Kruimelpad
Artikel 7 BVR Selectieve participatietoeslagen
Tekst
De inkomsten van het gezin, vermeld in artikel 37, eerste lid, van het Groeipakketdecreet van 2018, bestaan uit al de volgende elementen samen:
1° de volgende belastbare inkomsten, voor aftrek van de aftrekbare bestedingen:
a) de beroepsinkomsten:
1) voor de beroepsinkomsten in loonverband: vóór de aftrek van beroepskosten;
2) voor de beroepsinkomsten als zelfstandige: na de aftrek van beroepskosten, vermenigvuldigd met een factor 100/80;
b) de uitkeringen in het kader van de ziekteverzekering;
c) de werkloosheidsuitkeringen;
d) de pensioenen;
2° 80% van de onderhoudsgelden die uitbetaald zijn aan de persoon of personen van wie de inkomsten voor de berekening van de toelage in aanmerking worden genomen;
3° drie keer het geïndexeerde kadastraal inkomen vreemd gebruik en één keer het geïndexeerde kadastraal inkomen voor eigen beroepsdoeleinden;
4° de inkomensvervangende tegemoetkoming, toegekend conform de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkoming aan personen met een handicap;
5° het leefloon, toegekend conform de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie;
6° het equivalent van leefloon, toegekend conform de wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;
7° alle inkomsten die voortvloeien uit de beroepsactiviteit, toegekend aan de personeelsleden van een Europese of andere internationale instelling, verminderd met de persoonlijke bijdragen voor de verzekering die de instelling organiseert om socialezekerheidsrisico’s te dekken.
In afwijking van het eerste lid, 1°, wordt 80% van de onderhoudsgelden die betaald zijn door de persoon of personen van wie de inkomsten voor de berekening van de toeslag in aanmerking worden, wel afgetrokken van de belastbare inkomsten.
Voor de omrekening naar het inkomen van het gezin conform dit artikel, worden in het Wetboek van de Inkomstenbelastingen geldende regels gevolgd.
Historiek
Besluit van de Vlaamse Regering van 11 februari 2022 tot vaststelling van maatregelen voor gelegenheidsarbeiders voor de periode van 1 april 2020 tot en met 30 september 2021 ten gevolge van de uitbraak van het COVID-19-virus, wat betreft de toelagen in het kader van het gezinsbeleid en tot wijziging van diverse besluiten over de toelagen in het kader van het gezinsbeleid - hoofdstuk 6 - artikel 49 - inwerkingtreding 25.03.2022
In artikel 4, eerste lid, artikel 5, eerste lid, artikel 6, §1, eerste lid, artikel 7, eerste lid, artikel 9, artikel 10, tweede lid en vierde lid, artikel 18, eerste lid, en artikel 20, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt de zinsnede “het decreet van 27 april 2018” telkens vervangen door de zinsnede “het Groeipakketdecreet van 27 april 2018”.