Kruimelpad
Artikel 50ter van de Algemene kinderbijslagwet
Tekst
De bedragen, vermeld in artikel 40, worden voor de kinderen van een arbeidsongeschikte werknemer of zelfstandige, bedoeld in artikel 56, § 2, evenals voor de rechtgevende kinderen uit hoofde van een rechthebbende krachtens artikel 56quater, in de situatie bedoeld in het vierde lid van dat artikel verhoogd met een bijslag van :
1° 74,94 EUR voor het eerste kind;
2° 21,59 EUR voor het tweede kind;
3° 3,79 EUR voor het derde kind en voor elk volgend kind. Wanneer de toeslag evenwel verschuldigd is aan een bijslagtrekkende bedoeld in artikel 41, eerste en tweede streepje, bedraagt de toeslag 17,41 EUR. (1)
(1) Bij toepassing van artikel 76bis zijn de bedragen gekoppeld aan het aldaar toepasselijke spilindexcijfer.
Historiek
De wet van 04.04.2014 tot wijziging van de samengeordende wetten van 19 december 1939 betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders, art. 43 (B.S. 05.05.2014), van kracht vanaf 30.06.2014, heeft in het artikel 50ter het woord "werknemer" vervangen door de woorden "werknemer of zelfstandige".