De uitbetalingsactor kan de uitbetaling van toelagen in het kader van het gezinsbeleid overeenkomstig artikel 77, §1, van het decreet van 27 april 2018 tijdelijk opschorten in de volgende situaties:
- er zijn ernstige en eensluidende aanwijzingen dat niet meer voldaan is aan een van de toekenningsvoorwaarden van de toelagen;
- er zijn ernstige en eensluidende aanwijzingen van fraude, die niet zijn vastgesteld door een gezinsinspecteur.
De uitbetalingsactor schort de uitbetalingen op zolang de situatie die aanleiding gaf voor de opschorting voortduurt, met een maximum van zes maanden. Die termijn is één keer hernieuwbaar met hoogstens zes maanden.
Het agentschap kan nadere procedurele regels vaststellen voor de uitbetalingsactoren aangaande situaties, vermeld in het eerste lid.