in principe betaald aan de bijslagtrekkende/begunstigde(n) van voor de plaatsing.

    Deze begunstigden zijn de ouders of de opvoeders die onmiddellijk voor de plaatsing het statuut van bijslagtrekkende/begunstigde hadden voor het kind:

    • vanuit het gezin van de ouders: ouders blijven begunstigden;
    • vanuit het gezin van (werkelijke) opvoeder(s) (bv. grootmoeder): opvoeder(s) blijven de begunstigden;
    • vanuit een pleeggezin en de pleegplaatsing blijft duren: de pleegzorger(s) blijven begunstigden (= gecombineerde plaatsing)16 .

    Hiervan wordt afgeweken als er door de Intersectorale toegangspoort (Jeugdhulp) of de Jeugdrechtbank  beslist wordt dat het 1/3de moet worden betaald aan een specifiek vermelde persoon, dit kan een ouder/opvoeder zijn of een bij naam genoemde persoon (= aangeduide ontvanger van het 1/3de).

    Bij betaling van het 1/3de aan de begunstigde(n) voor de plaatsing telt het geplaatst kind voor de bepaling van de sociale toeslag en de gezinsgrootte steeds mee in het gezin van de begunstigde(n) voor dit kind.

    Enkele voorbeelden

    Situatie

    Toepassing

    1.

    De ouders zijn begunstigden voor hun 2 kinderen. Het jongste kind wordt op 18.05.2020 geplaatst in een instelling met betaling 1/3de aan de begunstigden voor de plaatsing. 

    Omdat de ouders begunstigden zijn voor de plaatsing wordt het 1/3de betaald op het rekeningnummer gekozen door de begunstigden (bij gebrek of onenigheid aan de jongste).

    2.

    De ouders zijn begunstigden voor hun 2 kinderen. Het jongste kind verhuist op 06.03.2020 naar de grootmoeder en wordt vervolgens op 18.03.2020 geplaatst in een instelling met betaling 1/3de aan de begunstigden voor de plaatsing. 

    Omdat de ouders begunstigden zijn voor de plaatsing wordt het 1/3de betaald op het rekeningnummer gekozen door de begunstigden (bij gebrek of onenigheid aan de jongste). De grootmoeder was geen begunstigde voor het kind.

    3.

    De ouders zijn begunstigden voor hun 2 kinderen. Het jongste kind verhuist op 06.03.2020 naar de grootmoeder en wordt op 18.04.2020 geplaatst in een instelling met betaling 1/3de aan de begunstigde(n) voor de plaatsing. 

    Vanaf 01.04.2020 is de grootmoeder begunstigde voor het kind dat bij haar woont. Vanaf 01.05.2020 ontvangt zij als begunstigde voor de plaatsing het 1/3de.

    3.2.2. Bepaling van de begunstigde(n) bij meerdere aaneensluitende plaatsingen

    Bij meerdere aaneensluitende plaatsingen (zowel in een instelling als in een pleeggezin), worden de begunstigden voor de plaatsing bepaald aan de hand van het gezin waarin het kind verbleef voor de eerste plaatsing. Zie punt 3.7 ’Nog enkele voorbeelden ter illustratie – Bestemming 1/3de en bepaling begunstigde(n)’, voorbeeld 6.

    3.3. De verschillende beslissingen over het 1/3de die vermeld kunnen worden op de D227

    3.3.1. De D227 vermeldt dat het 1/3de dient te worden betaald aan de bijslagtrekkende/ begunstigde(n) voor de plaatsing

    Wanneer de D227 vermeldt dat het 1/3de dient te worden betaald aan de bijslagtrekkende/ begunstigde(n) voor de plaatsing, dan worden de begunstigden voor het kind bepaald, zoals beschreven in punt 3.2.1.

    Eens de begunstigden zijn bepaald, wordt het 1/3de betaald op de rekening die gekozen werd door de begunstigden (bij gebrek aan keuze of onenigheid, volgens de keuze van de jongste).

    Dit betekent ook dat in geval van scheiding (vermoeden gelijkmatig verdeelde huisvesting) de sociale toeslag elk voor de helft wordt verdeeld onder beide begunstigden en het 1/3de op de 50% van de sociale toeslag betaald wordt op het rekeningnummer dat werd doorgegeven voor de betaling van de sociale toeslag.  

    Het 1/3de wordt in dit geval betaald aan de begunstigde(n) voor de plaatsing en dit tot het moment dat er een andere beslissing over de bestemming 1/3de (D227 bis) wordt ontvangen.

    Ook als de D227 vermeldt dat het 1/3de moet worden betaald aan de bijslagtrekkende voor de plaatsing wordt het 1/3de betaald aan de begunstigde(n).  

    Opgelet: Indien er voor de ontvangen beslissing reeds een lopende aansluiting was bij een andere plaatsende instantie, dan zal de D227 als standaard vermelden: “1/3de aan begunstigde voor plaatsing”. In dergelijk geval kan de voorgaande beslissing gewoon verder worden toegepast en verandert er dus in principe niets, met uitzondering van een eventuele overschakeling van bijslagtrekkende naar begunstigde(n) en verval van de proportionele verdeling.

    Voorbeeld 1

    Situatie:

    De ouders zijn gescheiden (gelijkmatig verdeelde huisvesting) en samen begunstigden voor hun 2 kinderen. Het oudste kind wordt vanuit het gezin van de moeder geplaatst. De D227 vermeldt dat het 1/3de moet worden betaald aan de begunstigde(n) voor de plaatsing17 .

    Het basisbedrag wordt betaald op een gemeenschappelijke rekening (keuze van de begunstigden) en de sociale toeslag wordt elk voor de helft verdeeld onder beide ouders. Zowel de 50% van de moeder als die van de vader worden elk op een aparte rekening betaald.  

    Toepassing:

    Toepassing van de verdeelsleutel 1/3de -2/3de op het basisbedrag en de sociale toeslag.

    Basisbedrag

    1/3de op de rekening gekozen door de begunstigden.

    Sociale toeslag

    50% recht op basis van feitelijk gezin van de moeder: 1/3de van deze 50% wordt betaald op rekening van de moeder. 

    50% recht op basis van feitelijk gezin van de vader: 1/3de van deze 50% wordt betaald op rekening van de vader.

    Voorbeeld 2 – Variant op voorbeeld 1

    Situatie: 

    De ouders zijn gescheiden en samen begunstigden voor hun 2 kinderen. Het zwaartepunt van verblijf voor beide kinderen ligt bij de moeder (via vonnis). Het oudste kind wordt vanuit het gezin van de moeder geplaatst. De D227 vermeldt dat het 1/3de moet worden betaald aan de begunstigde(n) voor de plaatsing.

    Het basisbedrag wordt betaald op een gemeenschappelijke rekening (keuze van de begunstigden). Aangezien er een vonnis is met zwaartepunt van verblijf voor beide kinderen bij de moeder, wordt de sociale toeslag volledig aan haar betaald op basis van haar inkomsten- en gezinssituatie. Het vonnis blijft gelden tijdens de plaatsing (tot zolang er een nieuwe vonnis is).

    Toepassing:

    Toepassing van de verdeelsleutel 1/3de – 2/3de op het basisbedrag en de sociale toeslag. 

    Basisbedrag

    1/3de op de rekening gekozen door de begunstigden.

    Sociale toeslag

    100% recht op basis van feitelijk gezin van de moeder: 1/3de van volledige sociale toeslag wordt betaald op rekening van de moeder. 

    Geen recht op sociale toeslag voor de vader18 .

    3.3.2. De D227 vermeldt geen bestemming 1/3de

    Wanneer er geen bestemming van het 1/3de wordt vermeld op de D227 en de uitbetalingsactor is niet op de hoogte van een vorige beslissing dan dient een financiële beslissing/duplicaat van de vorige beslissing te worden aangevraagd via plaatsingen@opgroeien.be.

    In afwachting van de financiële beslissing of het duplicaat van de vorige beslissing wordt de betaling niet uitgevoerd.

    Opgelet: Indien er voor de ontvangen beslissing reeds een lopende aansluiting was bij dezelfde  plaatsende instantie, dan zal de D227 niets vermelden bij de bestemming van het 1/3de. In dergelijk geval kan de voorgaande beslissing gewoon verder worden toegepast en verandert er dus in principe niets, met uitzondering van een eventuele overschakeling van bijslagtrekkende naar begunstigde(n) en verval van de proportionele verdeling.

    3.3.3. De D227 vermeldt een specifieke persoon (ouder/opvoeder of een bij naam genoemde persoon)

    Wanneer de D227 een specifieke persoon vermeldt, bijvoorbeeld de moeder/vader of een andere persoon, dan wordt het 1/3de via sommendelegatie betaald aan deze persoon.

    Deze aanduiding is louter een betaalmodaliteit en zorgt niet voor een wijziging op vlak van begunstigde(n). Indien er reeds betaald werd in toepassing van de verdeelsleutel, zal het 1/3de  vanaf de maand van ontvangst van de D227 betaald worden aan de aangeduide ontvanger. Indien er nog niet in toepassing van de verdeelsleutel werd betaald (bij een eerste plaatsing) zal het 1/3de  vanaf de eerste dag van de maand volgend op de plaatsing betaald worden aan de aangeduide ontvanger. 

    Bij (vermoeden van) gelijkmatig verdeelde huisvesting gebeurt het onderzoek voor de sociale toeslag op basis van de inkomstenkernen van beide begunstigden. Het 1/3de van het bedrag sociale toeslag wordt ook via sommendelegatie betaald aan de specifiek vermelde persoon in de D227.

    3.4. Wat als er een wijziging is in de situatie die een effect heeft op de bestemming van het 1/3de  en er komt geen nieuwe D227 met een nieuwe beslissing van het 1/3de?

    Indien er zich een wijziging in het domicilie van het kind voordoet met een mogelijke impact op de bestemming van het 1/3de, en er wordt geen nieuwe beslissing over de bestemming van het 1/3de ontvangen die afgestemd is op de nieuwe situatie, dan dient de uitbetalingsactor Jeugdhulp (fonds Jongerenwelzijn) via plaatsingen@opgroeien.be te informeren over de nieuwe situatie. Jeugdhulp (fonds Jongerenwelzijn) doet dan het nodige onderzoek om een aangepaste beslissing van het 1/3de te bezorgen aan de uitbetalingsactor.

    Onder deze wijzigingen horen bijvoorbeeld de situatie waarin het geplaatst kind alleen gaat wonen, of het geplaatst kind wordt gedomicilieerd bij een ander gezin dan deze van de begunstigde(n) voor de plaatsing.    

    In afwachting van de aangepaste D227 wordt de huidige beslissing over de bestemming van het 1/3de verder toegepast. Zodra de uitbetalingsactor een aangepaste beslissing van het 1/3de ontvangt, wordt deze toegepast vanaf de maand van ontvangst of vanaf de volgende maand als deze beslissing een wijziging van begunstigde met zich meebrengt.

    3.5. Toepassing bij wijziging van de betaling 1/3de aan de begunstigde(n) voor de plaatsing

    3.5.1. Er komt een nieuwe beslissing met betaling van het 1/3de aan een specifiek vermelde persoon (ouder/opvoeder of een bij naam genoemde persoon)

    In de situatie waarbij het 1/3de wordt betaald aan de begunstigde(n) voor de plaatsing en er een beslissing wordt ontvangen dat het 1/3de betaald moet worden aan de specifieke vermelde persoon, betreft dit louter een wijziging van ontvanger (= betaalmodaliteit en toepassing sommendelegatie).

    Dit principe telt ook in de omgekeerde situatie waarbij het 1/3de betaald wordt aan een specifiek vermelde persoon en er beslist wordt dat het 1/3de dient te worden betaald aan de begunstigde(n).

    Deze wijziging heeft uitwerking vanaf de maand van ontvangst19 van de D227.

    Wanneer er nog sprake is van een bijslagtrekkendedossier, zorgt deze wijziging van betaalmodaliteit niet voor een overschakeling naar begunstigde(n).

    Opmerking: Indien de aanvangsdatum van de beslissing in de toekomst ligt, dient deze in aanmerking te worden genomen als aanvangsdatum van de verdeelsleutel. Stel dat op 05.06.2020 een beslissing 1/3de wordt verstuurd met aanvangsdatum 01.07.2020, dan zal de verdeelsleutel pas vanaf 01.07.2020 worden toegepast en niet vanaf de maand van ontvangst van de D227.

    Enkele voorbeelden

    Situatie

    Toepassing

    1.

    Een kind is geplaatst in een instelling met betaling 1/3de aan de begunstigde(n) voor de plaatsing. Op 05.06.2020 ontvangt de uitbetalingsactor een D227 waarin vermeld wordt dat het 1/3de moet worden betaald aan de vader van het kind. 

    Vanaf 01.06.2020 wordt het 1/3de betaald aan de vader via sommendelegatie. 

    2.

    De moeder is bijslagtrekkende en het kind is geplaatst in een instelling met betaling 1/3de aan de bijslagtrekkende voor de plaatsing. Op 05.06.2020 ontvangt de uitbetalingsactor een D227 waarin vermeld wordt dat het 1/3de moet worden uitbetaald aan de vader van het kind. 

    Vanaf 01.06.2020 wordt het 1/3de betaald aan de vader via sommendelegatie.

    Er is geen overschakeling naar begunstigde(n) omdat er geen wijziging is in het ouderlijk gezag of in de opvoedingssituatie van het kind.

    3.5.2. Wijziging van betaling 1/3de  aan bijslagtrekkende door overschakeling naar begunstigde(n)20

    Als er zich een situatie voordoet waarbij er door een wijziging in het ouderlijk gezag of in de opvoedingssituatie een overschakeling van bijslagtrekkende naar begunstigde(n) is, en op het moment van de overschakeling wordt het 1/3de betaald aan de bijslagtrekkende, dan wordt vanaf de overschakeling naar begunstigde(n) het 1/3de betaald aan de begunstigde(n)21 .

    Er dient geen contact te worden opgenomen met Jeugdhulp (fonds Jongerenwelzijn) om na te gaan aan wie het 1/3de moet worden betaald na de overschakeling. Zij zijn namelijk niet bevoegd om te bepalen wie de bijslagtrekkende of begunstigde is en kunnen enkel meedelen als er een specifieke betaalregeling werd beslist, zoals betaling aan een specifiek vermelde persoon (ouder/opvoeder of een bij naam genoemde persoon) of betaling op een rekeningnummer op naam van kind (aanduiding bij vonnis).

    Voorbeeld

    Situatie

    Toepassing

    1.

    De moeder is bijslagtrekkende voor haar 2 kinderen. Het jongste kind is geplaatst in een instelling met betaling 1/3de aan de bijslagtrekkende voor de plaatsing.  

    Op 06.11.2020 krijgt zij samen met de vader van de 2 kinderen een derde kind.

    Vanaf 01.11.2020: ouders worden begunstigden voor nieuw geboren kind.

    Vanaf 01.12.2020:

    • ouders worden begunstigden voor de andere 2 kinderen,
    • 1/3de aan de begunstigde(n)22  en 2/3de aan de instelling of Jeugdhulp (fonds Jongerenwelzijn).
    • door de komst van een nieuwe kind, vervalt de proportionele verdeling voor elke kind aan wie het bedrag van de proportionele verdeling werd toegekend.


    3.5.3. Wijziging van betaling 1/3de aan begunstigde(n) voor de plaatsing naar de betaling van het 1/3de  op een geblokkeerde rekening op naam van het kind

    Wanneer er bij betaling van het 1/3de aan de begunstigde(n) voor de plaatsing de uitbetalingsactor een beslissing ontvangt die stelt dat het 1/3de dient te worden betaald op een geblokkeerde rekening op naam van het kind, dan wordt vanaf de maand volgend op de ontvangst van de beslissing:

    • het kind zijn eigen begunstigde;
    • het 1/3de betaald op een geblokkeerde rekening op naam van het kind.

    Als een kind op 31.12.2018 geplaatst is met betaling 1/3de aan de bijslagtrekkende en er komt vanaf 01.01.2019 een beslissing dat het 1/3de vanaf een bepaalde datum moet betaald worden op een geblokkeerde rekening op naam van het kind, dan vervalt de proportionele verdeling voor alle kinderen voor wie deze verdeling wordt toegepast naar aanleiding van de plaatsing. Dit wordt verder toegelicht in punt 4.3. van deze nota.

    3.6. Wanneer is er sprake van een einde plaatsing gevolgd door een nieuwe plaatsing? 

    Er is sprake van een einde plaatsing wanneer de uitbetalingsactor een D227 ontvangt met een einde plaatsing, ook als deze einde plaatsing gevolgd wordt door een nieuw plaatsingsbericht met aansluitende begindatum, ongeacht of de nieuwe plaatsing in dezelfde of een andere instelling is.

    Als de D227 met een einddatum plaatsing gevolgd wordt door een nieuw plaatsingsbericht met een nieuwe begindatum (aansluitend), dan wordt dit beschouwd als een nieuwe plaatsing ongeacht of de nieuwe plaatsing in een andere of in dezelfde instelling is (met eventuele overschakeling van bijslagtrekkende naar begunstigde(n) en verval van proportionele verdeling).

    Dit heeft enkel betrekking op de overschakeling van een bijslagtrekkendedossier naar een begunstigdendossier bij een nieuwe plaatsing. 

    De overschakeling gebeurt dus bij ieder nieuw bericht als de oorspronkelijke begindatum niet wordt hernomen.

    3.7. Nog enkele voorbeelden ter illustratie – Bestemming 1/3de en bepaling begunstigde(n)

    Situatie

    Toepassing

    1.

    Beide ouders zijn begunstigden voor een kind dat op 19.03.2020 via Jeugdhulp (fonds Jongerenwelzijn) geplaatst wordt in een instelling. De D227 vermeldt dat het 1/3de betaald moet worden aan de moeder.

    Tot 31.03.2020: 3/3de aan de begunstigden

    Vanaf 01.04.2020: 1/3de aan de moeder via sommendelegatie (= aanduiding ontvanger) en 2/3de aan Jeugdhulp (fonds Jongerenwelzijn).

    2.

    De moeder is bijslagtrekkende voor 2 kinderen. Op 19.03.2020 wordt het jongste kind via Jeugdhulp (fonds Jongerenwelzijn) geplaatst in een instelling. De D227 vermeldt specifiek dat het 1/3de betaald moet worden aan de moeder.

    Tot 31.03.2020: 3/3de aan de bijslagtrekkende

    Vanaf 01.04.2020:

    • ouders worden begunstigden (overschakeling naar begunstigde(n), ook voor andere gemeenschappelijke kinderen)
    • 1/3de aan de moeder via sommendelegatie (= aanduiding ontvanger) en 2/3de  aan Jeugdhulp (fonds Jongerenwelzijn)

    3.

    Beide grootouders zijn begunstigden voor een kind dat op 19.03.2020 vanuit hun gezin via Jeugdhulp (fonds Jongerenwelzijn) wordt geplaatst in een instelling. De D227 vermeldt dat het 1/3de betaald moet worden aan de begunstigde(n) voor de plaatsing.

    Tot 31.03.2020: 3/3de aan de begunstigden, nl. grootouders

    Vanaf 01.04.2020: 1/3de aan de begunstigden voor de plaatsing, nl. grootouders en 2/3de aan Jeugdhulp (fonds Jongerenwelzijn).

     

    4.

    De grootmoeder is bijslagtrekkende voor een kind dat  op 19.03.2020 vanuit haar gezin via VAPH wordt geplaatst in een instelling.

    Tot 31.03.2020: 3/3de aan de bijslagtrekkende.

    Vanaf 01.04.2020:

    • overschakeling naar begunstigden, beide grootouders worden begunstigden (vermoeden van gezamenlijk opvoeden)
    •  1/3de betaald aan de begunstigden en 2/3de aan de instelling. 

    5.

    Een kind is tot 15.02.2020 geplaatst in een pleeggezin (einde plaatsing). Vanaf 16.02.2020 gaat het bij zijn moeder wonen, en wordt op 20.03.2020 via CKG geplaatst in een instelling.   

    Tot 29.02.2020: 3/3de aan het pleeggezin

    Vanaf 01.03.2020: ouders worden begunstigden en 3/3de aan begunstigden.

    Vanaf 01.04.2020: 1/3de aan de begunstigde(n) voor de plaatsing, nl. de ouders en 2/3de aan de instelling.

    6.

    Een kind wordt vanuit het gezin van zijn moeder geplaatst in een pleeggezin. De pleegplaatsing stopt op 15.02.2020, en vanaf 16.02.2020 wordt het via Jeugdhulp (fonds Jongerenwelzijn) geplaatst in een instelling met betaling 1/3de aan de begunstigde(n) voor de plaatsing.

    Tot 29.02.2020: 3/3de aan het pleeggezin

    Vanaf 01.03.2020:

    • bepaling begunstigden voor de plaatsing, nl. de ouders (voor het eerst geplaatst vanuit het gezin van de moeder).
    • 1/3de aan de begunstigde(n) voor de plaatsing en 2/3de aan  Jeugdhulp (fonds Jongerenwelzijn).

    7.

    Een kind wordt vanuit het gezin van zijn tante, die bijslagtrekkende was voor het kind, geplaatst in een pleeggezin. De pleegplaatsing stopt op 15.02.2020, en vanaf 16.02.2020 wordt het kind via CKG geplaatst in een instelling.

    Tot 29.02.2020: 3/3de aan het pleeggezin

    Vanaf 01.03.2020:

    • bepaling begunstigde(n) voor de plaatsing, nl. tante (en eventuele partner bij vermoeden van gezamenlijk opvoeden) (voor het eerst geplaatst vanuit het gezin van de tante).
    • 1/3de aan de begunstigde(n) voor de plaatsing en 2/3de aan  de instelling

     

    8.

    Een kind is geplaatst in een pleeggezin en de pleegouders zijn begunstigden. Vanaf 16.02.2020 wordt het kind vanuit het pleeggezin via VAPH geplaatst in een instelling (de pleegplaatsing loopt door).

    Tot 29.02.2020: 3/3de aan de begunstigden, nl. de pleegouders

    Vanaf 01.03.2020: 1/3de aan de begunstigden voor de plaatsing, de pleegouders en 2/3de aan de instelling (gecombineerde plaatsing)

    9.

    Een kind is via Jeugdhulp (fonds Jongerenwelzijn) geplaatst in een instelling met betaling 1/3de aan de begunstigde(n) voor de plaatsing, namelijk de ouders. Op 16.03.2020 gaat het kind alleen wonen. Er verandert niets aan de plaatsing en er worden geen nieuwe plaatsingsgegevens ontvangen.

    Tot 31.03.2020: 1/3de aan de begunstigden voor de plaatsing, nl. de ouders en 2/3de aan Jeugdhulp (fonds Jongerenwelzijn)

    Vanaf 01.04.2020:

    • kind wordt begunstigde voor zichzelf23
    • de situatie wordt voorgelegd aan Jeugdhulp (fonds Jongerenwelzijn) via plaatsingen@opgroeien.be om een eventuele aangepaste beslissing 1/3de te ontvangen,
    • in afwachting van een aangepaste beslissing wordt het 1/3de via sommendelegatie verder betaald op het rekeningnummer waarop het 1/3de vooraf werd betaald, en 2/3de aan Jeugdhulp (fonds Jongerenwelzijn).

    Bij ontvangst van een nieuwe D227 worden de betalingen van het 1/3de volgens deze nieuwe D227 uitgevoerd. Indien de D227 vermeldt dat het 1/3de moet worden betaald op een geblokkeerde rekening op naam van het kind, dan wordt vanaf de maand van ontvangst het 1/3de betaald op deze rekening.

    4. Plaatsing in een instelling voor en na 1 januari 2019 en de impact op de gezinsbijslagen

    4.1. Kinderen met recht op bedragen in de nieuwe regeling24  en die vanaf 01.01.2019 geplaatst worden in een instelling

    Deze kinderen hebben recht op het basisbedrag van € 163,20 en bijhorende toeslagen uit boek 2 van het Groeipakketdecreet.

    De verdeelsleutel 1/3de – 2/3de wordt toegepast vanaf de maand volgend waarin de plaatsing in een instelling begint op het volledige bedrag (basisbedrag, sociale toeslagen, etc.) waarop het kind recht heeft (cf. punt 1.1. van deze nota).

    Voorbeeld:

    Situatie:

    Ouders zijn begunstigden voor hun 3 kinderen waarvan 2 kinderen (Marie en Lode) met recht in de overgangsmaatregel en een nieuw geboren kind, Maarten. Er is recht op sociale toeslag. 

    Gebeurtenis:

    Het kind Maarten, geboren op 05.02.2020, wordt op 16.05.2020 geplaatst in een instelling.

    Toepassing:

    Toepassing verdeelsleutel 1/3de – 2/3de vanaf 01.06.2020 voor Maarten. 

     

    Gezinsbijslagen vanaf geboorte (01.02.2020)

    Gezinsbijslagen vanaf 01.06.2020 n.a.v. plaatsing

    Marie (4 jaar)

    € 173,80 + € 29,64 = € 203,44

    € 173,80 + € 29,64 = € 203,44

    Lode (2 jaar)

    € 93,93 + € 47,81 = € 141,74

    € 93,93 + € 47,81 = € 141,74

    Maarten (0 jaar)

    € 163,20 + € 81,60 = € 244,80

    1/3de = € 81,60 en 2/3de  = € 163,20

    Bij einde plaatsing van Maarten vervalt de verdeelsleutel 1/3de – 2/3de en worden de gezinsbijslagen opnieuw volledig betaald aan de begunstigde ouders vanaf de maand volgend op de maand waarin de plaatsing stopt.  

    4.2. Kinderen met recht op bedragen in de overgangsmaatregel en die vanaf 01.01.2019 geplaatst worden in een instelling

    Kinderen die op 31.12.2018 recht hebben binnen de AKBW, hebben vanaf 01.01.2019 recht op de bedragen in art. 210 van het Groeipakketdecreet en de procedure beschreven in toelichtingsnota 1 dd. 19.12.2018 betreft de omkering van de rangen. 

    De verdeelsleutel 1/3de – 2/3de wordt toegepast vanaf de maand volgend waarin de plaatsing in een instelling begint op het volledige bedrag (basisbedrag, sociale toeslagen, etc.) waarop het kind recht heeft (cf. punt 1.1. van deze nota).

    Voorbeeld 1

    Situatie:

    De ouders zijn begunstigden voor hun 3 kinderen waarvan 2 kinderen (Marie en Lode) met recht in de overgangsmaatregel en een nieuw geboren kind, Maarten (°05.02.2020). Er is recht op sociale toeslag.

    Gebeurtenis:

    Het oudste kind Marie wordt op 16.05.2020 geplaatst in een instelling.

    Toepassing:

    Toepassing verdeelsleutel 1/3de – 2/3de vanaf 01.06.2020 voor Marie

     

    Gezinsbijslagen vanaf geboorte (01.02.2020)

    Gezinsbijslagen vanaf 01.06.2020

    n.a.v. plaatsing

    Marie (4 jaar)

    € 173,80 + € 29,64 = € 203,44

    1/3de = € 67,81 en 2/3de = € 135,63

    Lode (2 jaar)

    € 93,93 + € 47,81 = € 141,74

    € 93,93 + € 47,81= € 141,74

    Maarten (0 jaar)

    € 163,20 + € 81,60 = € 244,80

    € 163,20 + € 81,60 = € 244,80

    Bij einde plaatsing van Marie vervalt de verdeelsleutel 1/3de -2/3de en worden de gezinsbijslagen opnieuw volledig betaald aan de begunstigde ouders vanaf de maand volgend op de maand waarin de plaatsing stopt.

    Voorbeeld 2

    Situatie:

    De ouders zijn begunstigden voor hun 2 kinderen (Marie en Lode) met recht in de overgangsmaatregel.

    Gebeurtenis:

    Het oudste kind Marie wordt op 16.05.2020 geplaatst in een instelling met betaling 1/3de op geblokkeerde rekening op naam van het kind..

    Toepassing:

    Marie wordt vanaf 01.06.2020 begunstigde voor zichzelf en het 1/3de wordt vanaf dan betaald op de geblokkeerde rekening.

     

    Gezinsbijslagen voor de plaatsing

    Gezinsbijslagen vanaf 01.06.2020

    n.a.v. plaatsing

    Marie (4 jaar)

    € 173,80 + € 29,64 = € 203,44

    1/3de = € 67,81 en 2/3de = € 135,63

    Lode (2 jaar)

    € 93,93 + € 47,81 = € 141,74

    € 93,93 + € 47,81= € 141,74

    Bij einde plaatsing van Marie worden de (nieuwe) begunstigden bepaald. Als zij terug bij de ouders gaat wonen, worden zij de begunstigden voor Marie en ontvangen zij de volledige gezinsbijslagen vanaf de maand volgend op de maand waarin de plaatsing stopt. Marie heeft dan opnieuw recht op haar vastgeklikt bedrag, namelijk € 173, 80.

    4.3. Kinderen met recht op bedragen in de overgangsmaatregel en die geplaatst zijn op 31.12.2018

    Kinderen die op 31.12.2018 geplaatst zijn in een instelling werden in die hoedanigheid gemigreerd met het bedrag toegekend zoals bepaald door toepassing van de proportionele verdelingsregels voorzien in de AKBW.

    Indien deze proportionele verdeling ook van toepassing was op andere kinderen in het gezin van het geplaatst kind, blijft ook voor hen dit vastgesteld bedrag behouden.

    4.3.1. De proportionele verdeling binnen de AKBW nog even kort samengevat

    Als het 1/3de betaald wordt aan een natuurlijke persoon dan gebeurde de toepassing van de proportionele verdeling rond de bijslagtrekkende en wordt het bedrag van de verdeling toegekend voor alle kinderen25 , al dan niet geplaatst, rond deze bijslagtrekkende.

    Als het 1/3de betaald wordt op een geblokkeerde rekening op naam van het kind, gebeurde de toepassing van de proportionele verdeling voor dit kind rond de rechthebbende en werd het bedrag van de proportionele verdeling enkel toegekend aan het geplaatst kind met betaling 1/3de op een geblokkeerde rekening op naam van het kind.

    4.3.2. Behoud en verval van de proportionele verdeling vanaf 01.01.2019

    De proportionele verdeling, vastgesteld op 31.12.2018, blijft ten aanzien van elk rechtgevend kind behouden tot er een einde komt aan de plaatsing of tot er zich een wijziging voordoet waardoor de toepassing van de proportionele verdeling vervalt.

    Wanneer de proportionele verdeling vervalt, dan wordt er voor elk kind voor wie deze verdeling werd toegepast en het 1/3de werd betaald aan de bijslagtrekkende, het bedrag toegekend waar het op 31.12.2018 recht zou hebben indien er geen sprake was van een proportionele verdeling en met omkering van de rangen.

    Voor kinderen geplaatst met 1/3de op een geblokkeerde rekening op naam van het kind worden de nieuwe bedragen toegekend zoals bepaald in Boek 2 van het Groeipakketdecreet.

    4.3.2.1. Bij betaling 1/3de aan de begunstigde(n) voor de plaatsing zorgen volgende wijzigingen er voor dat de proportionele verdeling vervalt:
    • het geplaatst kind of een ander kind is niet meer rechtgevend;
    • het geplaatst kind of een ander rechtgevend kind verlaat het gezin26 ;
    • er komt een nieuw kind in het gezin27 , namelijk: een nieuw geboren kind, een kind dat reeds recht heeft binnen de overgangsmaatregel, een kind dat instroomt met recht op de nieuwe bedragen;
    • de plaatsing van het kind of de plaatsing van een andere kind in het gezin eindigt;
    • er is een wijziging van het 1/3de: nl. van 1/3de aan de begunstigde(n) naar 1/3de op een geblokkeerde rekening op naam van het kind;
    • de plaatsing van een ander kind in het gezin van het geplaatst kind waardoor ook voor dit kind de verdeelsleutel 1/3de – 2/3de wordt toegepast;
    • een wijzing in het bedrag van de proportionele verdeling28  waardoor een herberekening van de verdeling nodig is, bijvoorbeeld door een wijziging in het bedrag sociale toeslag of door een beletsel van het recht29  van het geplaatst kind of een ander kind in het gezin30 ;
    • de overschakeling van bijslagtrekkende naar begunstigde(n).

    In principe vervalt de proportionele verdeling vanaf de eerste dag van de maand volgend op de gebeurtenis tenzij die gebeurtenis leidt tot een wijziging van het bedrag per kind binnen de proportionele verdeling. In dit geval vervalt de proportionele verdeling vanaf de eerste dag van de maand van de gebeurtenis.

    Als er nog steeds een kind in het gezin is geplaatst in een instelling, dan wordt op het (vastgeklikt) bedrag van dit geplaatst kind nog steeds de verdeelsleutel 1/3de – 2/3de toegepast en dit zolang het kind geplaatst blijft.

    Voorbeeld 1 - Wijziging door einde plaatsing

    Situatie:

    De ouders zijn begunstigden voor hun 3 kinderen:

    • Louise (10 jaar): geplaatst in instelling A met betaling  1/3de aan de begunstigde(n) voor de plaatsing,
    • Mats (8 jaar): geplaatst in instelling B met betaling 1/3de aan de begunstigde(n) voor de plaatsing,
    • Eva (6 jaar): niet geplaatst.

    Het bedrag volgens de proportionele verdeling bedraagt: € 93,93 + € 173,80 + € 259,49/3 = € 527,22 /3 = € 175,74.

    Gebeurtenis:

    De plaatsing van Mats eindigt op 13.03.2020.

    Toepassing:

    Vanaf 01.04.2020 vervalt de proportionele verdeling voor elk kind aan wie het bedrag van de proportionele verdeling werd toegekend. Voor het geplaatste kind Louise wordt de verdeelsleutel 1/3de - 2/3de verder toegepast op het bedrag € 259,49.

     

    December 2018

    Januari 2019

    December 2018

    (los van de plaatsing)

    Na einde proportionele verdeling (01.04.2020)

    Louise

    (10 jaar)

    € 175,74

    € 175,74

    € 93,93

    € 259,49

    1/3de = € 86,49  en 2/3de = € 173

    Mats (8 jaar)

    € 175,74

    € 175,74

    € 173,80

    € 173,80

    Eva (6 jaar)     

    € 175,74

    € 175,74

    € 259,49

    € 93,93

    Voorbeeld 2 - Wijziging door einde recht van het geplaatst kind of van een ander kind in het gezin

    Situatie:

    De ouders zijn begunstigden voor hun 3 kinderen:

    • Louise (19 jaar): niet geplaatst,
    • Mats (15 jaar): geplaatst in instelling A met betaling 1/3de aan de begunstigde(n) voor de plaatsing,
    • Eva (10 jaar): geplaatst in instelling B met betaling van 1/3de  aan de begunstigde(n) voor de plaatsing.

    Het bedrag volgens de proportionele verdeling bedraagt: € 93,93 + € 173,80 + € 259,49/3 = € 527,22 /3 = € 175,74.

    Gebeurtenis:

    Op 24.02.2020 heeft Louise geen recht meer op gezinsbijslagen.

    Toepassing:

    Vanaf 01.03.2020 vervalt de proportionele verdeling voor elk kind aan wie het bedrag van de proportionele verdeling werd toegekend.

    Voor de geplaatste kinderen Mats en Eva wordt de verdeelsleutel 1/3de – 2/3de verder toegepast op het bedrag dat vanaf dan aan hen kan worden toegekend.

     

    December 2018

    Januari 2019

    December 2018

    (los van de plaatsing)

    Na einde proportionele verdeling (01.03.2020)

    Louise (19 jaar)

    € 175,74

    € 175,74

    € 93,93

    -

    Mats (15 jaar)

    € 175,74

    € 175,74

    € 173,80

    € 173,80

    1/3de = € 57,90

    2/3de = € 115,90

    Eva (10 jaar)

    € 175,74

    € 175,74

    € 259,49

    € 93,93

    1/3de = € 31,31 en 2/3de = € 62,62

    Voorbeeld 3 - Wijziging doordat het geplaatst kind of een ander kind in het gezin het gezin van de bijslagtrekkende/begunstigde(n) verlaat

    Situatie:

    De ouders zijn begunstigden voor hun 3 kinderen:

    • Louise (15 jaar): geplaatst in instelling A met 1/3de aan de begunstigde(n) voor de plaatsing,
    • Mats (12 jaar): niet geplaatst,
    • Eva (10 jaar): geplaatst in instelling B met betaling van 1/3de  aan de begunstigde(n) voor de plaatsing.

    Het bedrag volgens de proportionele verdeling bedraagt: € 93,93 + € 173,80 + € 259,49/3 = € 527,22 /3 = € 175,74.

    Gebeurtenis:

    Op 24.02.2020 verlaat Mats het gezin.

    Toepassing:

    Vanaf 01.03.2020 vervalt de proportionele verdeling voor elk kind aan wie het bedrag van de proportionele verdeling werd toegekend.

    Voor de geplaatste kinderen Louise en Eva wordt de verdeelsleutel 1/3de – 2/3de verder toegepast op het bedrag dat vanaf dan aan hen kan worden toegekend. Mats neemt bij het verlaten van het gezin zijn vastgeklikt bedrag van € 173,80 mee. 

     

    December 2018

    Januari 2019

    December 2018

    (los van de plaatsing)

    Na einde proportionele verdeling (01.03.2020)

    Louise

    (15 jaar)

    € 175,74

    € 175,74

    € 93,93

    € 259,49

    1/3de = € 86,49 en 2/3de = € 173

    Mats (12 jaar)

    € 175,74

    € 175,74

    € 173,80

    € 173,80 (neemt bedrag mee)

    Eva (10 jaar)

    € 175,74

    € 175,74

    € 259,49

    € 93,93

    1/3de = € 31,31 en 2/3de = € 62,62

    Voorbeeld 4 - Wijziging door de komst van een nieuw rechtgevend kind31  in het gezin van de bijslagtrekkende/begunstigde(n)

    Situatie:

    De ouders zijn begunstigden voor hun 3 kinderen:

    • Louise (15 jaar): geplaatst in instelling A met 1/3de aan de begunstigde(n) voor de plaatsing,
    • Mats (12 jaar): niet geplaatst,
    • Eva (10 jaar): geplaatst in instelling B met betaling van 1/3de  aan de begunstigde(n) voor de plaatsing.

    Het bedrag volgens de proportionele verdeling bedraagt: € 93,93 + € 173,80 + € 259,49/3 = € 527,22 /3 = € 175,74.

    Gebeurtenis:

    Op 24.02.2020 komt het rechtgevend kind Sander (16 jaar) met een vastgeklikt bedrag van € 93,93 in het gezin van de begunstigden.

    Toepassing:

    Vanaf 01.03.2020 vervalt de proportionele verdeling voor elke kind aan wie het bedrag van de proportionele verdeling werd toegekend.

    Voor de geplaatste kinderen Louise en Eva wordt de verdeelsleutel 1/3de - 2/3de  verder toegepast op het bedrag dat vanaf dan aan hen kan worden toegekend. Sander behoudt zijn vastgeklikt bedrag van € 93,93.

     

    December 2018

    Januari 2019

    December 2018      

    (los van de plaatsing)

    Na einde proportionele verdeling (01.03.2020)

    Louise (15 jaar)

    € 175,74

    € 175,74

    € 93,93

    € 259,49

    1/3de = € 86,49

    2/3de = € 173

    Mats (12 jaar)

    € 175,74

    € 175,74

    € 173,80

    € 173,80

    Eva (10 jaar)

    € 175,74

    € 175,74

    € 259,49

    € 93,93

    1/3de = € 31,31

    2/3de = € 62,62

    Sander (16 jaar)

    € 93,93

    € 93,93

    € 93,93

    € 93,93

    Voorbeeld 5 - Wijziging door de komst van een nieuw rechtgevend kind in het gezin van de bijslagtrekkende/begunstigde(n)

    Situatie:

    De ouders zijn begunstigden voor hun 3 kinderen:

    • Louise (15 jaar): geplaatst in instelling A met 1/3de  aan de begunstigde(n) voor de plaatsing,
    • Mats (12 jaar): niet geplaatst,
    • Eva (10 jaar): geplaatst in instelling B met betaling van 1/3de  aan de begunstigde(n) voor de plaatsing.

    Het bedrag volgens de proportionele verdeling bedraagt: € 93,93 + € 173,80 + € 259,49/3 = € 527,22 /3 = € 175,74.

    Gebeurtenis:

    Op 24.02.2020 verwelkomen de begunstigde ouders een nieuw kindje, Carol.

    Er is geen recht op sociale toeslag.

    Toepassing:

    Vanaf 01.04.2020 vervalt de proportionele verdeling voor elk kind aan wie het bedrag van de proportionele verdeling werd toegekend. Voor de geplaatste kinderen Louise en Eva wordt de verdeelsleutel 1/3de – 2/3de verder toegepast op het bedrag dat vanaf dan aan hen kan worden toegekend.

     

    December 2018

    Januari 2019

    December 2018

    (los van de plaatsing)

    Na einde proportionele verdeling (01.04.2020)

    Louise (15 jaar)

    € 175,74

    € 175,74

    € 93,93

    € 259,49

    1/3de = € 86,49

    2/3de = € 173

    Mats (12 jaar)

    € 175,74

    € 175,74

    € 173,80

    € 173,80

    Eva (10 jaar)

    € 175,74

    € 175,74

    € 259,49

    € 93,93

    1/3de = € 31,31

    2/3de = € 62,62

    Carol (0 jaar)

    -

    -

    -

    € 163,20

    Voorbeeld 6 - Variant op  voorbeeld 5

    Situatie:

    De moeder is bijslagtrekkende voor haar 2 kinderen:

    • Mats (15 jaar): geplaatst in instelling A met 1/3de aan de begunstigd(n) voor de plaatsing,
    • Eva (10 jaar): niet geplaatst.

    Het bedrag volgens de proportionele verdeling bedraagt: € 93,93 + € 173,80/2 = € 267,73/2 = € 133,87. Er is geen recht op sociale toeslag.

    Gebeurtenis:

    Op 20.04.2020 wordt er een nieuw kindje, Senne, geboren van de bijslagtrekkende moeder en de vader van Mats en Eva.

    Toepassing:

    Vanaf 01.04.2020 worden de ouders begunstigden voor Senne en vanaf 01.05.2020 worden ook Mats en Eva opgenomen in het begunstigdendossier.

    Door de geboorte van Senne ontstaat er een recht op sociale toeslag voor alle kinderen vanaf 01.04.2020. Bijgevolg vervalt vanaf deze datum ook de proportionele verdeling. Voor Mats wordt de verdeelsleutel 1/3de – 2/3de verder toegepast op het bedrag dat vanaf dan aan hem kan worden toegekend.

     

    December 2018

    Januari 2019

    December 2018

    (los van de plaatsing)

    Na einde proportionele verdeling (01.04.2020)

    Mats (15 jaar)

    € 133,87

    € 133,87

    € 93,93

    € 173,80 (+ € 29,64)

    1/3de = € 67,81

    2/3de = € 135,63

    Eva (10 jaar)

    € 133,87

    € 133,87

    € 173,80

    € 93,93 (+ € 47,81)

    Senne (0 jaar)

     

     

     

    € 163,20 (+ € 61,20)

    Let wel:

    Komt er een nieuw kind in het gezin waarvoor de bijslagtrekkende enige begunstigde wordt of voor dit kind begunstigde wordt met een andere persoon, dan blijft de proportionele verdeling voor de andere kinderen behouden, tenzij dit zorgt voor een wijziging in het bedrag van de proportionele verdeling door toekenning van een (hogere) sociale toeslag.

    Voorbeeld 7 – Variant op voorbeeld 5

    Situatie:

    Een moeder is bijslagtrekkende voor 2 kinderen waarvan 1 kind geplaatst is met 1/3de aan de begunstigde(n) voor de plaatsing. Er is geen recht op sociale toeslag. 

    Gebeurtenis:

    Op 15.02.2020 krijgt de moeder een nieuw kindje met haar nieuwe partner, die niet de vader is van de andere 2 kinderen.  Ondanks de geboorte en aangepaste gezinsgrootte is er nog steeds geen recht op sociale toeslag waardoor er geen wijziging is in het bedrag van de proportionele verdeling voor de andere kinderen.

    Toepassing:

    Vanaf 01.02.2020 worden de moeder en haar nieuwe partner begunstigden voor het nieuw geboren kindje.

    Voor de andere 2 kinderen blijft de moeder bijslagtrekkende en blijft de proportionele verdeling behouden. 

    Voorbeeld 8 – Variant op voorbeeld 7

    Situatie:

    Een moeder is bijslagtrekkende voor 2 kinderen waarvan 1 kind geplaatst is met 1/3de aan de begunstigde(n) voor de plaatsing. Er is geen recht op sociale toeslag.

    Gebeurtenis:

    Op 15.02.2020 krijgt de moeder een nieuw kindje met haar nieuwe partner die niet de vader is van de andere 2 kinderen.  Door de geboorte en aangepaste gezinsgrootte ontstaat er vanaf 01.02.2020 een recht op sociale toeslag voor alle kinderen.

    Toepassing:

    Vanaf 01.02.2020 worden de moeder en haar nieuwe partner begunstigden voor het nieuw geboren kindje.

    Voor de andere 2 kinderen blijft de moeder bijslagtrekkende.

    Door het ontstaan van het recht op sociale toeslag voor alle kinderen is er een wijziging in het bedrag van de proportionele verdeling. Bijgevolg vervalt deze vanaf 01.02.2020.

    Voorbeeld 9 - Wijziging van bestemming 1/3de aan de begunstigde(n) voor de plaatsing naar 1/3de op een geblokkeerde rekening op naam van het kind

    Indien een kind op 31.12.2018 geplaatst is met betaling 1/3de aan de begunstigde(n) voor de plaatsing en er komt vanaf 01.01.2019 een beslissing dat het 1/3de vanaf een bepaalde datum moet betaald worden op een geblokkeerde rekening op naam van het kind, dan:

    • vervalt de proportionele verdeling voor elke kind voor wie deze verdeling wordt toegepast naar aanleiding van de plaatsing met 1/3de aan de begunstigde(n),
    • wordt het kind voor wie het 1/3de betaald moet worden op een geblokkeerde rekening op naam van het kind zijn eigen begunstigde de maand volgend op de ontvangst van de beslissing, en wordt vanaf dan het 1/3de betaald op de geblokkeerde rekening van het kind.

    Situatie:

    De ouders zijn begunstigden voor hun 2 kinderen:

    • Mats (15 jaar): niet geplaatst,
    • Eva (12 jaar): geplaatst in instelling A met betaling van 1/3de  aan de begunstigde(n) voor de plaatsing. 

    Het bedrag volgens de proportionele verdeling bedraagt: € 93,93 + € 173,80/2 = € 267,73/2 = € 133,87.

    Gebeurtenis:

    Vanaf 24.02.2020 dient het 1/3de voor Eva te worden betaald op een geblokkeerde rekening op haar naam.

    Toepassing:

    Vanaf 01.03.2020 wordt Eva begunstigde voor zichzelf en wordt 1/3de van het bedrag van € 93,93 betaald op de geblokkeerde rekening. 

     

    December 2018

    Januari 2019

    December 2018

    (los van de plaatsing)

    Na einde proportionele verdeling (01.03.2020)

    Mats (15 jaar)

    € 133,87

    € 133,87

    € 93,93

    € 173,80

    Eva (12 jaar)

    € 133,87

    € 133,87

    € 173,80

    € 93,93

    1/3de = € 31,31

    2/3de = € 62,62

    Voorbeeld 10 – Variant op voorbeeld 9

    Situatie:

    De ouders zijn begunstigden voor 2 van hun 3 kinderen:

    • Mats (12 jaar): niet geplaatst,
    • Eva (10 jaar): geplaatst in instelling B met betaling van 1/3de  aan de begunstigde(n) voor de plaatsing.

    Het derde kind Louise (15 jaar) is geplaatst in instelling A met 1/3de op een geblokkeerde rekening op naam van het kind en begunstigde voor zichzelf.

    Voor Louise gebeurde de groepering en de proportionele verdeling rond de rechthebbende, voor Eva gebeurde dit rond de bijslagtrekkende. De groepering en proportionele verdeling voor Eva staat los van die voor het geplaatst kind Louise.

    Gebeurtenis:

    Vanaf 24.02.2020 dient het 1/3de van Eva te worden betaald op een geblokkeerde rekening op naam van het kind.

    Toepassing:

    Vanaf 01.03.2020 wordt Eva begunstigde voor zichzelf en wordt 1/3de van het bedrag van € 93,93 betaald wordt op een geblokkeerde rekening op haar naam.

    De proportionele verdeling voor Mats en Eva vervalt en bij de omkering van de rangen telt het kind Louise niet mee omdat zij op 31.12.2018 niet behoort tot de groepering in de zin van artikel 42 AKBW

     

    December 2018

    Januari 2019

    December 2018

    (los van de plaatsing)

    Na einde proportionele verdeling (01.03.2020)

    Louise (15 jaar)

    (heeft eigen dossier)

    € 175,74

    € 175,74

    € 175,74

    € 175,74

    1/3de = € 58,58

    2/3de = € 117,16

    Mats (12 jaar)

    € 133,87

    € 133,87

    € 93,93

    € 173,80

    Eva (10 jaar)

    € 133,87

    € 133,87

    € 173,80

    € 93,93

    1/3de = € 31,31

    2/3de = € 62,62

    Voorbeeld 11 – Er wordt een ander kind in het gezin geplaatst

    Situatie:

    De ouders zijn begunstigden voor hun 3 kinderen:

    • Louise (15 jaar): geplaatst in instelling A met 1/3de aan de begunstigd(n) voor de plaatsing,
    • Mats (12 jaar): niet geplaatst,
    • Eva (10 jaar): niet geplaatst.

    Het bedrag volgens de proportionele verdeling bedraagt: € 93,93 + € 173,80 + € 259,49/3 = € 527,22 /3 = € 175,74.  Gebeurtenis:

    Vanaf 24.02.2020 wordt Eva geplaatst in instelling B met 1/3de aan de begunstigde(n) voor de plaatsing.

    Toepassing:

    Vanaf 01.03.2020 vervalt de proportionele verdeling voor elk kind aan wie het bedrag van de proportionele verdeling werd toegekend. Voor de geplaatste kinderen Louise en Eva wordt de verdeelsleutel 1/3de – 2/3de verder toegepast op het bedrag dat vanaf dan aan hem kan worden toegekend. 

     

    December 2018

    Januari 2019

    December 2018

    (los van de plaatsing)

    Na einde proportionele verdeling (01.03.2020)

    Louise (15 jaar)

    € 175,74

    € 175,74

    € 93,93

    € 259,49

    1/3de = € 86,49

    2/3de = € 173

    Mats (12 jaar)

    € 175,74

    € 175,74

    € 173,80

    € 173,80

    Eva (10 jaar)

    € 175,74

    € 175,74

    € 259,49

    € 93,93

    1/3de = € 31,31

    2/3de = € 62,62

    Voorbeeld 12 – Er is een wijziging in het bedrag van de proportionele verdeling door wijziging van het bedrag sociale toeslag

    Situatie:

    De ouders zijn begunstigden voor hun 3 kinderen:

    • Louise (15 jaar): geplaatst in instelling A met 1/3de aan de begunstigd(n) voor de plaatsing,
    • Mats (12 jaar): niet geplaatst,
    • Eva (10 jaar): niet geplaatst.

    Het bedrag volgens de proportionele verdeling bedraagt: (€ 93,93 + € 173,80 + € 259,49 + 5,20 + 29,64 + 47,81) /3 = € 609,87 /3 = € 203,29. Er wordt sociale toeslag betaald.

    Gebeurtenis:

    Vanaf 01.10.2020 is er geen recht meer op sociale toeslag omdat de inkomsten te hoog zijn. 

    Toepassing:

    Vanaf 01.10.2020 vervalt de proportionele verdeling voor elk kind aan wie het bedrag van de proportionele verdeling werd toegekend want het wegvallen van de sociale toeslag zorgt voor een herberekening van de proportionele verdeling. Voor Louise wordt de verdeelsleutel 1/3de – 2/3de verder toegepast op het bedrag dat vanaf dan aan haar kan worden toegekend.

     

    December 2018

    Januari 2019

    December 2018

    (los van de plaatsing)

    Na einde proportionele verdeling (01.10.2020)

    Louise (19 jaar)

    € 203,29

    € 203,29

    € 93,93

    € 259,49

    1/3de = € 86,49

    2/3de = € 173

    Mats (15 jaar)

    € 203,29

    € 203,29

    € 173,80

    € 173,80

    Eva (10 jaar)

    € 203,29

    € 203,29

    € 259,49

    € 93,93

    Voorbeeld 13 – Er is een wijziging in het bedrag van de proportionele verdeling door een beletsel van het recht

    Situatie:

    De ouders zijn begunstigden voor hun 3 kinderen:

    • Louise (19 jaar): niet geplaatst,
    • Mats (15 jaar): geplaatst in instelling A met 1/3de aan de begunstigd(n) voor de plaatsing,
    • Eva (10 jaar): niet geplaatst.

    Het bedrag volgens de proportionele verdeling bedraagt: € 93,93 + € 173,80 + € 259,49/3 = € 527,22 /3 = € 175,74.

    Gebeurtenis:

    Vanaf 01.05.2020 is het recht van Louise32  in beletsel waardoor er voor haar geen gezinsbijslagen kunnen worden toegekend. 

    Toepassing:

    Vanaf 01.05.2020 vervalt de proportionele verdeling voor elk kind aan wie het bedrag van de proportionele verdeling werd toegekend want dit beletsel zorgt voor een herberekening van de proportionele verdeling33 . Voor Mats wordt de verdeelsleutel 1/3de – 2/3de verder toegepast op het bedrag dat vanaf dan aan hem kan worden toegekend.

     

    December 2018

    Januari 2019

    December 2018

    (los van de plaatsing)

    Na einde proportionele verdeling (01.05.2020)

    Louise (19 jaar)

    € 175,74

    € 175,74

    € 93,93

    -

    Mats (15 jaar)

    € 175,74

    € 175,74

    € 173,80

    € 173,80

    1/3de = € 57,90

    2/3de = € 115,90

    Eva (10 jaar)

    € 175,74

    € 175,74

    € 259,49

    € 93,93

    Voorbeeld 14 – Er is een overschakeling van bijslagtrekkende naar begunstigde(n)34

    Situatie:

    De moeder is bijslagtrekkende voor haar 2 kinderen:

    • Mats (15 jaar): geplaatst in instelling A met 1/3de aan de begunstigd(n) voor de plaatsing,
    • Eva (10 jaar): niet geplaatst.

    Het bedrag volgens de proportionele verdeling bedraagt: € 93,93 + € 173,80/2 = € 267,73/2 = € 133,87.

    Gebeurtenis:

    Op 15.04.2020 ontvangt de uitbetalingsactor een vonnis waarin het exclusief ouderlijk gezag voor beide kinderen wordt toegewezen aan de vader. 

    Toepassing:

    Vanaf 01.05.2020 wordt de vader enige begunstigde voor beide kinderen en vervalt de proportionele verdeling. Voor Mats wordt de verdeelsleutel op het bedrag van € 173,80 verder toegepast.

     

    December 2018

    Januari 2019

    December 2018

    (los van de plaatsing)

    Na einde proportionele verdeling (01.05.2020)

    Mats (15 jaar)

    € 133,87

    € 133,87

    € 93,93

    € 173,80

    1/3de = € 57,90

    2/3de = € 115,90

    Eva (10 jaar)

    € 133,87

    € 133,87

    € 173,80

    € 93,93

    4.3.2.2. Bij betaling van het 1/3de op een geblokkeerde rekening op naam van het kind zorgen volgende wijzigingen er voor dat de proportionele verdeling vervalt :
    • de plaatsing van het kind eindigt (ook als er aaneensluitend een nieuwe plaatsing is);
    • er is een wijziging van het 1/3de, nl. van 1/3de op een geblokkeerde rekening op naam van het kind naar 1/3de aan de begunstigde(n) voor de plaatsing.
    • een wijzing in het bedrag van de proportionele verdeling waardoor een herberekening van de verdeling nodig is, bijvoorbeeld door een wijziging in het bedrag sociale toeslag of door een beletsel van het recht35  van het geplaatst kind

    Deze kinderen vormen vanaf 01.01.2019 (migratie) hun eigen begunstigdenkern.

    Na het einde van de proportionele verdeling worden de nieuwe bedragen zoals bepaald in Boek 2 van het Groeipakketdecreet toegekend aan de nieuwe begunstigde(n)36 .

    Voorbeeld 1 - Wijziging door einde plaatsing

    Situatie:

    De rechthebbende vader opent het recht voor 2 kinderen. Beide kinderen Nora (12 jaar) en Senne (10 jaar) zijn geplaatst in een instelling met betaling 1/3de op een geblokkeerde rekening op naam van het kind.

    Vanaf 01.01.2019 zijn zowel Nora als Senne begunstigden voor zichzelf.

    Gebeurtenis:

    Op 31.03.2020 eindigt de plaatsing voor Senne. Op 05.05.2020 eindigt ook de plaatsing van Nora.

    Toepassing:

    Door het einde van de plaatsing van Senne op 31.03.2020, worden vanaf 01.04.2020 de nieuwe begunstigden bepaald en worden de nieuwe bedragen bepaald in Boek 2 toegekend.

    Voor Nora telt dezelfde regeling vanaf 01.06.2020.

    De nieuwe begunstigden worden bepaald o.b.v. het gezin waar de kinderen verblijven na de plaatsing. 

     

    December 2018

    Januari 2019

    April 2020

    Juni 2020

    Nora

    (12 jaar)

    € 93,93 + € 173,80/2 = € 133,87

    1/3de = € 44,62  

    2/3de = € 89,25

    € 133,87

    1/3de = € 44,62

    2/3de = € 89,25

    € 133,87

    1/3de = € 44,62   

    2/3de = € 89,25

    € 163,20

    Senne

    (10 jaar)

    € 93,93 + € 173,80/2 = € 133,87

    1/3de = € 44,62

    2/3de = € 89,25

    € 133,87

    1/3de = € 44,62  

    2/3de = € 89,25

    € 163,20

    € 163,20

    Voorbeeld 2 - Wijziging van betaling 1/3de op een rekeningnummer op naam van het kind naar betaling 1/3de aan de begunstigde(n)

    Situatie:

    De ouders zijn begunstigden voor 1 van hun 2 kinderen, namelijk Mats (15 jaar) die niet geplaatst is.

    Het jongste kind Eva (12 jaar) is geplaatst in instelling A met betaling 1/3de op een geblokkeerde rekening op naam van het kind en is sinds 01.01.2019  begunstigde voor zichzelf.

    De groepering en de proportionele verdeling voor Eva gebeurde rond de rechthebbende. 

    Gebeurtenis:

    Op 24.02.2020 ontvangt de uitbetalingsactor een nieuwe beslissing waaruit blijkt dat het 1/3de voor Eva dient te worden betaald aan de begunstigde(n) voor de plaatsing. 

    Toepassing:

    Vanaf 01.03.2020 worden de begunstigde(n) voor de plaatsing bepaald en het 1/3de aan hen toegekend. Als Eva vanuit het gezin van haar ouders werd geplaatst dan worden zij begunstigden van het 1/3de.

     

    December 2018

    Januari 2019

    December 2018

    (los van de plaatsing)

    Na einde proportionele verdeling (01.03.2020)

    Mats (15 jaar)

    € 93,93

    € 93,93

    € 93,93

    € 93,93

    Eva (12 jaar)

    € 133,87

    € 133,87

    -

    € 163,20

    1/3de = € 54,40

    2/3de = € 108,80

    Voorbeeld 3 – Variant op voorbeeld 2

    Situatie:

    De ouders zijn begunstigden voor 2 van hun 3 kinderen:

    • Mats (19 jaar): niet geplaatst,
    • Eva (10 jaar): geplaatst in instelling B met betaling 1/3de aan de begunstigde(n) voor de plaatsing.

    Het oudste kind Louise (15 jaar) is geplaatst in instelling A met betaling 1/3de op een geblokkeerde rekening op naam van het kind en sinds 01.01.2019 begunstigde voor zichzelf.

    Voor Louise gebeurde de groepering en de proportionele verdeling rond de rechthebbende, voor Eva gebeurde dit rond de bijslagtrekkende. De groepering en proportionele verdeling voor Eva staat los van die voor het geplaatst kind Louise.

    Op 24.02.2020 ontvangt de uitbetalingsactor een nieuwe beslissing waaruit blijkt dat het 1/3de voor Louise dient te worden betaald aan de begunstigde(n) voor de plaatsing. 

    Toepassing:

    Door deze wijziging wordt Louise beschouwd als zijnde opnieuw deel uitmaken van het gezin van waaruit zij (voor het eerst) werd geplaatst en is zij een nieuw kind dat in het gezin komt van de begunstigde(n)37

    Vanaf 01.03.2020 worden de begunstigden bepaald voor Louise, en ontvangen zij 1/3de van het bedrag van € 163,20.

    Indien de begunstigden voor Louise ook de bijslagtrekkende/ begunstigde(n) zijn voor Eva en Mats, vervalt door de komst van Louise (= nieuw kind) de proportionele verdeling voor Eva en Mats38 .

    Bij de omkering van de rangen voor Mats en Eva telt het kind Louise niet mee omdat zij op 31.12.2018 niet behoort tot de groepering in de zin van artikel 42 AKBW. Voor het kind Eva blijft de verdeelsleutel 1/3de – 2/3de verder toegepast op het bedrag van € 93,93.

     

    December 2018

    Januari 2019

    December 2018

    (los van de plaatsing)

    Na einde proportionele verdeling (01.03.2020)

    Mats (19 jaar)

    € 133,87

    € 133,87

    € 93,93

    € 173,80

    Louise (15 jaar)

    € 175,74

    € 175,74

     

    € 163,20

    1/3de = € 54,40

    2/3de = € 108,80

    Eva (10 jaar)

    € 133,87

    € 133,87

    € 173,80

    € 93,93

    1/3de = € 31,31

    2/3de = € 62,62

    Wanneer er zich situaties voordoen waarvoor deze toelichtingsnota geen antwoord biedt, kunnen deze worden doorgegeven via advies@vutg.be.

    • 1Moeten voldoen aan de voorwaarden in art. 8 van het Groeipakketdecreet.
    • 2Zodra het plaatsingsbericht in de sector ontvangen werd, hetzij bij Opgroeien of hetzij bij een uitbetalingsactor (ook al is dat niet de bevoegde uitbetalingsactor) geldt die datum als ontvangstdatum van het plaatsingsbericht. De ontvangstdatum komt in de praktijk overeen met de datum vermeld op het plaatsingsbericht. Indien er twijfel of discussie is over de datum van ontvangst, dient de datum te worden nagevraagd bij Opgroeien via plaatsingen@opgroeien.be. De termijn voor de verwerking van 30 dagen blijft behouden.
    • 3De richtlijnen van de CO 1025 en de dienstbrief 996/71 blijven van toepassing met betrekking tot de gezamenlijke maandelijkse betaling aan Jeugdhulp (fonds Jongerenwelzijn) en het opmaken van een detaillijst. De betalingen worden gegroepeerd en maandelijks met één enkele overschrijving uitgevoerd op het rekeningnummer van Jeugdhulp (fonds Jongerenwelzijn) BE44 3751 1176 0045.
    • 4Kan aanvaard worden op voorwaarde dat de afzender duidelijk geïdentificeerd kan worden (art. 5 van het Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de Rechten en plichten van begunstigden).
    • 5Cf. art. 3 van het Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de Rechten en plichten van begunstigden.
    • 6Cf. punt 7.5. van toelichtingsnota 7 - bijlage 2 van 6 juni 2019 - Feitelijke scheidingen en (echtscheidings)vonnissen.
    • 7Als de D227 een begin- en een einddatum van een plaatsing meedeelt, en er volgt op of na de einddatum geen nieuw plaatsingsbericht, dan is de plaatsing ook effectief beëindigd. Er dient hierover geen informatie te worden opgevraagd bij Jeugdhulp (fonds Jongerenwelzijn).
    • 8Een nieuw plaatsingsbericht met de oorspronkelijke ingangsdatum, maar met een nieuwe einddatum wordt aanzien als een verlenging van de lopende plaatsing en niet als een nieuwe plaatsing. Als de ingangsdatum van de plaatsing niet de oorspronkelijke plaatsingsdatum is wordt dit beschouwd als een nieuwe plaatsing.
    • 9Zie voetnoot 2.
    • 10Informatie van de ouders van het kind, over het gezin van voor de plaatsing of over het verblijf van het kind na de plaatsing daarentegen kunnen niet opgevraagd worden bij Jeugdhulp (fonds Jongerenwelzijn).
    • 11Zie voetnoot 2.
    • 12Met uitzondering op de verhoogde toeslag 50ter of éénoudertoeslag. Deze toeslagen kunnen enkel nog toegekend worden als het geplaatst kind met 1/3de op een rekeningnummer op naam van het kind op 31.12.2018 recht had op deze toeslag en dit werd meegenomen in het bedrag van de proportionele verdeling die vanaf 01.01.2019 verder werd toegekend. Zie ook toelichtingsnota 8 – Vaststelling en de betaling van sociale toeslagen, punt 5.2.1. en punt 2.5, laatste alinea.
    • 13Zie punt 2.5., laatste alinea van toelichtingsnota 8 – Vaststelling en de betaling van sociale toeslagen.
    • 14Er wordt geen einddatum van de plaatsing vermeld op de D227 of er wordt geen einde plaatsing meegedeeld.
    • 15Dit wordt niet beschouwd als een wijziging van de bestemming van het 1/3de .
    • 16Zodra de pleegplaatsing is beëindigd, wordt vermoed dat de pleegouders het kind niet verder opvoeden en kunnen zij bij de plaatsing in de instelling geen begunstigden meer zijn.
    • 17Indien er vooraf werd betaald op een rekening van de bijslagtrekkende en er is een overschakeling naar begunstigde(n) (vb. moeder), dan wordt het 1/3de verder betaald op deze rekening in afwachting van een nieuwe keuze van rekeningnummer.
    • 18In het dossier dient er zowel voor de moeder (met verblijf kinderen 100%) als voor de vader (met verblijf kinderen 0%) een feitelijk gezin te worden aangemaakt.
    • 19Zie voetnoot 2.
    • 20Zolang er proportionele verdeling wordt toegepast kan er niet gevraagd worden om over te schakelen naar begunstigde(n) (art. 225, §3, Groeipakketdecreet).
    • 21Wordt in eerste instantie verder betaald op de gekende rekening en dit tot er een andere rekening wordt meegedeeld door de begunstigde(n).
    • 22enzij anders vermeld op de oorspronkelijke D227 (vb. specifiek vermeld dat er aan de moeder moet worden betaald) of tenzij er een nieuwe beslissing over het bestemming van het 1/3de wordt meegedeeld.
    • 23Art. 57, §3, van het Groeipakketdecreet.
    • 24Geboren vanaf 01.01.2019 of geboren voor 01.01.2019 en recht binnen de nieuwe regeling van het Groeipakket.
    • 25Met uitzondering van de situaties waarin alle kinderen op 31.12.2018 geplaatst zijn met betaling 1/3de aan een natuurlijke persoon (geen proportionele verdeling, maar rangbetaling).
    • 26Indien het domicilie in het rijksregister nog niet is aangepast dan kunnen de gegevens in het rijksregister weerlegd worden n.a.v. art. 3 van het Besluit van de Vlaamse Regering betreft Sociale toeslagen.
    • 27“Gezin” dient hier te worden bekeken op basis van een begunstigdenkern, nl. de komst van een kind in het gezin dat een invloed heeft op een bepaalde begunstigdenkern (zie voorbeelden 6 en 7 verder in nota).
    • 28Eens de proportionele vervalt dan blijft dit zo. Indien er achteraf alsnog een recht bestaat (bijvoorbeeld: recht op sociale toeslag in elektronisch of manuele alarmbelprocedure, of toch geen beletsel) dan wordt de proportionele verdeling niet hernomen.
    • 29Met beletsel wordt bedoeld een kind waarvan het recht effectief in beletsel staat voorbeeld: werkt teveel als student.
    • 30Toelichtingsnota 1 dd. 19 december 2018 – Omkering rangen zal hieraan aangepast worden.
    • 31Zowel nieuwe geboortes als rechtgevende kinderen die de gezinsbijslagen ontvangen in Boek 2 en in Boek 5.
    • 32Als Louise opnieuw recht heeft op het Groeipakket dan heeft zij recht op het vastgeklikt bedrag van € 259,49.
    • 33Eens de proportionele vervalt dan blijft dit zo. Indien er achteraf blijkt dat er toch geen beletsel was wordt de proportionele verdeling niet hernomen.
    • 34Dit principe dient ook te worden toegepast wanneer er een overschakeling is door één van de wijzigingen beschreven in toelichtingsnota 7 bijlage 1 van 15 mei 2019.
    • 35Met beletsel wordt bedoeld een kind waarvan het recht effectief in beletsel staat voorbeeld: werkt teveel als student.
    • 36Voor kinderen met 1/3de op een geblokkeerde rekening op naam het van kind die recht hebben op de overgangsbedragen en vanaf 01.01.2019 geplaatst worden, hebben na einde plaatsing recht het bedrag in boek 5 volgens de situatie op 31.12.2018 (cf. punt 4.2. van de nota).
    • 37Indien er nog sprake is van bijslagtrekkende dient er een overschakeling te gebeuren naar een begunstigde(n).

      Vanaf 01.03.2020 worden de begunstigden bepaald voor Louise, en ontvangen zij 1/3de van het bedrag van € 163,20.

      Indien de begunstigden voor Louise ook de bijslagtrekkende/ begunstigde(n) zijn voor Eva en Mats, vervalt door de komst van Louise (= nieuw kind) de proportionele verdeling voor Eva en MatsOok als de moeder bijslagtrekkende blijft voor Mats en Eva kan de proportionele verdeling vervallen wanneer er een wijziging van het bedrag per kind binnen de proportionele verdeling is door toekenning van een (hogere) sociale toeslag.

      Bij de omkering van de rangen voor Mats en Eva telt het kind Louise niet mee omdat zij op 31.12.2018 niet behoort tot de groepering in de zin van artikel 42 AKBW. Voor het kind Eva blijft de verdeelsleutel 1/3de – 2/3de verder toegepast op het bedrag van € 93,93.
    • 38Ook als de moeder bijslagtrekkende blijft voor Mats en Eva kan de proportionele verdeling vervallen wanneer er een wijziging van het bedrag per kind binnen de proportionele verdeling is door toekenning van een (hogere) sociale toeslag.
    Datum van publicatie
    Datum van afkondiging
    Top